Cave of Forgotten Dreams

In de afgrond van de tijd

Cave of Forgotten Dreams

Werner Herzog weet ze in alle hoeken en gaten te vinden: mensen die iets groots willen achterlaten. In de 3D-documentaire Cave of Forgotten Dreams daalt hij af in een nauwe spleet waar 32 duizend jaar geleden de prachtigste grotschilderingen werden gemaakt.

In Werner Herzog Eats His Shoe, in december te zien in een speciaal Herzog-programma in WORM Rotterdam, komt Herzog op hilarische wijze een belofte na: als Errol Morris het voor elkaar zou krijgen om zijn Gates of Heaven (1978) ook echt te voltooien, zou Herzog zijn schoen publiekelijk opeten. Beiden voegen in 1980 de daad bij het woord. Terwijl Herzog in een pan met twee schoenen, een paar tenen knoflook en een handvol uien roert, beantwoordt hij een vraag van een omstander die wil weten wat het belang van film is voor de maatschappij. Herzog lacht schamper over het woord ‘maatschappij’ en wil alleen maar kwijt dat hij een nieuwe grammatica wil uitvinden als tegenwicht voor de door hem zo verfoeide televisie en reclame.

Die nieuwe grammatica werd 32 duizend jaar geleden al in de verf gezet, met de schilderingen in de grot van Chauvet. Volgens Herzog is deze grot in de Ardèche de geboorteplek van de cinema. Het is een tijdscapsule die tienduizenden jaren ongeopend is gebleven, totdat het in 1994 werd ontdekt door een archeoloog die een briesje uit een nauwe tunnel voelde komen. Nu is het enkel toegankelijk voor een handjevol archeologen, kunsthistorici en geologen. En heel eventjes voor Herzog, die wel vaker deuren weet te openen. Met steriele laarzen mocht hij naar binnen. Hun tijd daar is beperkt, omdat de schilderingen niet met hun uitgeademde koolstofdioxide mogen worden beschadigd.

Zijn bezoek aan de grot brengt Herzog tot zijn een van zijn belangrijkste bespiegelingen: de prachtige schilderingen die hij daar aantreft zijn proto-cinema, de voorloper van film. Net als filmmakers communiceerden de Cro-Magnon-mensen via figuratieve beelden in plaats van woorden. Herzog ziet overal beweging: neushoorns die met elkaar vechten, paarden met open monden die tot ons lijken te spreken, met acht benen alsof ze aan het rennen zijn. Het licht van toortsen en de bewegende schaduwen moeten de paarden tienduizenden jaren geleden tot leven hebben gebracht. De tekenaars moeten hebben gedanst met de schaduwen, net zoals Fred Astaire dat deed in Swing Time (1936).

Scheve pink
Herzog wil de afstand tussen ons en de Cro-Magnon-mens overbruggen. Het zijn geen freaks, net zoals de dwergen in zijn Auch Zwerge haben klein angefangen (1970) geen freaks waren (“We are the dwarfs”, zei Herzog toen). Nu zegt hij eigenlijk: “We are the Cro-Magnon.” Kijk maar naar de rode stippen op de rotswand, die met de handpalm zijn aangebracht. Daaruit valt af te leiden dat één tekenaar een scheve pink had, een sprekend detail dat hem ineens menselijk maakt en dichterbij ons brengt.

Ook de omgeving van de Ardèche zelf bekijkt Herzog met de blik van toen. Hij vraagt zich af of “het melodrama van het landschap, dat rechtstreeks uit het werk van Wagner en de Duitse Romantiek komt, misschien onze connectie tot de mensen uit de steentijd is?” Zij zouden in hun tijd een soortgelijk gevoel bij dit operateske landschap kunnen hebben gehad als wij, denkt hij.

Zoals bekend heeft Herzog zelf een fijne neus voor dat operateske. En voor het excentrieke. Tijdens het maken van Cave of Forgotten Dreams stuitte hij op ene Wulf Hein, een experimenteel archeoloog die gekleed in een dierenvel een oeroude fluit bespeelt, gemaakt van een gierenbot. Hein vertelt dat de makers ervan gaatjes hebben geboord met dezelfde pentatonische toonladder als wij nu gebruiken. Wanneer hij als bewijs vervolgens het Amerikaanse volkslied gaat spelen, is Herzogs missie geslaagd: dichterbij de mens uit de steentijd kun je niet komen.

Herzogs zoektocht naar excentrieke mensen bracht hem in het verleden al naar een skispringer, een bergbeklimmer, een luchtballonreiziger en een grizzlyman. Allemaal hebben ze een obsessie die ze onder extreme omstandigheden proberen uit te oefenen. Herzog zei over zijn obsessie met obsessievelingen: “Als je een wetenschapper bent en je wilt iets weten over de innerlijke structuur van materie, dan moet je het onder extreme druk en onder extreme omstandigheden plaatsen. Dit geldt ook voor mensen.”

Albino krokodil
In veel van Herzogs films is het landschap die extreme factor. Zelf liep hij ooit van München naar Parijs. Hoe zag die route er 32 duizend jaar geleden uit? Als Herzog toen had geleefd, had hij vast een voetreis gemaakt op een van de droge rivierbeddingen die toen van Duitsland naar Frankrijk liepen. Doordat veel water in de Alpen-gletsjers zat opgesloten lag zelfs het Kanaal droog. Het klimaat was koud, droog en zonnig. Onderweg zou Herzog neushoorns zijn tegengekomen en bizons, leeuwen, beren en luipaarden. In de grot van Chauvet zijn veel schedels van holenberen gevonden. Ook zij krasten met hun nagels over de muren. Mens en dier stonden toen waarschijnlijk niet zo ver van elkaar vandaan als nu. Nu moet de natuur vooral nuttig zijn.

Herzog interesseert zich ook voor de kunstmatige ingrepen van de mens in het landschap. Zo verbaast hij zich in Cave of Forgotten Dreams over de kerncentrale die vlakbij de grot staat. Het koelwater heeft ervoor gezorgd dat daar een tropische biosfeer is ontstaan, waar krokodillen gedijen en zelfs een gemuteerde albino krokodil rondloopt. Zo’n soort surrealistische omgeving, door mensenhanden gemaakt, filmde Herzog ook al op spectaculaire wijze in zijn apocalyptische Lektionen in Finsternis (1992) met infernale beelden van brandende olievelden. Zijn bezoek nu aan de grot en de kerncentrale brengt hem tot een van zijn onnavolgbare verzuchtingen: “Niets is echt, niets is zeker. Zijn wij die krokodil die in de afgrond van de tijd kijkt?”


We Are The Dwarfs! Werner Herzog at 70: Herzog-programma in WORM Rotterdam van 7 t/m 9 december 2012, met Into the Abyss (2011), Auch Zwerge haben klein angefangen (1970), Werner Herzog Eats his Shoe (1980), Perfumed Nightmare (1977), Die große Ekstase des Bildschnitzers Steiner (1974), The Dark Glow of the Mountains (1985), Herakles (1962), My Son, My Son, What Have Ye Done (2009), julien donkey-boy (1999), Stroszek (1977) en Lektionen in Finsternis (1992) en in aanwezigheid van Chris Wahl, auteur van een boek over Herzog.