Debra Granik over Leave No Trace

‘Het gaat om het verschil tussen verlangen en nodig hebben'

Debra Granik

Met Leave No Trace onderzoekt Debra Granik in hoeverre het mogelijk is om te ontsnappen uit het systeem van onze maat­schappij. ‘Ik heb respect voor het lef van mensen die ervoor kiezen om weg te lopen van de digitale wereld.’

De Amerikaanse regisseur en scenarist Debra Granik maakt haar films niet in een snelkookpan, maar doet aan slow cooking. De films komen er pas als ze perfect op temperatuur zijn. Het is inmiddels bijna een decennium geleden dat ze actrice Jennifer Lawrence voor het voetlicht bracht in Winter’s Bone, een schokkend portret van levens aan de zelfkant en stelselmatig misbruik in de Appalachen.

Na de documentaire Stray Dog (2014, niet in Nederland uitgebracht) keert ze met Leave No Trace terug naar fictie. De film draait om een vader en dochter die zich volledig willen afzonderen. Will (Ben Foster) heeft een kleine idylle gecreëerd in een openbaar park, waar hij woont met zijn tienerdochter Tom (Thomasin McKenzie). Ook nadat ze door de autoriteiten worden weggestuurd, blijft Will vastbesloten zijn droom van totale vrijheid en isolement najagen.

Wat is uw eigen ervaring met een leven buiten het systeem? “Het idee trekt me aan, al heb ik het zelf nooit gedaan. Ik bewonder de mensen die het lukt en ben nieuwsgierig naar hoe het ze lukt. Dan heb ik het niet over de extremistische ‘preppers’, die zich afscheiden in milities – dat brengt alleen maar wanhoop. Maar ik ben erin geïnteresseerd wat mensen beweegt om deze zware beslissing te nemen. Het constant trillende, als door een megafoon versterkte gebabbel van de digitale wereld heeft invloed op mijn vermogens om zelfstandig te denken, en ik respecteer het lef van mensen die ervoor kiezen daarvan weg te lopen.”

Indirect zegt de film heel veel over mensen die geobsedeerd zijn door die digitale ruimte. “Ik moet vaak denken aan het verhaal van de nieuwe kleren van de keizer. Daarin bewonder ik ook het personage dat eindelijk de waarheid durft te zeggen. De klokkenluider heeft me altijd aangetrokken.”

Toch presenteert u Will in de film heel objectief; u onderschrijft zijn handelen niet, en keurt het ook niet af. “Ik weet ook niet of hij het juiste doet. Het leven in vocht en damp valt hem zwaar, en het is onhoudbaar omdat hij zijn kamp heeft opgezet op gemeentegrond. Het is niet dat ik het afkeur, maar er is geen manier om het te legitimeren. In feite heb je een toegangsbewijs nodig om een alternatieve levensstijl te kunnen kiezen; je moet de financiële middelen hebben om ervoor te kunnen kiezen zonder die middelen te leven. Ik had niet het gevoel dat ik hem kon veroordelen; ik zocht naar een warmhartige antropologische aanpak, niet iets kil wetenschappelijks. Het gaat me om de observatie: zien hoe hij het doet in plaats van of het goed of slecht is.”

De definitie van vrijheid staat in Amerika op dit moment hevig ter discussie. Biedt de film zijn eigen definitie van wat het betekent om vrijheid na te streven? “Will zou zich vrij kunnen voelen in dat park, maar hij komt zelfs in die idylle niet af van zijn angstdromen. Hij zoekt naar iets dat hem beschermt van de dingen die hem vervreemden: de consumptiecultuur, de digitale wereld. De vraag is hoeveel rust je voor jezelf kunt creëren. Will en Tom genieten van het lezen van boeken, van kennis, van het aanleren en perfectioneren van nieuwe vaardigheden. Ze hebben vrijheid in hoe ze hun tijd besteden. Maar hij wordt ook achtervolgd door zijn eerdere leven, waarin hij soldaat was. Van sommige dingen kan hij zich nooit bevrijden, hij leeft met dat spook in zijn hoofd.”

De aanwezigheid van zijn dochter Tom is zowel een zegen als een vloek, toont uw uiterst ambivalente familieportret. Staat familie ons in de weg in de zoektocht naar de ultieme vrijheid? “Tom geeft betekenis aan zijn leven, ze houdt hem met beide benen op de grond en ze beschermt hem voor de eenzaamheid die hem kan overvallen. Maar ze maakt ook de kans op ontdekking veel groter: met een minderjarige als metgezel is je zichtbaarheid veel groter, mensen zijn eerder bezorgd, de wet bemoeit zich sneller met je. Het mes snijdt aan twee kanten. Zij weerhoudt hem ervan om volledig te doen wat hij wil, hij moet ook rekening houden met haar wensen en verlangens. Hij wil haar juist niet onderdrukken, maar zijn levensvisie in haar tot bloei brengen.”

Waar staat Will voor uw gevoel binnen het politieke spectrum? “Hij heeft zichzelf erbuiten geplaatst, hij is ervan vervreemd. Ik denk dat hij zich eerder identificeert met theoretici en filosofen. In het boek (My Abandonment van Peter Rock, waar de film op is gebaseerd, DJ) citeert hij Henry David Thoreau’s Walden. Met hoe weinig kan ik voort zonder gek te worden? Hoe kan ik mijn denken naar een hoger bewustzijn brengen? Hij probeert het verschil te bepalen tussen ‘verlangen’ en ‘nodig hebben’ en is trots op zijn vermogen om zelf te voorzien in wat nodig is, in voedsel en onderdak.”

Vindt u dat Leave No Trace een post-apocalyptisch gevoel heeft? “Sommige mensen zeggen dat inderdaad, maar mij ging het er juist om een verhaal te vertellen in het hier en nu. Je hebt geen apocalyps nodig om iemand ertoe te drijven andere keuzes te maken.”

Hoe ver was u met de film toen Donald Trump tot president werd gekozen? Heeft dat iets veranderd? “Dat heeft het absoluut. Zijn verkiezing kwam toen we met de laatste versie van het scenario bezig waren. Het grootste effect is dat het mijn verlangen heeft aangewakkerd om mensen te zien die elkaar goed behandelen. Ik weet niet of het Trump was, of het internet met zijn fake news en trollen, maar ik merkte dat mijn wereldbeeld werd dat mensen elkaar slecht zullen behandelen als ze de kans krijgen. Terwijl de meeste mensen er juist plezier in vinden om een handje te helpen, een ander te steunen. Het deed me een enorm plezier dat ik tijdens de research voor de film weer ontdekte hoe waar dat is.”

Dit interview verscheen eerder in een iets uitgebreidere versie in Little White Lies. Overname met toestemming van de auteur.