Filmbladen: Young Turkish Cinema
New wave?
Wat is er verder over film te lezen? De Filmkrant bespreekt maandelijks de opvallendste publicaties. Deze keer: een Turks magazine over het IFFR-programma Young Turkish Cinema.
Je zou een mooie filmlandkaart kunnen maken met alle landen die de afgelopen decennia hot waren, en welke nog nooit hot zijn geweest. De laatste jaren waren alle ogen gericht op Roemenië, Argentinië, Zuidoost-Azië en Zuid-Korea, daarvoor op China en Taiwan, en daarvoor op Iran.
Volgens het Filmfestival Rotterdam is het dit keer de beurt aan de Young Turkish Cinema. Tijdens het IFFR wordt er aan iedereen die een catalogus koopt een speciaal magazine uitgedeeld, samengesteld door de redacteuren van het Turkse filmtijdschrift Altyazi, die de Turkse ‘new wave’ onder de loep neemt, "voordat de altijd zoekende spotlichten van festivals weer een andere deel van de wereld gaan scannen", schrijft Enis Köstepen.
Een mooie bijdrage levert Firat Yücel, die het opviel dat in veel Turkse films van de laatste anderhalve decennia de stilte zo belangrijk is. De films uit de jaren negentig en de eerste jaren van 2000 gaven een stem aan onuitgesproken gevoelens die het dagelijks leven overheersen. Juist door het weglaten van dialogen in het werk van onder andere Nuri Bilge Ceylan en Zeki Demirkubuz laten ze de stilte tussen de zinnen horen. Gevraagd naar de immer aanwezige sneeuw in zijn films, antwoordde Nuri Bilge Ceylan: "Je voelt het geluid van de stilte beter in de sneeuw."
In films van Dervis Zaim, Yesim Ustaoglu, Tayfun Pirselimoglu en Ümit Ünal wordt het zwijgen meer naar een maatschappelijk niveau getild, en vormt het een verborgen commentaar op culturele amnesie, verborgen geweld en discriminatie.
Opvallend veel films draaien om personages die niet kunnen praten, niet willen praten of niet in staat zijn om zich juist uit te drukken als ze wel aan het praten slaan. Meestal houden ze zich niet aan de sociale codes en kiezen ze vrijwillig voor een leven als vagebond. Ze leven in limbo: tussen stad en platteland, tussen etnische en politieke identiteiten, tussen rationaliteit en gekte.
De nieuwe generatie filmmakers die nu het IFFR aandoet, trekt zich niet zoveel aan van polarisaties tussen psychoanalytische films en sociaal bewogen films, en maakt liever films waarin het persoonlijke en het maatschappelijke samenkomen, aldus het tijdschrift Altyazi. Kazim Öz, regisseur van Young Turkish Cinema-film The Storm, vindt de jaren negentig-generatie "nogal timide, ze maakten films zonder het systeem te ontwrichten en zonder echt de grens op te zoeken. Wij zijn vrijer en confronterender."
Vreemd genoeg ontkennen alle geïnterviewde filmmakers uit het Young Turkish Cinema-programma dat er een ‘new wave’ is met coherente kenmerken. Er zijn inderdaad veel jonge filmmakers actief, en ze kennen elkaar meestal ook wel, maar van een overeenkomstige visie op filmmaken of op de maatschappij is geen sprake. Volgens hen is nog te vroeg om van een ‘new wave’ te spreken. Ook het Filmfestival Rotterdam houdt nog een slag om de arm en werpt alleen de vraag op of er inderdaad een nieuwe golf aanspoelt. We moeten blijkbaar nog even wachten totdat deze zichzelf heeft afgedroogd.