De Bende van Oss

Misdaadglamour is ver te zoeken

  • Datum 22-09-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films De bende van Oss
  • Regie
    André van Duren
    Te zien vanaf
    29-09-2011
    Land
    Nederland, 2011
  • Deel dit artikel

Zonder nostalgie een Nederlandse film over de jaren dertig? Het kan, bewijst het rauwe De Bende van Oss, openingsfilm van het Nederlands Film Festival, met Sylvia Hoeks in haar beste rol.

O, wat was het vroeger knus in Nederland. Geluk was toen nog heel gewoon, zongen Kees van Kooten en Wim de Bie al in 1972. Weliswaar huilde in 1948 ‘de wind om het huis’ (de titel van het liedje), maar binnen stond de kolenkit paraat. En gezelligheid kende nauwelijks tijd bij waxinelichtjes van Verkade. Zelfs de dood kon niet op tegen zoveel menselijke warmte, want Nederland was groot, maar niemand ging nog dood. Dat het liedje over de gekleurde herinneringen van een kind ging, werd in de loop der jaren vergeten. Steeds meer mensen leken te geloven dat het liedje de werkelijkheid weergaf.
Dat nostalgie een groeimarkt was, ontdekten ook filmmakers. Het leverde een reeks familiefilms op met rood aangelopen veldwachters, die achter jongetjes aanrennen die een appel hebben gestolen. Dat de achtervolging altijd in een sloot eindigt is een van de mysteries in deze films. Ook ontbreekt nooit het moment dat een brommende burgemeester, zware ambtsketting om zijn nek, de verhitte gemoederen kalmeert: beloof dat je nooit meer een appel zult stelen en nu ingerukt mars! Films over Kruimeltje, Pietje Bell, de Kameleon en Sinterklaas: Nederland leek één groot openluchtmuseum. Onschuldige nostalgie? Onder de oppervlakte school het verlangen naar een blank Nederland. Godzijdank lijkt de regressieve stroming over zijn hoogtepunt. Johan Nijenhuis’ in de jaren dertig spelende Sinterklaasfilm Bennie Stout, waarin uiteraard een veldwachter in de sloot belandt, lijkt een laatste stuiptrekking.

Gelukszoeker
Met André van Durens De Bende van Oss, waarbij de kreet ‘gebaseerd op een ware geschiedenis’ nu eens geen onzin is, is er eindelijk een film die het Swiebertje en Bromsnorbeeld van de jaren dertig van tafel veegt. Niks schoongepoetste straatjes, gezellige koekenbakkers en knusse armoede, maar smerige fabrieken en duistere cafés, waarin gewetenloze types met harde hand duidelijk maken wie het voor het zeggen hebben. In de jaren dertig heeft de misdaad in Oss maffiatrekken: criminelen dagen openlijk het gezag uit, niemand durft uit angst voor represailles zijn mond open te doen en misdaden worden steeds wreder en gewelddadiger.
We kijken ernaar door de ogen van een als hoer bijklussende caféhoudster, die evenzeer een slachtoffer is van de sociale omstandigheden als een bikkelharde opportunistische gelukszoeker (Sylvia Hoeks in haar beste rol). De mannen die haar café bevolken zijn geen toffe jongens, maar ruige kerels, die even makkelijk een mes trekken als een sigaret opsteken. Dat merkt ook de uit Holland afkomstige marechaussee in een poging om de orde te herstellen. Misdaadglamour is hier ver te zoeken.
Wie het in het kader van de film gepubliceerde boek De Bende van Oss: sabel tegen mes (van de historici Leo Hoeks en Gerard Rooijakkers) leest, kan de voor een Nederlandse historische film verrassende conclusie trekken dat De Bende van Oss dicht bij de werkelijkheid is gebleven. Historische feiten zijn verdicht, maar van romantisering is geen sprake. De film schetst niet alleen een rauw beeld van de onderklasse, maar ontziet ook de corrupte elite niet. Een katholieke pastoor en een joodse fabrieksdirecteur verschillen in religie, maar niet in seksueel misbruik. Niet alleen de kolenkit stond voor fabrieksmeisjes paraat in de jaren dertig. Dat de affaire-Oss uitgroeit tot een landelijk politiek schandaal, waarover het vierde kabinet Colijn struikelt, is het fascinerende slot van de inhoudrijkste Nederlandse misdaadfilm aller tijden. Het is een misdaad om hem niet te gaan zien.

Jos van der Burg