Matthias Schoenaerts over zijn rol in De rouille et d’os

Romantisch met weerhaken

Als een speer gaat de Belgische acteur Matthias Schoenaerts. Eerst was er Rundskop en nu speelt hij in Jacques Audiards De rouille et d’os, "een liefdes­geschiedenis over mensen die klop krijgen van het leven".

Acteur Matthias Schoenaerts (1977) is in Nederland bijna net zo bekend als in thuisland Vlaanderen. Zijn grote doorbraakfilm was natuurlijk het voor een Oscar genomineerde Rundskop, maar hij speelde ook mee in films als De president en De bende van Oss. Toen werd hij ontdekt door Jacques Audiard (Un prophète). En spraken we hem opeens in het penthouse van een sjieke galerie in Cannes over De rouille et d’os: "Een liefdesgeschiedenis over mensen die klop krijgen van het leven."

Toch is de film ondanks z’n sociale setting in een arbeidersmilieu geen sociaal drama. "Audiard wilde een sociaal-realistisch gevoel teweegbrengen zonder er een sociaal drama van te maken."

Sterker nog, het is soms heel gestileerd gefilmd. Impressionistisch. Hebben jullie het tijdens de voorbereiding gehad over die stijl en hoe je daarin moet acteren, en over de backstory van jouw personage Ali, die helemaal uit de film is weggelaten? "Jacques is een permanente storm in het hoofd. En ik heb ook een beetje die natuur. Dus we blijven zoeken. Natuurlijk hebben we veel gesproken. Wie is Ali? Wat is de verhouding met zijn zoontje? En met zijn zus? Hoe krijgen we dat het rijkst en het gevoeligst en zo oprecht mogelijk? Maar dan kom je op de set en komen er weer zoveel elementen bij dat je daarin weer moet meegaan en leven brengen in het moment zelf.
"Voor Jacques is het scenario op zich dode materie. Het is iets wat we met z’n allen tot leven moeten brengen. En dan wil hij tijdens het draaien ook nog dingen kunnen veranderen, anders vindt ie het niet boeiend."

En als er dan dingen gebeuren op de set, geeft hij daar dan feedback op? "Hij intellectualiseert heel weinig op de set. Maar als hij blij is, dan brult ie tijdens de takes [gooit armen in de lucht]: ‘Jaaa! Fok, shit, ja! Ouais, c’est ça putain! Merde!‘ En als hij ongelukkig is, is het hetzelfde, maar dan met andere woorden."

Is er een voorbeeld van een scène waar zo’n magisch moment is geweest? "We hebben er veel gehad hoor. Allez, magisch moment – ik wil het niet zo mystificeren. Maar bijvoorbeeld die scène met Ali en Stéphanie op het terras, waarin ze praten over seksualiteit en relaties en dat soort dingen. Waarin hij voorstelt om te vrijen. Dat was zo’n moment. Omdat zo’n scène heel snel banaal of ordinair kan worden. Maar alles zat erin. Het was aandoenlijk, en tegelijkertijd helemaal misplaatst en het had ook nog iets waardoor je zou snappen als ze toch ja zegt."

Het zegt heel veel over Ali, hoe hij dat doet. "Ja, en ook de onschuld waarmee hij dat doet. Er zit geen perversiteit in. Hij is niet berekenend. Het is echt bijna een kind. Het heeft iets heel ontwapenends. Hij is de borden aan het inruimen en vraagt dan heel terloops of ze seks zullen hebben. Dat is mooi omdat het plots is en fragiel. Eigenlijk is het een, hoe zal ik zeggen, een aveu d’amour, hoe zeg je dat?"

Een liefdesver… "…verklaring! Maar een compleet eigenaardige liefdesverklaring, maar het heeft iets, zo’n non-moment, in de keuken, met die borden. En tegelijkertijd zie je, dat kan wel echt een koppel zijn."

Dus is het meer een liefdesgeschiedenis dan een verhaal over mensen die klop krijgen van het leven? "Nee, het is een liefdesverhouding tussen mensen die klop krijgen van het leven, haha! Ja. Maar het is ook: de liefde die doet overleven. Daar gaat het voor mij ook om."

Dus het is uiteindelijk een romantisch verhaal? "Ja, absoluut. Op zijn Jacques Audiards, met een paar scherpe weerhaken."


Met dank aan KEES Driessen.