Cristian Mungiu over 4, 3, 2

Een held in Roemenië

  • Datum 17-11-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Cristian Mungiu. Foto: Kris Dewitte

Cristian Mungiu won dit jaar de Gouden Palm in Cannes met het Roemeense abortusdrama 4 maanden, 3 weken en 2 dagen. Een paar dagen later ontmoette Jeroen Stout de regisseur op het Transylvania International Film Festival in Cluj-Napoca.

Hoe heeft u de Gouden Palm gevierd? Daar heb ik nog geen tijd voor gehad. Het moment is om eerlijk te zijn een beetje aan me voorbij gegaan. We zijn nu tien dagen verder, maar ik heb er nog geen seconde van kunnen genieten. Er kwamen zoveel verplichtingen op me af waar ik niet onderuit kon.

En er zijn altijd journalisten, zoals ik, die… Het is niet alleen de pers. De film is verkocht aan zo’n 60 landen. Dan moet er materiaal komen voor distributie zoals posters en trailers. Ik heb maar een klein bedrijfje. Daar zijn wij helemaal niet op ingesteld. En dan de reacties hier in Roemenië. Die had ik nooit kunnen voorzien. De president heeft mij de belangrijkste Roemeense onderscheiding opgespeld. Ik heb de sleutels gekregen van mijn geboortestad. Ze hebben me een gratis telefoonabonnement aangeboden.

In mijn hotel hier in Cluj hangt een reclame, ik weet niet precies waarvoor; ‘4 journalisten, 3 fotografen en 2 pagina’s’… Waar? Dat moet ik zien!

In mijn hotel. Volgens mij heeft het iets met het festival te maken. Mensen reageren als bij het voetbal. Ik kreeg honderden berichten; ‘Eindelijk ben ik weer trots Roemeen te zijn. Eindelijk hebben we iets gewonnen.’ In Sibiu werd op het theaterfestival aangekondigd dat ik deze prijs had gewonnen. Het programma werd stilgelegd en iedereen in de zaal stond op om te applaudisseren. Ons land heeft het droevige lot altijd vierde te zijn. We halen zelfs nooit de eerste drie. Mensen hebben de behoefte om te winnen, om trots te zijn. Maar ze zijn natuurlijk vooral onder de indruk van de prijs. En niet zozeer van de film. En dat is toch wel vreemd. Ik zal wel nooit te weten komen wat ze van de film zelf vinden.

Hoe voelt dat, al die aandacht? Het voelt goed. Maar ik ben nog altijd vooral trots op mijn film, en niet op de prijs. Sorry. Ik hoop wel dat door de Gouden Palm meer mensen mijn film zullen gaan zien.

Heeft u al reacties op de film zelf gekregen? We hebben hier in Roemenië nog maar een paar voorstellingen gehad. Tot nog toe zijn de reacties beter dan verwacht. Ik dacht dat deze film veel debat op zou leveren. Maar dat is niet zo. We krijgen vooral stille, zwijgende reacties. Vrouwen die na afloop langs me lopen en knikken. Met tranen in hun ogen. Gisteren kwam ik een vrouw tegen die had gebeden tot God dat ze niet zou bevallen voordat ze de film gezien had. Ze is in haar negende maand. Dat zijn reacties die mij op dit moment op de been houden.

Is het onderwerp abortus een taboe in Roemenië? Niet echt. Maar mensen zien de morele aspecten er niet van in. Het is raar. 89 procent is orthodox. Maar of ze echt religieus zijn, betwijfel ik. Mensen denken niet na over hun besluiten. Dat is wat ze hier onder het communisme is bijgebracht: gebruik vooral je eigen hersens niet om zelf na te denken.

Waarom was het zo belangrijk voor u om een film over abortus te maken? Omdat ik me schuldig voel dat ik er vroeger zo weinig over heb nagedacht. Nu leven we in een andere samenleving en hebben mensen wel de kans zelf een oordeel te vormen. Nu hebben ze wel de tijd om te bepalen of ze wel of geen kinderen willen krijgen.

Is het verhaal gebaseerd op uw eigen, persoonlijke ervaringen? In die zin dat het iemand die mij zeer na staat is overkomen. Ik kende dus alle details en alle emoties van het verhaal. Het heeft vijftien jaar geduurd voordat ik zover was om te besluiten dat het beter zou zijn er openlijk over te praten, dan te doen alsof ik het me niet kan herinneren. En die vriend liep na vijftien jaar nog steeds rond met dezelfde frustratie. De frustratie dat je er niks meer aan kunt veranderen. Ik dacht als ik na zoveel jaar nog steeds zo veel spanning en zoveel woede voel, dan moet ik daar een film over maken.

Heeft u het verhaal ervaren zoals Otilia, de hoofdpersoon van uw film? Ze is een fictief personage. Ik wil daar verder niet te veel over zeggen.

Neemt u met deze film stelling tegen abortus? Ik zal nooit preken tegen abortus. Maar wat ik wil zeggen is dat mensen moeten nadenken, ze moeten zich bewust zijn van hun eigen verantwoordelijkheid.

En dat is ze onder het communisme afgeleerd? Ja, in de tijd van Ceausescu moest je handelen voordat je erover kon nadenken. Abortus was illegaal. Je moest snel zijn. Je moest er vanaf zien te komen, voordat ze je in de gaten kregen. Dat heeft de mensen gecorrumpeerd. Er is een manier van denken ontstaan die in de vroege jaren ’90 heeft geleid tot één miljoen abortussen. Abortus werd toen weer gelegaliseerd. Maar mensen konden die vrijheid helemaal niet aan. Elke keer als onze vriendinnen weer eens zwanger waren…, zonder er over na te denken… Dat is echt iets…, iets beestachtigs. Daarom is dit voor mij ook geen film voor of tegen abortus. Het gaat over het gebrek aan vrijheid onder Ceausescu, over het misbruik van de vrijheid daarna, en over het gebrek aan een eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Ik heb er meer dan tien jaar over gedaan om me over de gebeurtenissen van toen heen te zetten. Om de consequenties onder ogen te zien van wat ik toen dacht. Maar ik vind niet dat iedereen er net zo lang over zou moeten doen als ik. Daarom heb ik er een film over gemaakt. En het werkt, want na Cannes staat het onderwerp ineens in de belangstelling.

Is de situatie inmiddels veranderd? Ja. Maar het is ook moeilijk om uit te leggen wat er dan is veranderd. De situatie is complex. Zo is het aantal kinderen dat geboren wordt sowieso gedaald, omdat de bevolking vergrijst is. Twee miljoen Roemenen zijn naar het buitenland vertrokken. Zij komen niet meer in de statistieken voor. Het is dus lastig om conclusies te trekken. Maar het aantal abortussen is gedaald van één miljoen naar 300.000. Dat is nog altijd erg veel. Ook de huidige generatie, de meisjes die nu vijftien, zestien jaar zijn, zien abortus nog altijd als de makkelijkste vorm van anticonceptie.

Hoe kan dat? Het communistische regime is toch allang verdwenen. Het probleem is dat abortus een gewoonte is geworden. Onze ouders deden het. Ik weet dat mijn moeder het zo deed. Ze zag er geen probleem in. Die kwamen pas toen het verboden werd. Ik behoor tot een generatie die geboren is omdat Ceausescu abortus verboden had. Wij zijn allemaal ongelukjes. Ik wist dat ik niet gepland was. Ik was geliefd, er werd voor me gezorgd, maar ik was niet gepland. In mijn generatie werden vijf keer zoveel kinderen geboren als de generatie die vier jaar ouder is. In mijn klas zaten zeven kinderen die Cristian heten. Dat verandert je instelling. De competitie tussen ons was enorm. Ik wilde medicijnen studeren. Bij het toelatingsexamen moest ik strijden met 37 kinderen voor één enkele plaats. Het is me niet gelukt.

En nu bent u één van de jonge Roemeense regisseurs die Cristian heten. Tja.

Het succes van uw film staat niet op zich. De laatste jaren zijn in Roemenië veel geslaagde films gemaakt: the death of mr. lazarescu, the paper will be blue, 12:08 east of bucharest, the way i spent the end of the world. Heeft u een verklaring waarom de Roemeense cinema op dit moment zo bloeit? Nee, hoewel ik er de laatste tijd velen heb gegeven. Maar eigenlijk is er niet één verklaring. Het is niet dat alle regisseurs les hebben gehad van één en dezelfde leraar. Of dat we naar dezelfde filmschool zijn gegaan. We hebben ook geen document als dogma. De waarheid is zelfs dat we niet dezelfde soort films maken. De stijlverschillen zijn vrij groot.

Hebben jullie contact met elkaar? Iedereen kent elkaar. Roemenië is een klein land. Er is wel competitie tussen de filmmakers, omdat iedereen een betere film wil maken dan de anderen. Die competitie zou een verklaring kunnen zijn. En belangrijk is dat iedereen zijn eigen productiebedrijf heeft. We kunnen ons verhaal vertellen zonder enige bemoeienis van buitenaf. We werken wel met kleinere budgetten. Maar daarmee kopen we de vrijheid om verhalen te vertellen op een manier zoals we dat zelf willen.

Die onderlinge competitie is inspirerend? Motiverend. Ik denk ook dat het mij heeft geholpen om in Cannes te komen. Juist vanwege de successen die aan mijn film vooraf zijn gegaan. Je kan niet zomaar met zo’n film als de mijne aan komen zetten uit een land waar niemand van heeft gehoord. Mensen hebben nu met extra aandacht naar mijn film gekeken.

Toch heb ik het idee dat er ondanks de stijlverschillen wel degelijk iets gemeenschappelijks zit in die Roemeense films. Wij hebben de neiging persoonlijke verhalen te vertellen. Geen verfilmingen van boeken of theaterstukken, of een film gebaseerd op andermans materiaal, maar verhalen waarvan we alle details kennen. En we zijn teruggevallen op gewone personages. En we maken niet, zoals in de jaren ’90 de mode was, moeilijke metaforische films met lange dialogen. We hebben een gevoel voor realiteit, we willen een coherent verhaal vertellen dat mensen van begin tot eind kunnen volgen. En we hebben een bepaald gevoel voor humor. Dat zou je kunnen zien als een reactie op de monumentale historische drama’s die hier in Roemenië lang als de ware cinema werden gezien. Maar met ‘ware cinema’ had dat niets te maken. Het was gewoon nep. Zoals de acteurs toen praatten: ‘It is grrrrreat!’ Zo theatraal. Wat een bullshit. Vandaar dat wij ook zo veel aandacht besteden aan de acteurs.

Ik heb begrepen dat er een felle concurrentiestrijd zou zijn tussen de oude en de nieuwe garde regisseurs. Zal dit succes jullie helpen? Ja, natuurlijk. Zonder de buitenlandse erkenning zouden wij niet zo gemakkelijk aan geld zijn gekomen. En het is natuurlijk moeilijk voor ze om mijn volgende project te negeren. Maar het is niet alleen een zaak van leeftijd. We hebben nu een bond opgericht waarin ook oudere regisseurs zitten. Het is meer een zaak van competentie. Filmmakers met aantoonbaar succes moeten prioriteit krijgen bij de financiering. Het wordt nu beter. Maar er is nog veel te doen. De manier waarop de scripts worden geselecteerd bijvoorbeeld. We zijn een klein land. Wij hebben nooit scriptdoctors of goede scenaristen gehad. Er is maar één schrijver die niet zelf regisseert: Razvan Radalescu. Maar behalve hem zijn er geen goede schrijvers. Dan wordt het moeilijk om een jury samen te stellen die scripts kan beoordelen. Maar het gaat de goede kant op, langzaam maar zeker.

Jeroen Stout