Ivo van Hove over Antonioni Project

'Hoe actueel kun je zijn?'

Ivo van Hove. Foto: Jan Versweyveld

Theaterregisseur Ivo van Hove heeft zich gestort op de Italiaanse cinema. Met zijn Antonioni Project brengt hij Michelangelo Antonioni’s magistrale trilogie L’avventura, La notte en L’eclisse op het toneel. Van Hove: “Het heeft totaal geen zin om Antonioni’s visuele stijl na te bootsen.”

“Vroeger was ik een filmman in hart en nieren”, zegt Ivo van Hove, directeur van Toneelgroep Amsterdam. “Ik woonde toen om de hoek van een filmhuis, en heb daar het hele oeuvre van Antonioni, Visconti en Fassbinder verslonden. Tijdens mijn opleiding heb ik ook meer vakken filmanalyse dan theatertheorie gevolgd.” Dat is nu te merken. Onder zijn leiding heeft het grootste toneelgezelschap van Nederland de laatste jaren meerdere filmscripts op de planken gebracht.

Twee jaar geleden was het John Cassavetes’ Opening Night (1977) en Ingmar Bergmans Scènes uit een huwelijk (1973) en Kreten en gefluister (1972). Onlangs kreeg Luchino Visconti’s Rocco e i suoi fratelli (‘Rocco en zijn broers’) (1960) zijn theaterpremière in de Stadsschouwburg. Nu waagt Van Hove zich aan een theaterbewerking van drie filmscripts van de Italiaanse grootmeester Michelangelo Antonioni: zijn officieuze incommunicability trilogy uit de jaren zestig — L’avventura, La notte en L’eclisse. De drie verhalen komen samen in één toneelvoorstelling: Antonioni Project, die in juni zes keer te zien is op het Holland Festival.

Dat is veel film-op-toneel, in relatief korte tijd na elkaar. Puur toeval, volgens Van Hove: “Dit project is al drie jaar in wording. Ik heb net Romeinse tragedies gemaakt — dat was een en al Shakespeare. Na de filmprojecten ga ik aan de slag met stukken van Carlo Goldoni. Dat wordt ook weer puur toneel.” Onlangs debuteerde Van Hove ook als speelfilmregisseur. Zijn Amsterdam (2009) ging 10 mei in première in de Stadsschouwburg. De film verschijnt volgende maand op dvd.

Oprechte liefde
Volgens Van Hove zijn er meerdere redenen voor de filmische trend in het theater van Toneelgroep Amsterdam. De voornamelijkste reden is de thematiek. Net als Rocco e i suoi fratelli — over de gevolgen van migratie en integratie — behandelen Antonioni’s drie films actuele thema’s: de vervreemding en eenzaamheid in de moderne tijd, die oprechte liefde onmogelijk maken.

“Een filmscript op het toneel brengen is ongebruikelijk, en daarmee een soort wereldpremière. Daarnaast is het ook een technische uitdaging om voor een filmscript een theatrale vorm te vinden”, zegt Van Hove. “Eigenlijk horen voor mij Il grido (1957) en Il deserto rosso (1964) er ook bij. Maar we hebben ons beperkt tot de zogenaamde trilogie. In deze films toont Antonioni de samenleving in een proces van evolutie, waarbij de mensen zichzelf dreigen te verliezen. In tegenstelling tot Visconti’s Rocco e i suoi fratelli vechten de personages bij Antonioni niet meer; ze zinken weg en niets brengt oplossing. Deze doelloze zoektocht proberen we zintuiglijk te maken.”

In L’avventura (1960) voelt een jonge vrouw zich verstikt in haar relatie, en verdwijnt ze spoorloos tijdens een zeilvakantie voor de kust van Sicilië. Wanhopig vallen haar beste vriendin en haar macho minnaar in elkaars armen. La notte (1961) volgt een upper class Milanees echtpaar in hun verdriet over hun stervende vriend — en liefde. L’eclisse (1962) toont een onmogelijke, kortstondige relatie tussen twee jonge mensen. “En dat tegen de achtergrond van een beurscrash in Rome”, roept Van Hove. “Vijftig jaar na dato gaan zijn films nog steeds over de wereld van vandaag. Hoe actueel kun je zijn?”

Kick
Antonioni Project is een grootschalige onderneming met een relatief korte speelduur. Bijna de voltallige Toneelgroep Amsterdam is van de partij — zeventien van de twintig acteurs. De voorstelling valt uiteen in twee delen. Eerst worden alle drie de verhalen achter elkaar gespeeld, en in het tweede deel komen al de verschillende personages samen op het feest in La notte.

Waar komt de fascinatie voor Antonioni vandaan? “Ik werd vooral visueel gegrepen door zijn werk — al heb ik L’avventura nooit gezien”, zegt Van Hove. “Die onheilspellende stilstand, dat uitgepuurde, trage tempo. De personages dwalen rond. Ik vond dat erg indrukwekkend. De films hebben me een esthetische kick gegeven. Zoals het einde van L’eclisse: die leegte waaruit de personages totaal zijn verdwenen, en er alleen nog maar de verstilde omgeving overblijft.”

Kenmerkend voor Antonioni is zijn desoriënterende beeldtaal, met veel aandacht voor kleine details. In het begin van scènes is het vaak onduidelijk waar de personages zich bevinden, of wat er wordt getoond. De vraag is of zich dat laat vertalen naar toneel.

“Het heeft totaal geen zin om Antonioni’s visuele stijl na te bootsen”, geeft Van Hove toe. “We doen bijvoorbeeld niets met de relatie tussen de personages en hun omgeving en de stedelijke architectuur — iets waar Antonioni veel aandacht aan besteedde. Wat we wél hebben overgenomen zijn de abrupte cuts en ruwe wisselingen in tempo van de scènes — ik noem dat zelf de Godard-techniek. En Antonioni’s vervreemding van de menselijke relaties.”

Onaantastbaar
In de voorstelling probeert Van Hove dit vervreemdingseffect te scheppen door de acteurs te laten spelen voor een bluescreen — “bijna een existentiële ruimte” — waarin ze live worden gefilmd. Die beelden worden tegelijkertijd boven het toneel geprojecteerd. De camera’s en het gebruik van microfoons maakt het de acteurs mogelijk om — ook op het toneel — filmisch klein te spelen. Van Hove is enthousiast over de technische mogelijkheden: “Zo kunnen we emoties uitvergroten en dingen doen die eerder in het theater onmogelijk waren. Daardoor evolueert het theater naar nieuwe vormen.”

De innerlijke motivaties van Antonioni’s personages worden nooit uitgespeeld of verduidelijkt. Zijn films bieden nadrukkelijk geen oplossingen voor de conflicten die personages ervaren. Gaat de toneelbewerking met een nadruk op de psychologie van de personages aan deze bewuste keuze van Antonioni voorbij? “Het is een mythe dat Antonioni zich niet bezighield met de psychologie van zijn personages”, zegt Van Hove stellig. “Hij was geen Hitchcock! Zijn personages zijn voortdurend beschouwend bezig. Het is bekend dat hij ook heel inhoudelijk met Monica Vitti over haar rollen heeft overlegd.”

Filmklassiekers op toneel brengen, is dat een teken van ideeënarmoede in de theaterwereld? “Het is juist een enorme uitdaging. Ik ben een tekstregisseur die materiaal nodig heeft. Voor cinefielen zijn die films misschien onaantastbaar. Maar ik moest sommige van mijn jongere acteurs echt uitleggen wie Antonioni was. Voor veel mensen is zijn werk toch onbekend. Antonioni heeft zélf ooit de rechten afgestaan. Daarmee heeft hij andere mensen de mogelijkheid gegeven om iets met zijn werk te doen. Ik heb alleen zijn thematiek overgenomen en wil met Antonioni Project de innerlijke werelden van de personages op het toneel brengen. Mensen die de filmische Antonioni-kick zoeken moeten zijn films maar gaan zien.”


Het toneelstuk Antonioni Project gaat op 14 juni in première op het Holland Festival in de Stadsschouwburg Amsterdam en is daarna nog vijf keer te zien. Het is de bedoeling dat de voorstelling daarna hernomen wordt. Meer informatie op toneelgroepamsterdam.nl.