Bridge of Spies

Snotverkouden spion

Onderhoudende spionagefilm met een scenario van Joel en Ethan Coen. Spielberg geeft je zelfs met een verhaal over de Koude Oorlog nog een warm gevoel.

Dat de Russen op 1 mei 1960 een Amerikaans U2-spionagevliegtuig neerschoten boven Russisch grondgebied, is algemeen bekend. De arrestatie en het showproces tegen piloot Gary Powers haalden alle voorpagina’s. Minder bekend is dat Powers in 1962 vrij­kwam omdat hij kon worden uitgeruild tegen een Russische spion. KGB-agent Rudolf Abel werd vijf jaar eerder aangehouden in New York. Nóg minder bekend en het fascinerende onderwerp van Bridge of Spies, is de rol die Abels advocaat James Donovan speelde in de spionnenruil op de Berlijnse Glie­nicke­brug.

De beroemde ‘bridge of spies’ figureerde prominent in de finale van John le Carrés spionageroman Smiley’s People en de daarop gebaseerde BBC-serie met Alec Guinness. Het is de plek waar George Smiley de Rus­sische meesterspion Karla schaakmat zet – en zich vervolgens afvraagt of hun ‘geheime oorlog’ eigenlijk wel winnaars kent.

Voor dergelijke intriges en politiek pessimisme moet je natuurlijk niet bij Spielberg zijn. Hij gebruikt Oost-Berlijn als decor van de lichtelijk absurde, en ontegenzeggelijk meeslepende avonturen van James Donovan: een gewone Amerikaan die vasthoudt aan zijn Amerikaanse rechtvaardigheidsgevoel en daardoor tot iets buitengewoons in staat is.

Dat die oertraditionele opzet van Bridge of Spies niet sleets aanvoelt, is in de eerste plaats te danken aan Joel en Ethan Coen, die het scenario van veel humor voorzagen. Een van de formele aanklachten tegen Abel luidt dat hij als agent van een buitenlandse mogendheid opereerde zonder daarvan de Secretary of State op de hoogte te hebben gebracht. “Do many foreign agents register?“, informeert de spion fijntjes wanneer Dono­van hem dat in de gevangenis vertelt. De advocaat, die het zelfs thuis niet kan laten te discussiëren over termen en definities, glimlacht. Een vriendschap is geboren, die Dono­van uiteindelijk dus naar een besneeuwd Oost-Berlijn zal voeren om daar – ook al zo’n typische Coen-grap – snotverkouden en zonder jas (…heel verhaal) met de hoogste KGB-man te onderhandelen over de spionnenruil.

Hoofdrolspeler Tom Hanks (hij acteerde driemaal eerder voor Spielberg) is uitstekend. De film valt in twee delen uiteen – het proces tegen Abel in Amerika en de gevangenenruil in Berlijn – maar de acteur is op elk moment geloofwaardig. In zijn twijfel: wanneer hem gevraagd wordt de verdediging op zich te nemen van een door iedereen gehate Russische spion. In zijn verontwaardiging: wanneer blijkt dat zelfs de rechter zijn cliënt bij voorbaat schuldig acht. Én in zijn koppige optreden in Berlijn waar hij behendig manoeuvreren moet tussen KGB, Stasi en CIA.

Vaste cameraman Janusz Kaminski (Schindler’s List) levert mooi, soms expressionistisch camerawerk. Spielberg is een visuele, en vooral vloeiende verteller die hier gelukkig niet al te sentimenteel of nationa­lis­­tisch wordt. Inhoudelijk is zijn visie op grote historische gebeurtenissen zelden opmerkelijk (The Color Purple, Saving Private Ryan, zelfs Schindler’s List) al kreeg zijn laatste film, Lincoln, drie jaar na de verkiezing van Barack Obama, wat meer urgentie. Wat Bridge of Spies over de Koude Oorlog te zeggen heeft is oppervlakkig en allang gemeengoed, maar Donovan – de man overleed in 1970 – is beslist een prachtig portret. Ondanks, of juist dankzij Hanks’ hoekige loopje, ongelukkige blik en sarcasme, een echte stand up guy. Hoe hij dan zijn jas verloor in Oost-Berlijn? ‘You know… spy stuff.