Scherpstellen: Shooter
Hollywood (en) politiek
Deze maand op de opiniepagina Scherpstellen: Is het wel eerlijk om Hollywood langs een politieke meetlat te leggen?
“Daar heb je Rambo weer.” Het is een veelgehoorde verzuchting wanneer Hollywood het aandurft om zich met politiek te bemoeien, vooral als dit in een actiefilm gebeurt. Wanneer het Amerikaanse leger wordt afgebeeld als succesvol, adequaat of correct, zoals recentelijk bijvoorbeeld in Transformers, lezen we onvermijdelijk woorden als ‘nationalisme’ en ‘propaganda’ in de (Europese) recensies. Ook ik heb me hieraan bezondigd, toen ik in mijn recensie van The Kingdom vorige maand de film “simplistisch Arabieren-knallen” verweet. Andersom hebben films die kritiek op de Amerikaanse regering hebben, zo lijkt het, automatisch een streepje voor; zie bijvoorbeeld Brian De Palma’s Redacted, waarvoor hij onlangs op het filmfestival van Venetië de prijs voor beste regisseur ontving.
Over de vraag of de politieke voorkeuren van de recensenten een rol zouden moeten spelen in hun beoordelingen, wil ik het hier niet hebben; uiteindelijk is het onvermijdelijk dat iedereen schrijft vanuit zijn of haar eigen referentiekader. Maar is het wel eerlijk om Hollywood langs een politieke meetlat te leggen, te kijken of een film ‘links’ of ‘rechts’ is? Is het überhaupt mogelijk, zelfs als we voorbijgaan aan het feit dat Hollywood uiteindelijk gewoon om geld draait (bums on seats) en dus voor elk wat wils biedt; zie Transformers die niet alleen patriottisch is maar ook sneren naar de president uitdeelt. Uiteindelijk is de basishouding van elke Hollywood-film, ook (vooral!) de films die ogenschijnlijk over politiek gaan, een grondige afkeer van elke vorm van collectiviteit: het individu staat centraal.
Verwarde ziel
Zie bijvoorbeeld Antoine Fuqua’s Shooter, die inmiddels uit is op dvd. De film maakt duidelijk onderdeel uit van het ‘eenling-tegen-de-bierkaai’-genre waarvan John Rambo de personificatie is. Voormalig scherpschutter Bob Lee Swagger (Mark Wahlberg) wordt betrokken in een moordaanslag op de Amerikaanse president, en moet zich een weg naar de vrijheid vechten. Die structuur staat zó centraal in de Amerikaanse film, dat er een hele theoretisch terminologie omheen bestaat, voornamelijk gebaseerd op de western. Centraal daarin staat het beeld van de reluctant hero, de buiten de samenleving staande held die tegen zijn zin gedwongen wordt zijn omgeving te helpen. Wat daarbij echter vaak vergeten wordt is dat de bierkaai waartegen de vrouwen en kinderen beschermd moeten worden vrijwel altijd Amerikaans is. Rambo vocht tegen zijn oude kolonel, in Transformers is het de geheime overheidsorganisatie Sector Seven die de helden tegenwerkt, en de FBI-agenten van The Kingdom opereren tegen de orders van hun superieuren in.
Shooter keert terug naar de thematiek van First Blood, de eerste Rambo-film: een oorlogsveteraan die achtervolgd wordt door zijn verleden. Senator Meachum, onderdeel van een geheimzinnig collectief (!) dat buiten of boven de Amerikaanse veiligheidsdiensten lijkt te staan, zegt het als volgt: “Er is altijd een verwarde ziel die denkt dat één man een verschil kan maken. Die mannen moet je vermoorden om ze op andere gedachten te brengen. Da’s het probleem met democratie.”
Inderdaad, het ligt er allemaal nogal dik op. Zó dik, dat de kenner een halve parodie vermoedt. In de Volkskrant werd de film ‘onbedoeld hilarisch’ genoemd; ik ben er niet zo zeker van dat het onbedoeld is. Natuurlijk, de film is ‘serieus’ te lezen, en het grootste deel van het publiek zal dat ook doen. Maar de standaardelementen van de reluctant hero worden hier zo ver doorgevoerd dat het bijna niet onbewust kan zijn. Swagger (de naam alleen al) vecht onder andere omdat ‘ze’ zijn hond doodschoten; de slechteriken slissen of zijn seksueel geperverteerd. Dat alles uiteraard gelardeerd met voldoende kogels en explosies, en verrassend klassiek in beeld gebracht; hier geen shakeycam of MTV-montage.
Tanks en bommen
Doordat alles er zo dik op ligt wordt in Shooter verhelderd wat ogenschijnlijk zo paradoxaal is in bijvoorbeeld Transformers en The Kingdom: de combinatie van verering van het heroïsche Amerikaanse leger en kritiek op de aanwezigheid in Irak (of, in het geval van Shooter, Ethiopië). Keer op keer wordt het er door Swaggers vijanden in gehamerd, bijvoorbeeld door medescherpschutter Sandor: “Dingen, hoe verschrikkelijk ze ook zijn, gebeuren nooit zonder dat de regering er zijn goedkeuring over uitsprak, daar of hier.”
Daar, dat zijn de buitenlandse gebieden waar Amerikaanse soldaten, legaal of illegaal, het vuile werk opknappen. Hollywood koppelt respect voor de middelen van oorlog — de tanks, de bommen en de individuele soldaten — aan een diepgaande scepsis over of afkeer van elk publiek ambt. Zonder daar al te hoogdravend over te doen, natuurlijk. Want, zoals A.O. Scott het in zijn New York Times-recensie van The Kingdom zegt, wat heb je aan geopolitieke beroering als je er niet een beetje lol mee kan hebben?