Fabrice Du Welz en Emmanuele Béart over Vinyan

Een wrede wedergeboorte

In Vinyan construeert Fabrice Du Welz net als in zijn eerste film Calvaire een psychologisch drama met horrorelementen. Met veel minder splatter, dat wel. Maar deze film ‘een spirituele reis’ noemen is wat al te onderkoeld. De Filmkrant sprak op het filmfestival van Venetië met Du Welz en hoofdrolspeelster Emmanuelle Béart.

Door de tsunami zijn Janet (Béart) en Paul (Rufus Sewell) in Thailand hun enige zoon kwijtgeraakt. Maar Janet wil dat niet accepteren. Zij weet zeker dat de jongen is ontvoerd door mensensmokkelaars. Als ze op een feestje illegale video-opnamen uit het van de buitenwereld afgesloten buurland Birma ziet, denkt ze haar zoontje te herkennen. Wat volgt is een odyssee naar een onderwereld diep in de jungle.

Het verhaal is een nogal extreme emotionele reis. Hoe bereidde u zich voor? Met wie praatte u erover? Emmanuelle Béart: “Ik heb vooral met mezelf gepraat. Ik probeerde me voor te stellen hoe het is om een kind te verliezen maar niet door met mensen te praten die zoiets hebben meegemaakt. Ik wilde die toestand zelf creëren. Maar het was best zwaar. Elke ochtend stond ik op en ik zei tegen mezelf: wees sterk, je hebt kinderen, word er niet gek van. En toen we filmden, probeerde ik de vijandigheid van de natuur met zijn extreme fysieke condities voor me te laten werken.”

Het thema van mensensmokkel, was dat waarmee het schrijven begon? Of was het meer een aanleiding om de wereld van geesten in te duiken? Fabrice Du Welz: “Ik had gelezen over geruchten dat vooral blanke kinderen direct na de tsunami ontvoerd waren om verhandeld te worden. En dat die geruchten door de autoriteiten de kop werden ingedrukt. Die ontkenning was een van de dingen die ik in de film laat terugkomen via de vader. Maar het allereerste beeld dat ik had, was dat van kinderen die iemand vermoorden. Monsterlijke kinderen. Daar omheen kwam de rest van het verhaal. Zoals het stel dat hun kind zocht. Het is net als met een huis bouwen: je moet eerst een stevige basis hebben voor je aan het dak toekomt. En als achtergrond wilde ik dat verhaal over de tsunami hebben omdat dat een heel intense sfeer creëert.”

Waarom koos u voor Emmanuelle Béart? FDW: “In Engeland lukte het niet om een goede actrice te vinden en de hele productie moest in eerste instantie in het Engels omdat er geld van Film4 in zat. En omdat iedereen in Thailand Engels spreekt. Maar toen zijn we toch naar Frankrijk gegaan en heb ik Emmanuelle ontmoet. En, serieus, in haar ogen zag ik een groot verlangen om dit verhaal te doen. En als je zoveel passie ziet voor iets, dan is het duidelijk. Ze spreekt trouwens ook goed Engels.”

Had u affiniteit met horror? EB: “Nee helemaal niet. Maar het is ook geen horrorfilm. Het is horror om een kind te verliezen maar verder is het een psychologisch drama. Nee, ik wist dat ik iets met Fabrice wilde doen. Ik zat ooit in een jury in Cannes en toen ben ik ergens de zaal uitgeslopen om Calvaire te gaan zien. Toen ik die zag zat ik rechtop in mijn stoel en dacht ik ‘oh mijn god wie is die man die dit maakt?’ Ik had lange tijd niet zo’n fysieke, zo’n viscerale film gezien. Fabrice is een vrijdenker. Erg vrij. Zijn films zijn het werk van een expressionistisch schilder.”

Onvermijdelijk moet je aan Apocalypse Now en Conrads Heart of Darkness denken omdat je ook in Vinyan steeds verder verstrikt raakt in de jungle en de greep op de werkelijkheid verliest. Wilde u een hommage brengen? FDW: “Nee, geen hommage. Ik wilde juist een heel persoonlijke film maken. Natuurlijk doet de film hier en daar aan Apocalypse Now denken. Maar dat is een meesterwerk. Ik probeerde gewoon een goeie film te maken. Het gaat in de film ook niet alleen maar om de jungle. Élke achtergrond is een reflectie van de geestelijke toestand van de personages: de stad, de boot, het dorp en de jungle. Het is een verhaal over obsessie. Dus ze zoeken naar iets, ze beginnen een reis waarvan ze misschien nooit van terugkomen. Misschien komen ze terug als herboren, wie zal het zeggen.”

Wanneer gaat u in Amerikaanse films spelen? EB: “Waarom vraagt niemand wanneer ik in een Roemeense of een Hongaarse film ga spelen?”

Het is maar een vraag. EB: “Ik geef ook maar een antwoord.”

Wanneer gaat u in een Hongaarse film spelen? EB: “Als er een goed aanbod komt. Ik ben bereikbaar. Maar door de ‘McDonaldisation’ is het een moeilijke tijd voor de auteursfilm. Omdat veel onderwerpen te moeilijk zijn voor geldschieters. Men wil hapklare, eenvormige brokken. Vinyan is lastig wat dat betreft. Geen horror en geen typische arthouse. Maar het is wel een auteursfilm.”

Wilde u iets zeggen over de illusie die mensen koesteren dat ze heer en meester zijn over de natuur? FDW: “In sommige opzichten is de tsunami perfect voor deze film omdat die ons eraan herinnert hoe klein en arrogant we zijn.”

Dus we moeten gelovigen zijn om te overleven? FDW: “Ik weet het niet. Ik geef iets waarmee ik wil provoceren. Ik heb geen definitief antwoord. De personages vechten tegen zichzelf en tegen de natuur. Ze moeten een plaats vinden voor hun ongeluk, voor hun obsessie. Zij vooral. Ze zoekt bevrijding. En dat gebeurt op een heel wrede manier. Voor die wedergeboorte moet ze iets verschrikkelijks doen. Wat mij dan interesseert is hoe ik dat idee van bevrijding met de camera kan vangen want ik hou erg van experimenteren. Van het fysieke van filmen. Van creëren! Maar ik heb met mijn films geen enkele les aan iemand te leren. Ik zocht gewoon het beste verhaal en de beste manier om dat te verfilmen. De mogelijkheden van cinema zijn fantastisch.”

De condities van het filmen, de enorme vochtigheid, de modder en de jungle. Waren die extreem genoeg om de acteurs voorbij hun eigen grenzen te duwen? FDW: “Ja. Omdat ik mezelf ook voorbij mij eigen grenzen duwde. We hadden niet genoeg tijd en geld voor deze film en als je dan zoveel artistieke ambities hebt als ik dan moet je jezelf over de grens duwen. Ook de acteurs deden dat. Maar het was een ‘happy shooting’ hoor. Moeilijk en fysiek. Maar ook erg ‘happy’.”
EB: “Toen ik de film terugzag, voelde het alsof ik opnieuw een kind aan het baren was. Zo vreemd, en krachtig. Ik kon het bijna niet verdragen. En niet omdat ik mezelf op het scherm niet kon verdragen maar omdat ik de opnamen opnieuw beleefde. Terwijl het meer dan een jaar geleden was! Toch doe ik liever een zware, fysieke en verontrustende film als Vinyan dan een gemakkelijke. Deze film gaf mij onrust in de geest en in de buik. Pff, al die emoties die terugkwamen.
“Toch hou ik erg van deze intense manier om verhalen te vertellen want dat staat heel dicht bij hoe ik zelf in het leven sta. Hoewel ik tegelijk best nuchter ben. Maar een film, een verhaal, kan gewoon niet rechtlijnig zijn. Omdat emoties ook niet rechtlijnig zijn.”