No Bears

Jafar Panahi en het mysterie van de onzichtbare beelden

No Bears

Reflecteren op het filmmaken zelf is een van de wezenskenmerken van Jafar Panahi’s metacinema, ook weer in No Bears. Ondertussen kijkt hij weemoedig naar de kleine en grote machinaties van de macht in het land dat hij niet mag verlaten.

Al decennialang proberen Iraanse filmmakers onder de dogmatische restricties van de staat uit te komen. Die worden niet alleen uitgevaardigd door de religieuze fanatici die sinds 1979 aan de macht zijn, ook het regime van de sjah van voor 1979 kon met z’n autoritaire handjes niet van het werk van kunstenaars afblijven.

Onder de zeloten van Khomeini cum suis werd het nog erger. Vrouwen mogen niet zonder hoofddoek getoond worden, fysiek contact tussen mannen en vrouwen op het scherm is verboden, net als elke vorm van kritiek op islamitisch gedachtegoed.

Getreiterd
Vorig jaar maart zette de gerespecteerde filmmaker Dariush Mehrjui een oproep aan de minister van Cultuur online. De 83-jarige regisseur beklaagde zich erover dat de vergunning voor het vertonen van zijn nieuwe film was verlopen. “Dit is de vergunning voor de vertoning van mijn nieuwe film La minor”, zegt Mehrjui terwijl hij het document in z’n hand houdt. “Dit is toch geen melk of vlees waarvan u kunt zeggen dat de houdbaarheidsdatum is verstreken? U gaf mij een vergunning voor de vertoning. Waarom verbreekt u die belofte?”

“Als een geest achter de schermen vaardigt u oordelen uit. Ik kan er niet tegen. Ik zal met mijn assistenten bij het ministerie van Cultuur protesteren. Ik stop niet voordat ik mijn recht haal. Gerespecteerd cultuurminister, luister naar me, ik trek het niet meer. Ik wil terugvechten. Vermoord me, doe wat u wilt met me… vernietig me, maar ik wil mijn rechten.”

Mehrjui’s collega Jafar Panahi werd niet alleen beroepsmatig beperkt, hij is inmiddels meerdere keren gevangengezet voor zijn verzet tegen de dictatuur. Het meest recent op 11 juli 2022. Eind januari 2023 leek er een kans op vrijlating, nadat het Hooggerechtshof in oktober bepaalde dat de rechtszaak tegen Panahi opnieuw moest. Maar de filmmaker bleef tot 3 februari gevangenzitten. Officieel om een zesjarige gevangenisstraf uit te zitten die hij in 2010 kreeg opgelegd vanwege ‘propaganda tegen het systeem’, onofficieel omdat de sterfhuisconstructie van de theocratie doodsbenauwd is voor elke vorm van kritiek.

Ook als Panahi niet in de gevangenis zat, werd en wordt hij al jaren getreiterd met een beroepsverbod: hij mag sinds 2010 geen films maken. Dat deed ‘ie toch, zoals we weten. Door binnen te filmen (Closed Curtain, 2013), door in auto’s te filmen (Taxi Teheran, 2015) en nu in No Bears door een ander te laten filmen.

Door alle beperkingen die hem zijn opgelegd werd het onvermijdelijk dat Panahi zelf een rol ging spelen in zijn films en dat die films op het filmmaken zelf gingen reflecteren. Het is zijn vak, wat moet hij anders? Romkoms maken? Zoals sommige andere Iraanse filmmakers die braaf godvruchtig formulespul afleveren dat de suggestie wekt dat er niets aan de hand is in Iran? Zou het een kleine speldenprik van Panahi naar die makers zijn dat in No Bears maar liefst twee romantische verhaallijnen worden ingezet, die allebei eindigen in tragedies doordat mensen het land niet kunnen verlaten?

Liefdesdriehoek
Panahi speelt in No Bears opnieuw zichzelf, of in ieder geval een versie van zichzelf. Via z’n laptop kijkt hij mee naar de opnamen van een film net over de grens in Turkije die volgens zijn instructies door een andere filmmaker wordt geregisseerd. Strikt genomen doet Panahi dus niets onwettigs. Hij maakt geen film in Iran en hij verlaat het land niet.

Probleem is wel dat hij, om toch in de buurt van de opnamen te kunnen zijn, een paar kamers heeft gehuurd in een grensdorp waar steeds de internetverbinding wegvalt. In het dorp zelf raakt hij verwikkeld in een vete tussen twee mannen die verliefd zijn op dezelfde vrouw. Panahi zou een foto hebben gemaakt die als bewijsmateriaal in die vete moet dienen, maar de regisseur zegt dat beeld helemaal niet te hebben gemaakt. Of de foto bestaat of niet blijkt al snel irrelevant. Zoals een van de dorpelingen uitlegt wanneer Panahi tijdens een soort geïmproviseerde rechtszitting verhaal moet doen: “Het gaat erom dat je voor God zweert dat je de foto niet hebt. Liegen mag ook. Als het de vrede in het dorp maar dient.” De waarheid doet er niet meer toe. “Pas op voor de beren als je die weg op gaat”, waarschuwt iemand Panahi. Om nog geen minuut later toe te geven dat er helemaal geen beren zijn.

Zinspelen
Ondertussen speelt ook nog de kwestie of Panahi nou wel of niet ’s nachts op die ene zandweg naar de grens met Turkije heeft gereden. “Het zand op uw auto is niet uit ons dorp”, weet een van de dorpsoudsten. En ook de filmopnamen in Turkije lopen dramatisch uit de hand, nadat een van de acteurs Panahi verwijt dat feit en fictie in het scenario door elkaar lopen en dat hij hen heeft voorgelogen.

Het is duidelijk dat de dorpelingen hem weg willen hebben, maar niemand zegt het hardop. Panahi blijft bejegend worden als ‘good sir’ en niemand wil dat hij met een zwaar gemoed het dorp verlaat. Voor buitenstaanders lijkt die dubbelzinnigheid misschien irritant, maar die obsessieve vriendelijkheid is gerelateerd aan een complex sociaal fenomeen dat wezenlijk is voor het traditionele deel van de Iraanse cultuur: taarof. “Als je in een maatschappij leeft waarin je op alles moet zinspelen in plaats van dingen hardop zeggen, hoe kun je dan gezonde relaties onderhouden en een gezonde samenleving opbouwen?”, zei Panahi’s zoon Panah daarover tegen The Guardian naar aanleiding van zijn eigen film Hit the Road (2021). “Voor mij is dat niks anders dan een bron van woede.”

Dat is één manier om het gedrag van de dorpelingen uit te leggen. Wat je als kijker vooral voelt achter hun gekonkel en gedraai, is angst. Al meer dan veertig jaar leven de Iraniërs in een dictatuur en de angst voor vervolging zit overal. Een beroemde filmmaker in het dorp hebben is mooi, maar hij staat bekend als criticus van het regime, redeneren de mannen. Dat kan alleen maar tot ellende leiden. Dus hoe eerder hij vertrekt, hoe beter.

Het is maar een beeld
In No Bears creëert Panahi een soort fog of war, zou je omfloerst kunnen zeggen. Er is die levensbedreigende maar onzichtbare grens met Turkije, er is de grens waar hij als filmmaker overheen gaat, volgens een van z’n acteurs. Met ingrijpende gevolgen. Wat is zijn verantwoordelijkheid als maker onder deze omstandigheden, lijkt Panahi zichzelf af te vragen. Wat heeft hij nog in de hand?

Er is een foto die mogelijk niet bestaat, die desondanks de loop van het verhaal bepaalt en zo een tragische – en ook een beetje donker-komische – reflectie wordt op het getouwtrek rond filmmaken en de betekenis van beelden. Bewijst die eventuele foto de relatie van de vrouw met de andere man? Het is maar een beeld, toch? Bewijzen Panahi’s films zijn heldhaftigheid en verzet tegen het regime?

In het gesprek voor de dorpsoudsten waarin het oké zou zijn voor Panahi om te liegen, wordt hem gevraagd te zweren op de Koran. “Is het goed als we de Koran vervangen door mijn camera?”, vraagt Panahi. Hij wil het gesprek filmen en ieder aanwezige een kopie van de opname geven. Dat moet als bewijs gelden, vindt Panahi, want dan kan iedereen het gesprek later terugkijken. Maar zijn beelden zoveel anders dan gedachten, ook zonder Photoshop en deep fakes? Beelden laten zien wat kan zijn, niet wat is.

De vraag over de zeggingskracht en de betekenis van beelden vormt het hart van No Bears. Het is verleidelijk om beelden letterlijk te nemen, maar in wezen is hun betekenis onzichtbaar. Ze zeggen wat de kijker erin ziet. Precies die vrije ruimte is de essentie van cinema. En precies die vrije ruimte wordt in handen van fanatici uit de beelden gedrukt. Of het nou het regime in Teheran is of de dorpeling die de foto opeist als bewijs dat de aan hem ‘beloofde’ vrouw hem zou ‘bedriegen’. No Bears pleit ervoor om die ruimte te blijven zien.

Ademhalen
Het moet gezegd dat het iets bevrijdende heeft om Panahi in de open lucht te zien, weg uit de auto’s en appartementen van z’n eerdere films. Alsof de kijker en de maker weer even kunnen ademhalen. Maar Panahi lijkt ook zwaarmoediger. Er is minder humor, de sfeer is bedrukter dan in z’n eerdere films.

Dat past misschien ook beter bij de dramatische ontwikkelingen in No Bears. Maar Panahi’s ‘clandestiende metacinema’, zoals The New York Times naar zijn films verwees, liet juist altijd ruimte voor humor, buiten en boven het geneuzel van alledag. Inmiddels lijkt de filmmaker iets somberder geworden.

Dat is ook niet vreemd. Panah Panahi in het eerdergenoemde interview over het sociaal isolement waarin het regime zijn vader heeft gedwongen: “Zelfs sommige van zijn beste vrienden durven zijn naam niet hardop uit te spreken.”