Der goldene Handschuh

Grotesk of realistisch?

Der goldene Handschuh

Regisseur Fatih Akin slaat de plank mis met zijn tiende speelfilm Der goldene Handschuh, waarin de echt bestaande seriemoordenaar Fritz Honka eerder lachwekkend dan gevaarlijk wordt.

Regisseur Fatih Akin wilde zo realistisch mogelijk zijn, vertelt hij in interviews. Niet alleen in het tonen van het geweld van de echt bestaande seriemoordenaar Fritz Honka, die in Hamburg tussen 1970 en 1975 minstens vier prostituees ombracht, maar ook in de wereld om Honka heen. Daarin is hij echter niet geslaagd. Der goldene Handschuh, gebaseerd op de gelijknamige, succesvolle roman van Heinz Strunk uit 2016,toont in het beste geval een grotesk uitvergrote versie van de realiteit.

Honka’s wereld draait, naast het verlopen zolderkamertje waar hij de lijken van zijn slachtoffers verbergt, vooral om de 24-uurs-kroeg Zum Goldenen Handschuh. Keer op keer zit hij zich daar tot diep in de nacht te bezatten met de andere stamgasten, een groepje hopeloze alcoholisten, getraumatiseerde oorlogsveteranen en verlopen prostituees. Vooral hier slaat Akin de plank mis: omdat al deze figuren enkel op hun meest extreme dieptepunten worden getoond, zijn ze op geen enkele manier serieus te nemen als mensen van vlees en bloed.

Ook de weergave van Honka zelf is problematisch. Akin strikte rijzende ster Jonas Dassler voor de rol, zijn eerste hoofdrol na bijrollen in onder meer Werk ohne Autor (Florian Henckel von Donnersmarck, 2018) en Das schweigende Klassenzimmer (Lars Kraume, 2018). De acteur wordt begraven onder een flinke laag make-up. Die simuleren niet alleen de platte neus en schele ogen van de echte Honka, maar geven hem ook nog eens een pokdalige huid en permanent vettig haar dat in slierten op zijn hoofd hangt. Honka was geen aantrekkelijke man, maar hij was ook niet de trol die we in deze film zien.

Voor alle duidelijkheid: niets mis met het groteske. Sergei Loznitsa zette het onlangs nog zeer doeltreffend in voor Donbass (2018), een portret van het leven in het oorlogsgebied van Oost-Oekraïne. Daar kwam die groteske stijl als een schok, doelbewust aangewend om te tonen hoe verwrongen de realiteit van de oorlog is. In Der goldene Handschuh is het effect omgekeerd: de figuren worden vooral lachwekkend, Honka voorop, en daarmee neem je zijn grove geweld ook minder serieus.

Overigens bestaat de kroeg Zum Goldenen Handschuh nog steeds. Inmiddels hangt er zelfs een bordje, prominent boven de voordeur: “Honka-Stube” – de Honka-kroeg. Seriemoord als reclamemiddel. Een slimmere film had precies daar de draak mee kunnen steken, maar Akin slaagt daar niet in. Zijn film komt niet verder dan dezelfde knipperende neonletters: Honka-Film.