In-Soo Radstake over Indië verloren…

'Nederland heeft heel bewust de publieke opinie bespeeld'

In-Soo Radstake. Foto: André Bakker

Framing, propaganda, fake news: de Nederlandse strategie om de oorlog in voormalig Nederlands-Indië te verkopen was gehaaid. In-Soo Radstake’s documentaire opent een nieuw hoofdstuk in het denken hierover. “De manier waarop er in overheidsdocumenten werd gecommuniceerd over ‘die bruintjes daar’ zegt alles.”

In Nederland leven en werken zo’n anderhalf miljoen mensen die directe of indirecte banden hebben met voormalig Nederlands-Indië. Reden voor de Nederlandse staat om de afgelopen acht (!) decennia heel voorzichtig met dit onderwerp om te springen, bijvoorbeeld als het gaat over herstelbetalingen.

Maar dat is niet alles: over de laatste jaren van de Nederlandse koloniale bezetting is een regelrechte propagandaoorlog door Nederland gevoerd, zie je in In-Soo Radstake’s urgente (en jawel: spannende en vlotte) documentaire Indië verloren… (met als internationale titel Selling a Colonial War). Die trouwens ook uitstekend geschikt is voor een jonger publiek.

Ik heb lang gedacht – en dat was waarschijnlijk precies de reden voor jou om deze documentaire te maken – dat alles al wel is gezegd. Als je jouw film ziet, besef je dat er nog maar heel weinig is gezegd. “Dat drong ook tot mij door toen ik research voor de film deed. Er is veel over gepubliceerd, talloze reportages op tv. Al tachtig jaar eigenlijk. Maar veel documentaires en nieuwsprogramma’s die ik heb gekeken, zijn eigenlijk niet goed te begrijpen als je geen voorkennis hebt. Ik miste context. Wat ik allemaal tegenkwam, was erg spannend. Maar een deel van die spanning zit juist in de context. Als je die niet kent, besef je niet goed wat er allemaal is gebeurd en wat er op het spel stond.”

Je vraagt in de film aan historici: hoe heeft Nederland dit ooit kunnen doen? Praktisch, niet moreel, bedoel ik. Een van hen zegt dan: als je driehonderdvijftig jaar Nederlands kolonialisme wil meenemen, heb je een heel nieuw project nodig. “Toen ik hiermee begon, wist ik net zoveel als ieder ander. Op school had ik een en ander gehad: over de ‘politionele acties’, dat er een cultuurstelsel was waar mensen niet blij mee waren. Maar dat was het wel. Tijdens het onderzoek moest ik mezelf bevrijden van mijn eigen frames. Inzien dat die twee ‘politionele acties’ niet twee acties waren, maar één oorlog die vier jaar onafgebroken duurde. En dat de hele wereld zich ermee bemoeide, tot in de VN Veiligheidsraad. Dat het dus helemaal geen Nederlandse ‘binnenlandse’ kwestie was, zoals politici hier graag deden voorkomen.”
“Toen dacht ik: hoe heeft iedereen dit decennialang kunnen laten liggen? Journalisten, de oppositie, wetenschappers. Dat heeft natuurlijk alles te maken met een bestuurscultuur die wil verzwijgen en met het superioriteitsdenken uit die tijd. Ga maar eens naar het Nationaal Archief en vraag een willekeurige map uit die tijd op. De manier waarop er in documenten werd gecommuniceerd over ‘die bruintjes daar’ zegt alles. En het voortdurende ‘Ja, maar, we hebben ook goeie dingen gedaan.’ Weet je? I don’t buy it. Zulke uitspraken dienen natuurlijk primair om te rechtvaardigen wat Nederland daar aan het doen was.”

De voice-overs in reportages uit die tijd die je laat horen, zijn soms echt wanstaltig. “Ja, die teksten! Dat in een reportage wordt verteld dat er een hospik meegaat met de Nederlandse militairen om ze te verplegen als ze gewond raken, omdat ‘we zuinig moeten zijn op andermans kindertjes’.”

Tenzij die ‘andermans kindertjes’ niet uit Nederland kwamen. Surreëel. “In Nederland gaat het uiteindelijk altijd over geld. Dat is de enige drijfveer. Dat is de reden dat het zo lang duurde voordat er excuses kwamen: omdat men bang was dat er een schadevergoeding aan zou worden verbonden.”

Voormalig buitenlandminister Ben Bot zegt in de film: “We kunnen het niet opbrengen.” Dat klinkt redelijk toch? “‘Groningen’ kunnen we ook opbrengen, toch? Maar ik snap Bots analyse wel. Herstelbetalingen zijn een lastig vraagstuk, omdat de mensen die dat moeten opbrengen, de mensen zijn die nu leven. En toekomstige generaties. Dan is de vraag: zijn zij verantwoordelijk voor iets wat in het verleden is gebeurd? Waarschijnlijk vinden de meeste mensen van niet. Hier speelt natuurlijk ook de angst voor precedentwerking mee: hoe zit het dan met de andere conflicten waarin Nederland zich sindsdien heeft begeven? En hoe ver ga je terug met herstelbetalingen?”

Heb je ook geprobeerd politici te spreken die wel in functie zijn? “Ik vond dat niet nodig. Alle mensen die in de film zitten, zijn onafhankelijk. Ze konden vrij spreken. Ik heb gezocht naar mensen die gepassioneerd zijn over het onderwerp en hun mond durfden open te doen.”

Het is geen gemis. Ik moest eraan denken omdat het duidelijk is dat nog zoveel vragen onbeantwoord zijn. Je noemt in de film twee onderzoeken die in opdracht van de Nederlandse overheid zijn uitgevoerd, die “in een lade en in een nog diepere lade” zijn verdwenen. “Mja, uiteindelijk is het toch een verloren oorlog. Dat is niet iets waar men trots op was. Met een van de onderzoekers heb ik gesproken over wat het dominante narratief is in Nederland. Als je het hebt over de Tweede Wereldoorlog en Anne Frank bijvoorbeeld. Anne Frank was niet eens Nederlands. Ze is als het ware gekaapt door Nederland om te kunnen laten zien: ‘Kijk, wij zijn slachtoffers en die stomme Duitsers zijn de daders.’ Dat is het narratief geworden. Een dankbaar narratief, waar iedereen in mee kan gaan. Toen oorlogsslachtoffers uit voormalig Nederlands-Indië na de Tweede Wereldoorlog in Nederland aankwamen, zegt schrijver-journalist Griselda Molemans in de film, was het zo van: ‘Jullie hebben tijdens de oorlog lekker in de zon kunnen zitten. Wij hebben het hier pas echt erg gehad.’ Die gedachte is een cliché dat tot op de dag van vandaag in de hoofden van mensen zit.”

In de film wordt duidelijk dat Nederlandse media decennialang gefaald hebben om het echte verhaal naar boven te halen, enkele uitzonderingen daargelaten. Is dat nog steeds zo? “Dat vind ik wel. Kijk bijvoorbeeld naar waar reportages over gaan, als er al over wordt gepubliceerd of een programma over wordt gemaakt. Het zijn óf de boze veteranen óf het zijn slachtoffers van de Japanse bezetting. Zelden of nooit wordt gekeken naar de rol van Nederland zelf. Er zit een scène in de film waarin Ben Bot vertelt over een onderonsje met Balkenende en Zalm over herstelbetalingen. Omdat er mensen aanklopten die zeiden: ‘Wij hebben al onze eigendommen moeten achterlaten, we hebben drie jaar in een jappenkamp gezeten en jullie hebben als enige land ter wereld je personeel niet doorbetaald tijdens de Tweede Wereldoorlog. Waar is ons geld?’ Bot zegt dan: ‘We hebben dat zitten berekenen en we kwamen tot een catastrofaal bedrag à honderd miljard.’ Ik begrijp dus werkelijk niet waarom er geen serieuze journalist in Nederland is geweest die hier achteraan is gegaan. Want klopt dit wel? Dit gaat ongeveer anderhalf miljoen mensen in Nederland aan, het debat is al decennialang gaande, maar niemand zoekt het uit. Dat verbaast mij. Die blinde vlek is nooit verdwenen.”

Of ziet men het als iets van vroeger? “Ik merk aan de aandacht in de media die er tot nu toe is geweest en ook in sommige nagesprekken na vertoningen, dat men het als onderdeel ziet van het bredere dekolonisatiedebat. Dat snap ik wel, maar is nooit mijn insteek geweest. Waar het mij om ging was: framing, propaganda, fake news. Dat Nederland toen heel bewust een strategie heeft gekozen om de publieke opinie over het conflict te bespelen. Dat is dus eigenlijk heel actueel. Dan zou je toch denken dat serieuze Nederlandse media als Trouw of de Volkskrant naar zichzelf gaan kijken: welke rol hebben wij gespeeld in de verslaggeving van het conflict?”