Stellet licht

Minnares onder de Mennonieten

Voor de minutenlange natuuropnames waarmee Carlos Reygadas’ Stellet licht begint en eindigt schieten superlatieven tekort. Ook het verhaal over overspel en vergeving in de Mennonietengemeenschap dat zich daartussen ontvouwt mag er zijn.

Carlos Reygadas opent en sluit zijn derde film Stellet licht (‘Stil licht’) met twee briljante shots. Minutenlang aangehouden beelden van een zonsopgang en een zonsondergang, versneld afgespeeld maar niet met de haastig voorbijvliegende wolken die dat impliceert. Gedurende de shots beweegt de camera zich langzaam vooruit, stopt dan weer even, glijdt nog een stukje verder. De beelden zijn zo gecomponeerd, dat het voelt alsof je dit vuurwerk der natuur live bekijkt. In het openingsbeeld transformeren duistere vormen zich tot bomen, en maakt de donkere sterrenhemel ruimte voor licht oranje en vervolgens gloedvol blauw.

Tussen deze boekeindes ontvouwt zich een klassiek menselijk drama: Johan is getrouwd met Esther, maar gaat vreemd met Marianne; alle drie gaan ze er kapot aan. Dat alles speelt zich af in de teruggetrokken protestantse gemeenschap van de Mennonieten – te vergelijken met de Amish, maar dan iets moderner – in de Mexicaanse plattelandsprovincie Chihuahua. Meer nog dan aan de beelden van het landschap geeft het openingsshot ruimte om te wennen aan het geluid van het land. Constant aanhoudende krekels, zacht ruisend graan, nu en dan een blaffende hond – alleen het licht is hier stil. En dan zitten we binnen, waar het tikken van de klok alle geluid van buiten wegdrukt. Johan, Esther en hun zes kinderen zitten om de tafel. Johan staat op en zet de klok stil; zolang de film duurt zal hij niet verder lopen.

Boerenbruin
De beelden waarin regisseur Carlos Reygadas (Japón, Batalla en el cielo) zijn verhaal vertelt zijn al net zo uitgekiend als dat eerste en laatste, bijna wiskundig in hun precisie (al klinkt dat te saai). In tegenstelling tot het eerste en laatste shot beweegt de camera zelden, zeker in het eerste uur van de film. Zelfs het perspectief staat grotendeels vast: acteurs zijn scherp als ze in het focusgebied staan en worden vager als ze zich daaruit bewegen, zonder dat bijgesteld wordt. Het resultaat zijn enkele prachtig gechoreografeerde scènes, met name die waarin Johan en maîtresse Marianne besluiten dat het zo niet verder kan. "Vrede is sterker dan liefde", houdt Johan zijn grote liefde voor.

Reygadas’ keuze om te werken met niet-professionele acteurs die zelf tot de Mennonieten behoren maakt de setting tot in de details invoelbaar. Dat zit hem voor een groot deel in het Plautdietsch dat men er spreekt, een uitstervende variant op Duits en Nederlands. Maar ook op andere manieren wordt duidelijk dat de acteurs, en dus hun personages, op hun plek zijn in de omgeving die de film toont. Bijvoorbeeld in het boerenbruin van de mannelijke personages, de specifieke vorm van zonbruining die boeren eigen is: bruingebrande onderarmen en gezichten, de bovenarmen en het hoofd boven de hoedrand bleekwit.

Juist die authenticiteit maakt het dromerige formalisme, de bijna melodramatische climax in de regen en het letterlijk sprookjesachtige slot van de film te behappen. Een juweel.