Pascale Ferran over Lady Chatterly

Seks als Japanse dans

Pascale Ferran (foto Michael Kappler)

Voor haar versie Lady Chatterley greep de Franse regisseuse Pascale Ferran terug op de tweede versie die D.H. Lawrence van zijn latere schandaalroman schreef, die minder theoretisch en meer op de ervaringswerkelijkheid van de personages is gericht. "Bij Lawrence is de natuur oorspronkelijk en puur, het tegenovergestelde van de cultuur en de geïndustrialiseerde wereld. Daar ben ik het niet mee eens."

Waarom wilde u D.H. Lawrence’s beroemde roman Lady Chatterley verfilmen? "Mijn enthousiasme voor Lady Chatterley kwam in eerste instantie voort uit het feit dat ik het een zeer modern boek vond. Ik durfde het echter niet aan om het te verfilmen. En dan bedoel ik de derde versie die Lawrence van het verhaal heeft geschreven, Lady Chatterley’s Lover. Die beschouwde hij zelf als de definitieve. In die versie zijn Constance Chatterley en de jachtopziener voortdurende geneigd om over hun liefde te theoretiseren. Alsof Lawrence zijn eigen theorieën en gedachten over het onderwerp aan de personages heeft willen opleggen."

Is dat theoretiseren wat de roman voor u modern maakte? "Nee, helemaal niet. In het nawoord van Lady Chatterley’s Lover las ik dat Lawrence zijn boek drie keer heeft geschreven – en dan bedoel ik drie keer helemaal overnieuw, van begin tot einde. Zo kwam ik op het spoor van de tweede versie: John Thomas and Lady Jane. Op dit verhaal werd ik weer overnieuw verliefd. Hij is minder praatziek, minder programmatisch. In plaats daarvan wordt het verhaal voortgedreven door de ervaringswerkelijkheid van de personages. Hun ervaringen zijn bepalend voor wie zij zijn."

U blijft in uw film trouw aan de tijd en de plaats van de oorspronkelijke roman. Desondanks heeft Lady Chatterley weinig van een traditionele kostuumfilm. Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen? "Dat weet ik eigenlijk niet. Ik heb me vooral geconcentreerd op wat me aanvankelijk enthousiast maakte, namelijk de ontwikkeling van de personages en hun lijden. Misschien spreken die wel zo sterk tot ons, juist omdat de film zich niet in het heden afspeelt."

Kunt u dat uitleggen? "Juist door de afstand in tijd en ruimte is het mogelijk om het innerlijk van de toeschouwers te bereiken."

Een filmpubliek beroeren zonder voor de hand liggende dramatische effecten, zonder het als het ware te overweldigen met grote filmische manoeuvres, dat is tamelijk zeldzaam. Hoe heeft u dat bereikt? "Als daar een eenvoudig antwoord op zou bestaan, dan zouden er wel meer goede films worden gemaakt. Het is vooral een heel lang proces. Het gaat erom in elk stadium van het productieproces, van het uitkiezen van de kostuums, tot de spelregie en de mise-en-scène – zo diep als mogelijk door te dringen in de gedachtewereld van de karakters. Neem bijvoorbeeld Constances kostuums. Die weerspiegelen de veranderingen die zij doormaakt."

Constance draagt in het begin van de film stijve, hooggesloten kleding. Later worden de stoffen zachter, soepeler. "Precies. In het begin getuigen de kostuums van haar scherpte. Na verloop van tijd wordt ze opener, dan worden ook haar decolletés dieper. De jaren twintig van de vorige eeuw waren een overgangstijd en dat zie je ook in de kostuums terug. Aanvankelijk zijn ze nog Victoriaans en streng, later weerspiegelen ze iets van de dwaze geest van de roaring twenties."

Hoe zou u de manier beschrijven waarop u de natuur in beeld heeft gebracht? "Sinds een aantal jaren ben ik een verwoed tuinierster. Ik had echt zin om de natuur te filmen. In het boek is de natuur zo overweldigend aanwezig, dat de verhouding van de personages tot de natuur, tot hun eigen natuur steeds een heel primaire relatie is. De natuur duldt geen tegenspraak. In de herfst is het de melancholie, in de winter de dood, de depressie, in het voorjaar wacht alles op het nieuwe leven. De natuur begeleidt de protagonisten als het ware bij hun metamorfose."

Toch krijg je niet het gevoel dat de natuur voor u een metaforische rol speelt. U heeft de natuur heel concreet en precies gefilmd. "Ja, dat klopt. Ik denk niet in metaforen. Het gaat mij altijd om het onderwerp zelf. Bij Lawrence is de natuur oorspronkelijk en puur, het tegenovergestelde van cultuur en de geïndustrialiseerde wereld. Daar ben ik het niet mee eens. Er bestaat niet zoiets als een oernatuur. Dat is gevaarlijke ideologie. Ik hou van de natuur, maar als een vorm van cultuur, als een deel van de mens."

In de figuur van de jachtopziener wordt dat plastisch weergegeven. Hij geeft de natuur (letterlijk) gestalte, in de manier waarop hij kippen en fazanten fokt, en in zoverre hij het bos en het park onderhoudt. U volgt zijn werkzaamheden met wakkere blik – is dat om ons op het culturele aspect van de natuur te attenderen? "Beslist! In mijn film is de natuur steeds verbonden met datgene wat de mens met haar doet."

Ik heb wel eens regisseurs zeer stellig horen beweren dat het eigenlijk onmogelijk is om echte seksscènes te filmen. Wat zou u daartegen in willen brengen? "Ik weet niet in wat voor context ze dat hebben gezegd. Het zou me plezier doen als dat soort regisseurs mijn film zouden gaan bekijken, om ze te laten zien dat het wel kan. Maar wat zouden ze bedoelen, als ze zeggen dat je seks eigenlijk niet filmen kan?"

Dat je het hele complex van emotie en zintuiglijkheid niet op het platte vlak kan verbeelden. "Ik heb in alle bescheidenheid geprobeerd daar toch iets van over te brengen. Het is waar. In het algemeen gaat de filmkunst niet goed om met seks als onderwerp. Men beperkt zich tot twee verschijningsvormen. Bij de ene, de traditionele, wordt het licht gedempt, de romantische muziek aangezet en wordt er vooral tijdig weggesneden. De toeschouwer wordt zo uit de scène buitengesloten. Hem wordt alleen duidelijk gemaakt: kijk, het stel slaapt nu met elkaar.
"De hedendaagse manier doet het tegenovergestelde. Je ziet hoe de personages elkaar als het ware de kleren van het lijf scheuren en over elkaar heen buitelen alsof ze dieren zijn. Geen van beide varianten spreekt me aan. Laat staan dat ik ze herkenbaar of realistisch vind. De werkelijkheid is veel interessanter. Natuurlijk is het gecompliceerd. Ten slotte gaat het om momenten, die vervult zijn van aanrakingen, gevoelens en gedachtestromen. Ik heb geprobeerd te bewerkstelligen dat de toeschouwer zich met de personages identificeert – ook in de seksscènes.
"Daarnaast zegt elke seksscène – er zitten er in totaal zes in de film – ook iets over de ontwikkeling van de karakters. Er is een verschil of je de eerste of de derde keer met iemand naar bed gaat. Het is het gevolg van zeer nauwkeurige spelregie van de acteurs dat zulke verschillen zichtbaar zijn geworden."

Hoe heeft u de acteurs zover gekregen dat zij deze scène konden spelen? "We hebben ons terdege voorbereid. Van meet af aan waren we het erover eens dat je deze zes scènes niet spontaan zou kunnen spelen. We hebben een week lang met z’n drieën gerepeteerd. In de ochtenden hebben Marina Hands en Jean-Louis Coullo’ch met een Butoh-danser gewerkt om zich de diverse toenaderingsbewegingen van deze Japanse dans aan te leren. Ze hebben gespeeld dat ze dieren waren, zodat ze zichzelf en de ander lichamelijk konden leren kennen. Zo kregen ze het vertrouwen om de ander te benaderen en aan te raken."


Dit interview verscheen ter gelegenheid van de première van Lady Chatterley op de Berlinale van 2007 eerder in de Duitse krant Die Tageszeitung.