IDFA 2023: Peter Greenaway over cinema
'Zijn alle films niet gewoon mockumentaries?'
Duizendpoot Peter Greenaway krijgt op IDFA de Lifetime Achievement Award en een retrospectief. De Brit, intussen 81, blijkt onverminderd enthousiast en kritisch op cinema als kunstvorm. “Je moet op zoek gaan naar spanning, naar mensen die veel te bieden hebben.”
Peter Greenaway maakte in de jaren tachtig furore met bitterzoete, prikkelende, visuele cinema. Met films als A Zed and Two Noughts (1985) liet de in Wales geboren en in Londen getogen Brit zien wars te zijn van conventionele cinema. Greenaway beschouwt zichzelf van meet af aan als een schilder die visuele, barokke cinema bedrijft met erudiete personages die hij op Brechtiaanse wijze aanstuurt.
Plot speelt in zijn werk een overduidelijk inferieure rol. Greenaway is een voorvechter van non-narratieve cinema en hangt zijn films graag op aan systemen. Zie bijvoorbeeld Drowning by Numbers (1988), waarin een telsysteem (cijfers verschijnen in beeld) de kijker door de taferelen gidst.
In de jaren negentig werden Greenaways films (zie The Baby of Mâcon, 1993; The Pillow Book, 1996) misschien wel nog eigenzinniger en abstracter. Tegelijkertijd ontpopte hij zich tot operamaker met onder meer The Death of a Composer: Rosa, a Horse Drama (1999). Voor deze opera werkte hij samen met Saskia Boddeke, zijn huidige levenspartner. Zij vereeuwigde Greenaway in 2017 in de documentaire The Greenaway Alphabet. Daarin vertelt de multidisciplinaire kunstenaar dat hij na zijn tachtigste verjaardag graag wil sterven. Want, zo verkondigt hij, er zijn maar weinig kunstenaars die op hoge(re) leeftijd nog iets noemenswaardig maken.
Maar Greenaway is intussen 81 jaar oud en barst nog van de ideeën. Zo is hij bezig met de voorbereidingen voor de film Lucca mortis, over een Amerikaan die in de herfst van zijn leven afreist naar Italië om zijn roots te onderzoeken. Ook maakte Greenaway de laatste jaren talloze kunstinstallaties waarbij hij beelden projecteerde op meesterwerken uit de kunstgeschiedenis (zoals De nachtwacht).
Teleurstelling
In de tuinen van het Rijksmuseum pleit Greenaway, uitgedost in een blauw pak met krijtstrepen, voor een meer schilderkundige aanpak in de filmwereld. De kunstenaar stoort zich aan het feit dat bij de meeste filmproducties het script nog steeds leidend is. “De grammatica van filmmaken is ongewijzigd gebleven. We hebben last van een schrijverssyndroom. Een filmproducent moet een script in zijn handen hebben voordat hij aan het werk kan.”
Toch acht Greenaway de kans klein dat er aan die prominente rol van het script binnenkort iets verandert. “Dat gaat nooit gebeuren. Ik denk dat mensen momenteel niet erg opgetogen of geïnteresseerd zijn in opvattingen over schilderkunst. Ik ben getraind als schilder, ik wilde nooit filmmaker worden. Maar nu ik 81 jaar oud ben, kijk ik toch nog steeds uit naar nieuwe filmprojecten. Maar ik wil wel non-narratieve cinema maken. Cinema is echter nog vrij jong, zeg 120 jaar oud. Misschien is het een beetje onbeleefd om te vragen om iets wat niet bestaat. Hoe dan ook vind ik cinema in zijn huidige staat een teleurstelling.”
Greenaway weet eigenlijk al decennialang wat hij wil. Zo valt in zijn films bijvoorbeeld het geprononceerde kleurgebruik op: zie bijvoorbeeld de felle kleuren uit The Cook, the Thief, His Wife and Her Lover. “Kleur is ondergewaardeerd in cinema”, haakt Greenaway in. “Vroeger wuifde men films als Les parapluies de Cherbourg [Jacques Demy, 1964] weg, kleurgebruik werd neergezet als frivool. Zwart-wit als serieus. Wat een idiotie.”
Als voorbeeld van wat Greenaway goede, enigszins non-narratieve cinema vindt, noemt hij al jaren L’année dernière à Marienbad (1961) van Alain Resnais. Een visueel en taalkundig overdonderend mystiek drama over een man die beweert dat hij een vrouw die hij leert kennen een jaar eerder al heeft ontmoet. Voor Resnais en andere filmmakers van de Nouvelle Vague was het script niet altijd van belang. Soms begon men gewoon te filmen en dat spreekt Greenaway aan. “In de vroege jaren tachtig bracht ik veel tijd door op het Engelse platteland. Als ik ’s ochtends naar buiten ging, dan wist ik nog niet wat ik ging filmen. Als ik in de avond terugkwam, dan was het in de montage puzzelen geblazen.”
Greenaway filmde met zijn 16mm-Bolex vooral natuur. “Een van mijn voorbeelden was Charles Darwin; evolutionaire wetenschappers waren belangrijk voor mij. Als ik dan de beelden compleet had, werd ik net als Darwin gedwongen om een structuur of systeem te vinden.”
Buitenbeentje
In de jaren negentig verhuist Greenaway naar Amsterdam, een stad vol grachten. De Brit, die tegenwoordig ook de trotse bezitter is van een Nederlands paspoort, staat bekend om zijn fascinatie voor water. Hij kan niet zwemmen en zijn grootste vrees is om te verdrinken. Momenteel werkt hij onder meer – Greenaway wedt steevast op meerdere paarden en heeft zo’n twintig à dertig scripts klaarliggen – aan een boek over Nederland. “Het is een roman die waarschuwt voor het water. Het zal geen dik boek zijn, ik heb niet lang meer te leven, hoe je het ook bekijkt. In het boek vraag ik me af of ik gecremeerd of begraven wil worden.”
De thematiek van de dood sijpelt door in Greenaways nieuwste filmproject Lucca Mortis, dat draait om een Amerikaanse schrijver op leeftijd die op zoek gaat naar zijn roots in Italië waar hij aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd geadopteerd. “De film gaat over hoe de media gefascineerd zijn door euthanasie en hoe je euthanasie legitiem kan maken door grenzen te verleggen. We zouden iets te zeggen moeten hebben over onze eigen dood.”
Lucca Mortis gaat ook over een outsider, een man die anders is dan anderen. Greenaway is op het moment van schrijven in gesprek met Dustin Hoffman voor de rol. De Brit, zelf een buitenbeentje, is al zijn hele leven geïnspireerd door outsiders. “Je moet op zoek gaan naar spanning, naar mensen die veel te bieden hebben. Dan kom ik trouwens wel weer vaak uit bij schilders.”
Hoe dan ook benadrukt de kunstenaar dat hij altijd films wil maken die een fysieke reactie bij de kijker opwekken. Greenaway vervolgt: “Mijn films zijn mediabewust, zelfreflectief, films over films over films. Het is erg belangrijk voor mij om het kunstmatige aspect van filmmaken te benadrukken.”
Voyeurisme
Als voorbeeld noemt Greenaway The Baby of Mâcon: “Aan het einde kijkt een publiek naar een publiek naar een publiek. En dit alles speelt zich af in een kerk, hoe kunstmatig wil je het krijgen?” De Brit kreeg destijds veel kritiek op deze film. Sommige filmjournalisten vonden hem misogyn, onder meer vanwege een brute verkrachtingsscène aan het einde. Maar Greenaway staat al vanaf het begin van zijn carrière bekend als onvervalste taboebreker, die films maakt over onderwerpen waarmee mensen liever niet geconfronteerd worden.
Door de jaren heen werden Greenaways films overladen met positieve en negatieve kritiek. Zo werd hij in sommige kringen weer neergezet als feminist. Greenaway haakt in: “Het meest krachtige personage in The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover werd gespeeld door Helen Mirren, die een vrouw speelt die de touwtjes in handen heeft. Maar ook in deze film zit een sterk seksueel element en zijn vrouwen vaak het slachtoffer. Maar in Drowning by Numbers zijn vrouwen juist de daders. Niettemin denk ik dat de wereld is veranderd.”
Greenaway constateert een nieuw soort puritanisme. “We ervaren gelijktijdig een genot en een afwijzing van dat genot.” Dat klinkt alsof we ons voyeurisme eigenlijk niet willen erkennen. Greenaway stelt: “Seks is een groot fenomeen in onze levens, of je nu een non bent of een seriemoordenaar. Je moet het op eigen risico vermijden, maar je moet ook een manier vinden om het te omarmen. En zijn we niet geweldige voyeurs? Kijk naar de invloed van pornografie. Je zou kunnen stellen dat mensen die seks zien in fictiefilms snakken naar echte seks, maar dat mag weer niet realistisch worden verbeeld.”
Dat doet de vraag rijzen of Greenaway niet vreest dat hij wordt gezien als een nestor die beweert dat alles vroeger beter was. Hij reageert vrolijk: “Nee, dat heb ik niet. Is dat trouwens niet het territorium van Quentin Tarantino, het lichtgewicht fenomeen?”
IDFA 2023 vertoont een retrospectief met Peter Greenaways films A Zed & Two Noughts (1985), The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover (1989), Nightwatching (2007) en Rembrandt’s J’Accuse (2008), plus Saskia Boddeke’s portret The Greenaway Alphabet (2017) | Tijdens Peter Greenaway Atelier op 12 november 2023 gaat de kunstenaar in gesprek met IDFA’s artistiek directeur Orwa Nyrabia en zijn delen uit zijn nieuwe filmproject Walking to Paris te zien.