The Bling Ring

Alles goud wat blinkt

The Bling Ring

Sofia Coppola zag terecht dat The Bling Ring een cruciaal verhaal van deze tijd is. Een 21ste-eeuws sprookje over vijf prinsesjes die op jacht gaan naar glazen muiltjes. Niet dat ze die verloren hebben, maar ze weten wel waar ze te vinden zijn: in de inloopkast van Paris Hilton.

Sofia Coppola’s The Bling Ring is een mash-up van Pierre Bourdieus sociologische verkenningen in La distinction (1978) en Gordon ‘Wall Street’ Gekko’s greed is good-evangelie. Anders gezegd: ‘ik ben beter dan jij’ en ‘hebben, hebben, hebben’. Het draait om vijf kids in Los Angeles die inbreken bij beroemdheden om alles te stelen wat een designer label heeft, om met die pumps en handtasjes vervolgens uit te gaan in dezelfde clubs als hun slachtoffers. Simpel en brutaal. Online zoeken ze welke celebrity de stad uit is, en voilà. Bij Paris Hilton blijkt de sleutel gewoon onder de mat te liggen. Daar breken ze tussen oktober 2008 en augustus 2009 zes keer in.

Coppola gebruikt het waargebeurde verhaal om de celebrity lifestyle die ze in haar vorige film Somewhere (2010) door de ogen van een acteur liet zien nu van de kant van de fans te bekijken. Fans die willen hebben wat hun idolen hebben. Die willen zijn wie zij zijn. De ironie ontgaat ze dat ze juist op zoek zijn naar de erkenning van mensen waarvan ze zich willen onderscheiden.

Aquarium
The Bling Ring lijkt op het eerste gezicht te gaan over de obsessie met roem en beroemdheid en hoewel dat zeker aan de hand is in vier van de vijf films die Coppola maakte, geldt haar primaire obsessie iets anders. Iets veel persoonlijkers misschien, gezien haar bevoorrechte opvoeding, ook al moet je oppassen om de maker met het werk verwarren. Haar verhalen en personages verwijzen allemaal naar de angst voor de leegte, de horror vacui, en vaak is die leegte al werkelijkheid. Marie Antoinette’s (2006) decadente hofhouding, het hotel in Tokio in Lost in Translation (2003) waar Charlotte als een vis in een aquarium leeft, Johnny Marco’s Ferrari uit Somewhere, ook een aquarium, waarmee hij door L.A. glijdt, van fotoshoot naar persconferentie en terug naar het Chateau Marmont. Eilanden, bubbles van de happy few. Maar zo happy is het allemaal niet, laat Coppola zien.

Coppola oordeelt niet, waren de eerste reacties op de film in Cannes. Je kunt je ook afvragen of ze wel geïnteresseerd is in haar personages en misschien niet stiekem meer in het verschijnsel. Het niet oordelen en beleefd op afstand blijven, kunnen ook arrogantie verbergen. Het is trouwens niet waar dat ze niet oordeelt, want de manier waarop ze de personages laat reageren nadat die gearresteerd zijn, verraadt hoe de maker over hen denkt. Maar zo kijkt Coppola waarschijnlijk ook naar zichzelf, want ze maakt zichzelf evengoed tot onderwerp van haar films. Ze kijkt naar de bubble vanuit de bubble. Ook Lost in Translation baseerde ze letterlijk op haar eigen ervaring, uit de tijd dat ze een relatie had met Spike Jonze. Jonze stond model voor het arrogante vriendje dat Charlotte in het hotel achterlaat.

Kijkglas
Coppola’s stijl heeft diezelfde distantie die haar personages ten opzichte van de wereld hebben. Dezelfde distantie die Coppola in interviews laat horen als ze over haar films praat. Haar stijl is dus niet willekeurig, maar een weerslag van de afstand die ze zelf inneemt. Precies wat haar films zo goed maakt.

Het is dan wel de kunst om de juiste verhalen te kiezen, want niet alle verhalen verdragen die stijl. Maar The Bling Ring wel. Dat is een cruciaal sprookje van onze tijd. Technologie, prinsessengedrag, hebzucht, obsessie met uiterlijk en roem, het zit er allemaal in. Coppola filmt een generatie die voor altijd achter glas zit, onaantastbaar, onbewogen, die niet meer wakker gekust kan worden. Die misschien alleen nog door het kijkglas van camera’s naar de wereld kan kijken. Die in een verdraaide werkelijkheid leeft waarin het normaal is dat je huizen van mensen binnenloopt en pakt waar je zin in hebt. Alleen met die arrogantie kun je zes keer op dezelfde plek inbreken.