Carlos Reygadas over Stellet licht

Pijn in het hart

Carlos Reygadas (foto Kris Dewitte)

Carlos zou Reygadas niet zijn als hij niet opnieuw een spraakmakende film zou hebben gemaakt. Deze keer geen expliciete beelden van dikke mensen die seks hebben, maar een film (Stellet licht) opgenomen in de gesloten gemeenschap der Mennonieten. De Filmkrant sprak de Mexicaan in Cannes.

Waar komt uw interesse voor de Mennonieten vandaan? “Ik ben niet in hen geïnteresseerd, niet in hen in het bijzonder.”

Pardon? “Dit moest een liefdesverhaal worden. Niet één over een vijftigjarige man die getrouwd is met een dikke vrouw en er met een jong ding vandoor gaat [zoals in Batalla en el cielo, JS]. Het gaat mij om het abstracte verhaal van een man die van twee vrouwen houdt. Niet omdat de één beter is dan de ander, of mooier. Het gaat mij om de liefde. Om de compassie. En de pijn als je in zo’n situatie zit.
Hun omgeving is de perfecte setting voor zo’n verhaal omdat er geen enkele afleiding is. Die Mennonieten zijn allemaal gelijk, hoe ze praten, hoe ze zich kleden. Er zijn geen uiterlijke verschillen. Als ik een gewone omgeving had gekozen was de één een advocaat geweest, de ander een taxichauffeur. Zelfs hun taal leidt niet af, want de film moet in elk land ondertiteld worden.”

U heeft gezegd de film als een reactie op Batalla en el cielo te zien. “Als een persoonlijke reactie. Ik wilde iets rustigs doen. Op het platteland, met een kleine crew, stilte… Gewoon rust. Batalla was zo hectisch, zo veel energie. Ik was uitgeput van alle logistieke problemen. Het kost veel energie om een film te maken. Ook omdat je jezelf bloot moet geven. Je ‘leegt’ jezelf als het ware.”

In Batalla ging het om de schoonheid, heeft u wel eens gezegd. De schoonheid van ‘lelijke’ mensen. Waar zit de schoonheid in dit geval? “In Batalla keek ik naar de lichamen en het vlees. Nu meer naar de ruimte en het licht. Vandaar ook de titel Stellet licht, stil licht.”

Hoe bent u met de Mennonieten in contact gekomen? “De meeste Mexicanen weten wel dat ze er zijn. Die denken dat het gekke Duitsers zijn die kaas op straat verkopen als ze weer eens getroffen zijn door een slechte oogst. Een paar jaar geleden was ik op reis door Mexico en toen reed ik door hun dorpen. In mijn hoofd was ik al met dit project bezig en bedacht me dat dit de ideale setting zou zijn. Dus probeerde ik contact met hun gemeenschap te leggen. Dat was erg moeilijk. Ze zijn nogal gesloten en ik ben door veel Mennonieten afgewezen. Op een gegeven moment dacht ik dat het onmogelijk zou zijn om deze film te maken.”

Hoe is het u dan toch gelukt? “Door te blijven proberen. Net zo lang totdat ik de juiste mensen ontmoette die er op vertrouwden dat het project de moeite waard zou kunnen zijn. Met Cornelio, de acteur die Johan speelt, heb ik uiteindelijk een goed contact opgebouwd en hij heeft vele deuren voor mij geopend. Hij wist mensen ervan te overtuigen dat de film ook iets positiefs zou kunnen zijn voor hun cultuur. Als een document over hun taal en hun manier van leven. Als mensen over honderd jaar deze film bekijken kunnen ze zien hoe zij nu praten. Hun taal is aan het verdwijnen. Daarom sta ik erop dat de film wordt uitgebracht onder de originele titel: Stellet licht.”

Hun cultuur vormt een mooi contrast met de Mexicaanse. Geen passie maar ratio. Ze lijken alle emoties te onderdrukken. “Het is erg protestants, ja. Maar dat contrast heb ik niet bewust gezocht. Zoals Johan met die twee vrouwen omgaat, zo zou ik het zelf ook doen. Hij doet zijn best, maar faalt. Hij weet dat hij op een bepaalde manier zijn leven vergooit. Maar hij probeert het. Hij probeert eerlijk te zijn en niet te liegen tegen zijn vrouw of zijn minnares. Hij probeert te problemen onder ogen te zien en op te lossen. Er zijn ook mensen die een ogenschijnlijk deugdzaam leven leiden. Maar die leven vaak niet echt.”

Opvallend is dat u een nummer van Jacques Brel gebruikt. “Ik hou van Brel. En hij heeft dezelfde energie voor het leven als Johan. Ook al uiten ze zich compleet anders. Brel is explosief, terwijl Johan zijn emoties onderdrukt. Maar van binnen zijn het soul mates.”

Is Johan niet een egoïst? Het is uiteindelijk weer de vrouw die zichzelf opoffert. “Dat is een moeilijke vraag. Soms is egoïsme de beste optie. Dan ben je tenminste duidelijk. Maar egoïsten zijn niet in staat in de huid van een ander te kruipen. Dat doet hij wel. Dat is juist de reden waarom hij zo lijdt. Hij is alleen wat onvolwassen.”

Maar kunt u zich dit verhaal voorstellen met een vrouw die moeten kiezen tussen twee mannen? “Absoluut. Dat zou wel eens heel interessant kunnen zijn. Maar dat zou binnen deze gemeenschap nog moeilijker zijn geweest. Ik heb er over gedacht om de rol van de twee vrouwen te verwisselen. Dat de één dood zou gaan in plaats van de ander. Ik was even bang dat de film te conservatief zou worden. Ik wilde niet dat het huwelijk zou overwinnen. Maar dat is niet zo, ook niet in deze versie. Het is de liefde. Het gaat erom dat zij zich realiseert dat die andere twee zoveel van elkaar houden, dat ze besluit zichzelf op te offeren. Maar het had ook de andere vrouw kunnen zijn die dat offer brengt.”

Het weer speelt een belangrijke rol. Zeker als dat volledig omslaat. Heeft dat geen problemen opgeleverd tijdens het draaien? “We hebben lang moeten wachten, ja. Zeker op de regen en de sneeuw. Voor één shot hebben we een hele week moeten wachten, met de hele crew. Dat is de scène waarin zij sterft.”

De hele crew heeft moeten wachten. In die gemeenschap? “We leefden in een paar huizen van de Mennonieten. Die lagen nogal verspreid. Ze leven niet in dorpjes, maar in velden. Zelf noemen ze het campos. Wij leefden in zo’n campo, in twee huizen.”

Is er in die tijd een hecht contact ontstaan? “Er was wel contact. De mannen praten wel wat Spaans. Niet echt goed, maar genoeg. En zij vertaalden voor de kinderen en de vrouwen. Maar er was altijd ergens een grens. Je praat met ze, maar echt vrienden word je niet. Onze levens zijn zo anders. Ze reizen niet, ze gaan niet naar plaatsen waar andere mensen zijn, zoals restaurants. Het is echt moeilijk. Wat mij betreft zijn het zeer orthodoxe mensen, fanatici.”

Speelt hun religie een rol voor u? “Misschien bent u het niet met me eens, maar ik heb geprobeerd de religieuze component juist uit het verhaal te halen. Nogmaals, ik wilde een abstract liefdesverhaal maken over een man die niet kan kiezen tussen twee vrouwen. In wezen is hij een vrij man. Ook al behoort hij tot een gemeenschap waarin de meeste dat van binnen niet zijn. Je ziet dat hij de dingen doet, niet uit angst voor zijn geloof of uit angst voor de reacties van zijn omgeving, maar uit de pijn in zijn hart.”