The Zone of Interest

Achter de muur de moordmachine

The Zone of Interest

In zijn tweede meesterwerk in tien jaar tijd verbeeldt Jonathan Glazer de Holocaust zoals nog nooit eerder is gedaan. Het resultaat is verplicht educatiemateriaal voor de 21ste eeuw.

Op 19 mei 2023 ging de nieuwe film van Jonathan Glazer in première op het filmfestival van Cannes en op precies diezelfde dag overleed Martin Amis, de schrijver van het boek waarop de film gebaseerd is. We kunnen dus gerust stellen dat hij de film zoals die zich nu aan ons voordoet nooit gezien heeft. Als hij die wel had gezien, zou hij er niets van zijn eigen verhaal in herkennen, want Glazer heeft alleen de titel overgenomen, The Zone of Interest. Voor de rest is alles anders. En hoe.

Eerst iets over die titel. Het boek is in het Nederlands vertaald onder de suffe titel Het interessegebied. Die titel zal na de uitbreng van de film veranderd moeten worden. Niet alleen laat Glazer hier meedogenloos zien dat een zone veel meer kan zijn dan een gebied: het kan ook een territorium zijn, een strook land, een huiselijke idylle. Hij laat vooral zien hoe een burgerlijk gezin uit nazi-Duitsland in hun eigen belang pal naast de grootste menselijke vernietigingsmachine uit de geschiedenis kan wonen. En niet omdat ze er interesse in hebben. Of het überhaupt interessant vinden.

Iedereen die Glazers vorige film zag, het magistrale Under the Skin (2013), weet dat je de man wel om een boodschap kan sturen als het gaat om het creëren van een filmische zone. Die hele film speelt zich immers ook in een zone af: Scarlett Johansson in een busje, door ruig, onbestemd Schotland, de abstracte beeldtaal, het verdwijnen van de mannen in het zwart, de vervreemding en vooral… de soundtrack. Het is een film op zich, de soundscape van Mica Levi, die de algehele sfeer van de film bepaalt, die het zo unheimisch maakt.

Nu doet Glazer hetzelfde met de Holocaust. Maar in tegenstelling tot de woeste natuur, de regenbuien, het donkere van de bergen en de smoezeligheid van Under the Skin, baadt in deze Zone alles in een smetteloos wit licht. Strakke kaders. Rust. Regelmaat. Reinheid.

Maar eerst is er weer de soundtrack. Een kleine twee minuten laat Glazer in het begin de film op zwart staan, om zo alle aandacht te sturen naar opnieuw Mica Levi. Een symfonie waarin we van hard klinkend metaal naar fluitende vogeltjes gaan. De hele filmervaring die nog gaat komen gevat in geluid. Hel en hemel, pal naast elkaar.

Achtergrond wordt voorgrond. Beeld en geluid. Als twee golven lopen ze, met elkaar interfererend, door de hele Zone. Het beeld: de setting die nog nooit op het witte doek te zien is geweest. Het privéhuis van de baas van Auschwitz, Rudolf Höss, zijn vrouw en zijn vijf kinderen. Gewoon, alsof er niets aan de hand is. Op de achtergrond zien we af en toe een muur, of een wachttoren, maar dichter bij de moordmachine zullen we nooit komen. Alleen op de soundtrack hoor je af en toe gegil, geblaf van honden, paniek, maar tegelijkertijd zien we hoe de kinderen vermaakt worden met de nieuwe glijbaan voor het zwembad.

Menselijke as
Dit contrast is zo sterk, dat de ervaring van de Zone je nog weken bij zal blijven. Er is te veel om op te noemen, want bijna elke scène is uniek, omdat die je de absurde tegenstrijdigheid van wat je ziet en wat je hoort laat ervaren zoals nog nooit eerder is gedaan. Zoveel details… De achtergrond die doorwerkt in de voorgrond. Laarzen die schoongemaakt worden, de menselijke as die uitgestrooid wordt voor al die prachtige bloemen in de tuin, de vreemde kinderspelletjes, het bot in de rivier.

Christian Friedel als Höss is een zwijgende griezel (zoals hij een sigaar rookt met een schoorsteen op de achtergrond), maar hij was ook al de schoolmeester in Michael Haneke’s Das weisse Band (2009) en dat blijkt een uitstekende referentie. Sandra Hüller als zijn vrouw Hedwig is doodeng. Zoals ze zich voortbeweegt, als vrouw des huizes zonder enige klasse. Ploertig, lomp, onbehouwen, met brede armgebaren en op platte zolen. Niet bepaald een vrouw die in die tijd onder normale omstandigheden een bontjas droeg.

Schindler’s List (1993) kan definitief de prullenbak in. Die ging, zoals Stanley Kubrick terecht opmerkte, niet over zes miljoen slachtoffers, maar over zeshonderd overlevenden. Nu de generatie ooggetuigen is uitgestorven, is het tijd voor The Zone of Interest. Om de machine in de bek te kijken.

Samen met Son of Saul (2015) van Lázló Nemes – die juist wel over die muur kijkt – zou Glazers film vanaf nu verplichte Holocaust-educatie moeten zijn.