Lost in Translation

De roes van een anonieme stad

Lost in Translation

Bill Murray speelt in Sofia Coppola’s Lost in Translation een sublieme rol als een voor zich uit starende hotelgast in Tokio.

Wat een regisseur tussen de benen heeft, zegt meestal niets over zijn of haar films, maar bij Lost in Translation van Sofia Coppola is dat wel het geval. Lost in Translation is een hypnotische, ik zou zeggen een vrouwelijke film met een paar hoofdpersonen die een paar centimeter boven de grond lijken te zweven.

Coppola laat in het midden wat er precies met hen misgaat, net als bij haar eerste film The Virgin Suicides (1999). Haar personages babbelen namelijk niet over grootheden als liefde en verdriet. Coppola filmt de sfeer, de onuitgesproken woorden. Op het gevaar af binnenkort in een steegje met een nekschot omgelegd te worden: alleen een vrouw kon deze film maken.

Huwelijk
Bob Harris, een prachtige rol van Bill Murray, is een oudere Amerikaanse filmster die voor een whisky-commercial in een hotel in Tokio belandt. Meteen is duidelijk dat hij daar weg wil, maar hij weet niet waarheen. Niet naar huis in elk geval, blijkt uit de zinloze telefoontjes met zijn vrouw, want zijn huwelijk verkeert in terminale staat. Charlotte (Scarlett Johansson) komt na twee jaar huwelijk met haar vriendje alias hippe fotograaf (Giovanni Ribisi) in hetzelfde hotel terecht. “Ik weet niet met wie ik ben getrouwd”, zegt ze door de telefoon tegen een vriend.

Harris’ huwelijk is vastgelopen, Charlotte’s huwelijk is nooit op gang gekomen. En nu zitten ze allebei met een slaapprobleem in Tokio. Ze hunkeren naar contact maar dat spreken ze niet uit, want Lost in Translation is veel blikken en weinig woorden. In de film gebeurt dramatisch überhaupt weinig: we zien veel shots van Charlotte die op haar hotelkamer naar haar spiegeling in de ruiten staart of naar de nachtelijke bright lights big city achter het glas. We zien veel Bob in de bar, voor zich uit starend naar niets in het bijzonder. Als ze bij elkaar zijn, kijken ze elkaar aan, bijna zonder iets te zeggen. Antwoorden hoeven ze niet, ze weten niet eens wat ze zoeken.

Misleidend
Lost in Translation is op een heerlijke manier misleidend. Het lijkt een drama en een komedie, maar is geen van beiden. Het lijkt wijsheden over relaties te vertellen, maar doet dat niet. Het lijkt een cruciaal moment voor de hoofdpersonen te vangen, maar doet dat niet. Lost in Translation is sardonisch en onschuldig, zwaarmoedig en luchtig, verhullend en openbarend tegelijk. Deze meesterlijke film voelt als de hoofdpersonen die verloren in zichzelf in een anonieme stad zitten. Dat alles maakt dat je als kijker in een roes terechtkomt: het gevoel van onthechting dat je krijgt als je dagenlang niet slaapt.

Bob en Charlotte belanden niet in bed – met dank aan de regisseur – want dat had Lost in Translation meteen de nek om gedraaid. In plaats daarvan streelt Bob Charlotte’s voet – één keer – en fluistert hij aan het eind van de film iets in haar oor. Wat dat is, kunnen wij niet horen. Prachtig. Meer hebben we niet nodig.