Fien Troch over Unspoken
Het grote gemis
Wat er precies gebeurde met de dochter van Grace en Lukas laat de Vlaamse filmmaakster Fien Troch lange tijd in het midden. Unspoken is het verhaal over de gapende leegte die ze achterliet.
“Today was another day full of dread
but I never said I was afraid
‘cause dread and fear should not be confused
by dread I’m inspired, by fear I’m amused.”
(Bonnie ‘Prince’ Billy, ‘Another Day Full of Dread’)
Wat blijft er onbesproken in Unspoken? "De hoofdzaak die onuitgesproken blijft, is het verdriet van die twee mensen. Twee mensen die er niet in slagen om over de pijn van een verdwenen dochter te praten. Dat niet slagen hangt heel nauw samen met het feit dat het verhaal zich vier jaar na het gebeurde afspeelt. Er bestaat een rouwproces vlak na een dramatische gebeurtenis waar het zogezegd mag van de mensen om te rouwen, ze helpen je er zelfs bij, maar daarna verwachten ze dat je weer teruggaat naar het normale leven. Zoveel jaar later mag je dan bijna niet meer hardop zeggen dat je je nog verdrietig voelt."
Hebben de man en de vrouw dat stilzwijgend met elkaar afgesproken? "Misschien. Enerzijds: wat kunt je nog zeggen tegen elkaar? Op den duur heeft het helemaal geen zin meer te zeggen dat je je dochter zo mist. Maar anderzijds zit er ook iets in van elkaar sparen, geen zin hebben om de ander te zien lijden. Er bestaat wel een afspraak, alleen hebben ze die nooit gemaakt."
Wilde u na het Vlaamse Een ander zijn geluk nu een film in het Frans maken? Met een Engelse titel? "Nee, daar zat geen strategie achter. De titel klonk in het Engels gewoon het best, anders krijg je zoiets als ‘onuitspreekbaar’ of ‘non-descriptive’ en dat vond ik onverteerbaar. De Franse taal is er gekomen vanuit mijn keuze voor de acteurs."
Moest de filmstijl ook terughoudend zijn voor Unspoken? "Ja, absoluut. Ik had het gevoel dat toen ik het schreef, ik bij de mensen binnenstapte en wat er dan gebeurt, ga ik niet forceren. Dat klinkt zweverig en paradoxaal – ik heb het tenslotte zelf gedirigeerd – maar ik bedoel daarmee: ik wilde niets uitleggen, de situatie heeft geen toekomst, wel een heel verleden, maar we kijken bovenal NU. Ik ben allergisch voor zo’n dialoog in een film die je als kijker het gevoel geeft dat ie erin moest zitten om duidelijkheid te verschaffen."
Maar er zit wel de zin “je t’aime” in! "Ja."
En een soort van happy end… "Ja."
Dat had u er ook uit kunnen halen. Of moest dat erin? "Ja, voor mij wel, omdat dat nu juist vertelde hoezeer het onuitsprekelijk geworden is. Het moment dat er zo’n emotionele zin wordt uitgesproken, heeft een heel wrange nasmaak, omdat je aan alles voelt dat het niet meer lukt. Ik wilde vooral tonen: Er is één groot ding dat hen uit elkaar trekt en samenhoudt tegelijkertijd."
Wat zou er met ze gebeuren als ze uitsluitsel zouden krijgen? Hebben ze dan nog wel iets samen?
"Ik denk het niet. En dat is precies de reden dat ik door dat ‘je t’aime’ zinnetje net iets meer hoop kan geven dan wanneer ik mij heel strikt aan de kilte had gehouden."
Waar komt het verhaal vandaan? "Tsja, spijtig genoeg gebeurt zoiets vaak in België, nietwaar? Er was een periode dat ik veel met de trein reisde en geïntrigeerd raakte door die posters over vermiste kinderen. Ik las ze, maar wat er stond drong niet echt tot me door. Totdat ik op een gegeven moment even dacht dat iemand die ik daarvoor nog op een poster had gezien, herkende op straat. Dat was heel kort, als een bliksemschicht, maar ook heel magisch en krachtig. Je kan niet het hele wereldleed op je schouders meezeulen, maar juist bij zo’n kort moment kwam het in volle hevigheid bij mij binnen."
Zit er ook zo’n kort moment voor de toeschouwer in Unspoken? "Ik weet nog wel dat in het tweede deel, als de man verdwenen is, en Grace loopt door de straat, met die eenzaamheid in haar gezicht, dat ik een flash had van, shit ja, haar man is nu ook verdwenen. Dat klinkt misschien raar als ik dat over mijn eigen film zeg. Maar ik vind dat heel interessant: het verschil tussen iets voelen en zien en iets in een keer heel even boem binnenkrijgen."
Nu is het de laatste tijd bon ton om in films veel zwijgende mensen, langere tijd in grote ruimtes, met grote emoties te zien omgaan. Heeft u nog stilgestaan bij dit arthouse-cliché? "Het is lastig. Ik ben mij daar zeer van bewust maar de film is nooit gemaakt vanuit de gedachte dat dit nu is wat mensen in arthouses behoren te zien. De film vond zelf zijn vorm. Daar komt bij: ik heb vaak zelf als kind ervaren wat het is, die confrontatie tussen iets denken te zeggen en datgene wat je eigenlijk zegt, tussen wat ik op televisie zag en wat ik nooit uit mijn mond zou kunnen krijgen. Sowieso: als ik iets schrijf zal ik altijd zoeken naar een manier om net niet te moeten zeggen waar het op neerkomt, om het onrechtstreeks te doen."
Wat is daar de aantrekkingskracht toch van, van die onrechtstreeksheid? "Dat staat dichter bij het echte leven, hoewel ik de realiteit niet wil weergeven. Zolang het publiek maar gelooft in wat ze zien dan is dat voor mij het echte leven. Begrijp je?"
Ehm… "Ik geloof in wat ik vertel maar heb geen drang om te zeggen: zo zit het leven in elkaar. Ik denk dat het publiek moet meedenken en meevoelen, in plaats van dat het allemaal maar aangereikt wordt, gezegd wordt hoe het zit. Misschien is dat ondertussen achterhaald, maar dat gevoel heb ik nog steeds, die strijd voor het onuitgesprokene. Ik schrijf over wat er gebeurt als het gesprek net gevoerd is Of als het nog moet beginnen. Daartussen zit het verdriet."
En daar draait het allemaal om, hè, verdriet? "Ja, ja blijkbaar wel. Ik was iets met humor aan het schrijven voor mijn volgende film, maar daar is het ondertussen ook al weer ingeslopen. Over geluk alleen is niets te vertellen. Het woord drama zegt het allemaal."