Swing Time

De schaduw van blackface

  • Datum 14-12-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Fred Astaire in Swing Time

In Swing Time, de door critici zeer positief onthaalde nieuwe roman van Zadie Smith, leiden musicals en dans tot zowel ‘kinetische vreugde’ als ontdekkingen over de pijn die achter alle elegantie schuilgaat: raciale ongelijkheid, onderdrukking en de culturele toe-eigening van zwarte dansvormen door blanken.

Door André Waardenburg

In Swing Time, vernoemd naar een van de musicals die Fred Astaire in de jaren dertig van de vorige eeuw met Ginger Rogers maakte, voert Smith twee meisjes op van gemengde afkomst, net als de schrijfster zelf het product van wit-zwarte ouders. Medio jaren tachtig groeien ze op in een arme wijk in Noord-Londen. De twee raken bevriend door hun gedeelde afkomst en doordat ze allebei zielsveel houden van dans, mooi omschreven als ‘kinetische vreugde’.
Tracey blijkt er talent voor te hebben, de naamloze vertelster tot haar verdriet niet, zij heeft platvoeten. Ze compenseert dit tekort door zich te storten op musicals — nog op VHS — en het boek The History of Dance. Ook genieten de meisjes enorm van Michael Jacksons Thriller-video als die zijn tv-première beleeft; de vertelster hoort dat de bejaarde Fred Astaire (1899-1987) nog aan Michael Jackson heeft gevraagd hoe die de Moonwalk deed.
Naast Fred & Ginger-musicals kijken de meisjes bij Tracey thuis The Red Shoes en Easter Parade — Traceys moeder tolereert alleen films in Technicolor. Daarnaast ontdekken ze de veel schaarsere musicals met een all-black cast, Stormy Weather (met Lena Horne en Bill Robinson) en The Green Pastures.

Schaduwzijde
Smith kiest niet lukraak wat titels uit het gigantische corpus musicals maar selecteert films die haar thematiek bekrachtigen en spiegelen: de zoektocht naar identiteit van mensen van gemengde ouders, het opgroeien in een onderdrukkende, racistische samenleving, trots én schaamte over je afkomst en het zoeken naar (zwarte) rolmodellen, zelfs al is het de gebleekte Michael Jackson.
Zo zijn de meisjes dolgelukkig als Fred Astaire ook een migrant blijkt, aangezien zijn vader Fritz Austerlitz naar Amerika emigreerde. De vertelster ontdekt ook de Nicholas Brothers, zeer energieke zwarte dansers die ondanks hun enorme talent genoegen moesten nemen met bijrolletjes. In The Pirate (1948) dansen ze Gene Kelly van het scherm, dus werd hun aandeel teruggeschroefd. Smith noemt het niet maar het kon nog veel erger: in Zuidelijke Staten werden scènes met The Nicholas Brothers, Lena Horne en andere zwarte artiesten er zonder pardon uitgeknipt.
De vertelster constateert over Harold en Fayard Nicholas, die ze als haar broers ziet, dat hun elegantie pijn verbergt. Ze droomt over The Cotton Club waar ze hen ontmoet: ‘In my dream we were all elegant and none of us knew pain, we had never graced the sad pages of the history books my mother bought for me, never been called ugly or stupid, never entered theatres by the back door, drunk from separate water fountains or taken our seats at the back of any bus. None of our people ever swung by their necks from a tree, or found themselves suddenly thrown overboard, shackled, in dark water — no, in my dream we were golden!’

Jeni LeGon en Bill Robinson

Ruw ontwaken
Swing Time gaat vooral over het ontdekken van de rauwe werkelijkheid achter dit soort gouden dromen en fantasieën. In de proloog ontdekt de vertelster, inmiddels een twintiger, tot haar grote schrik dat Fred Astaire het nummer ‘Bojangles of Harlem’ uit Swing Time in blackface uitvoert, de enige keer dat hij dit deed. Als meisje had zij zich dat nooit gerealiseerd.
Precies halverwege het boek kijkt ze opnieuw naar een blackface-scène, nu eentje met Eddie Cantor (Ali Baba Goes to Town, 1937), maar valt haar oog vooral op de zwarte bijrolspeelster Jeni LeGon die volgens haar als twee druppels water lijkt op haar beste vriendin Tracey. Pas als volwassene, en helemaal aan het eind van de roman, komt zij erachter dat de acrobatische LeGon alleen vernederende bijrollen speelde (voornamelijk als huishoudster) en dat bovendien haar naam per ongeluk ontstond. Roddelcolumniste Louella Parsons maakte een tikfout, waarna Jeni Ligon voor altijd door het leven moest met de ‘artiestennaam’ ­LeGon. Pas toen zij in Parijs was, voelde ze zich weer een persoon — in Hollywood was ze slechts een schaduw. Precies zoals de vertelster zich voelt, die niet voor niets naamloos door het leven gaat: ‘I had never had any light of my own. I experienced myself as a kind of shadow’. Net als de Nicholas Brothers lijkt ze gedoemd eeuwig sidekick te zijn van anderen: haar moeder, Tracey en Aimee, de verwende popmuzikante van wie ze de personal assistent is.

The Nicholas Brothers in Stormy Weather

Zwarte Fred
Het idee een schaduw te zijn, is tevens een verwijzing naar Astaire’s blackface-nummer uit Swing Time (1936). Ondanks ongemak over zijn blackface-make-up is ‘Bojangles of Harlem’ Astaire’s oprechte ode aan een van zijn helden, de zwarte danser Bill "Bojangles" Robinson — de acteur die ook in de door Smith aangehaalde all-black musical Stormy Weather speelt, net als de Nicholas Brothers en Jeni LeGon.
In dit nummer danst Astaire met geheel zwart geschminkt gezicht met drie van zijn eigen, levensgroot achter hem opdoemende schaduwen. Je kunt vallen over die blackface maar je kunt ook betogen dat de schaduwen die Astaire achtervolgen manifestaties zijn van de door blanken toegeëigende zwarte dansvormen (vooral tap). Zelfs als witte dansers als Astaire of Kelly dansen, voel je de zwarte origine van hun danspassen. Dit ontkennen, onderdrukken of wegstoppen is gedoemd tot mislukken. Astaire’s ‘schaduw’ (Bill Robinson) zit altijd aan hem vast.
Nu discussies over culturele toe-eigening weer aan de orde van de dag zijn, zoals onlangs de ophef over Lionel Shriver die als blanke schrijfster een zwart personage opvoerde, laat Zadie Smith zien dat die toe-eigening al heel lang gaande is. Zodra de vertelster ‘read about steps passed down over centuries, through generations’ rent ze naar Tracey om haar kennis te delen. Traceys vermogen een split te doen komt van haar vader, die het weer heeft van Michael Jackson, Prince of James Brown, en zij hebben het weer van de Nicholas Brothers, the originals. In Swing Time laat Zadie Smith deze broers en andere zwarte originals uit de schaduwen van de geschiedenis treden, wat hoop biedt voor de vertelster: ooit zal zij een naam hebben.

Swing Time  | Zadie Smith | 2016, Hamish Hamilton  | 453 blz | €17,95 | De Nederlandse vertaling verscheen bij Prometheus