Antonello Grimaldi over Caos calmo

Bang voor de drum

Antonello Grimaldi (foto Angelique van Woerkom)

Caos calmo is een verhaal over rouw dat elke voorspelbare bocht vermijdt. "Als je er muziek van Abba onder zet, is het huis te klein", vertelde regisseur Antonello Grimaldi de Filmkrant tijdens een bezoekje aan Amsterdam.

Aan het strand redt Pietro Paladini de verdrinkende Eleonora, om thuisgekomen te ontdekken dat zijn eigen vrouw is overleden. Hij stopt met werken en bivakkeert vanaf dat moment elke dag op het plein voor de school van zijn dochtertje.

Het is de vertelstijl van de Italiaanse schrijver Sandro Veronesi op wiens gelijknamige roman Caos calmo is gebaseerd, om steeds heel laconiek het onverwachte te presenteren. Maar het is ook de tot in detail uitgedachte realisatie van regisseur Antonello Grimaldi en scenarist en hoofdrolspeler Nanni Moretti die van Caos calmo een warme, zelfverzekerde film maakt.

U moest het boek versimpelen om er een film van te kunnen maken. Wat moest eruit? "Nee, niet versimpelen. We hebben het samengevat. Eén personage is eruit gehaald maar verder hebben we alle essentiële onderwerpen en thema’s erin gelaten. We hebben wel minder dialogen gebruikt. En allerlei typische Veronesi-uitweidingen eruit gehaald. De ontmoeting met Steiner op het eind [een gastrol van Roman Polanski, RR] wordt in het boek helemaal uitgeschreven. Bij mij zitten ze gewoon in de auto en staat de camera buiten. Weg gesprek.
"Of wanneer Pietro [Moretti] de emailcorrespondentie tussen zijn overleden vrouw en een onbekende man ontdekt, wordt daar in het boek een of ander paranoia verhaal aan gewijd. In de film zou dat nergens op slaan vonden wij. Dus wist hij alle mail in een keer. Dat geeft een veel mooiere spanning."

De film kreeg een nominatie voor een Gouden Beer op het filmfestival van Berlijn. Wat is het dat de kijker raakt, denkt u? "De uitnodiging… Ja, de uitnodiging om stil te staan in een wereld waarin dat niet is toegestaan. Juist door stil te staan, kun je iets ontdekken waaraan je anders voorbij zou gaan. Maar het is ook dat ieder van ons iemand nodig heeft die naar ons luistert. Pietro wordt zo iemand door op die bank te gaan zitten."

Terwijl juist hij degene is met het verhaal. "Je zou verwachten dat ze hém komen troosten. Maar hij is stil. En kalm. En zij vertellen vervolgens hun zorgen aan hem."

Zit die kalme chaos in iedereen denkt u? Los van een sterfgeval. "Ja. En ook het verlangen naar kalmte. Maar niet iedereen… durft dat aan. Juist dit moment van rouw brengt Pietro ertoe dat hij rust wil brengen in de chaos. Maar ook zonder dat was die behoefte er al. Zoals bij ons allemaal denk ik."

De film speelt zich bijna alleen af op het plein. Hoe heeft u dat filmen in een besloten ruimte aangepakt en boeiend weten te houden? Voor een regisseur is dat de grote moeilijkheid. "Dat was meteen het eerste dat ik aan de scenarioschrijvers vroeg: haal Pietro uit die auto. Bij Veronesi worden bijna alle gesprekken ín de auto gevoerd. Mja, voor een regisseur is dat natuurlijk een drama. Dus Pietro ging de auto uit. En werd op het plein neergezet. En hij moest gaan bewegen. Ik heb hem van alle kanten gefilmd, en met allerlei snelheden, om het boeiend te houden. Steeds andere hoeken genomen. Ook om de chaos uit te drukken."

Het verhaal is eigenlijk antifilmisch. Want Pietro’s metamorfose zit in zijn hoofd. En die moest u naar buiten halen. "Zeker. Het verhaal in het boek wordt helemaal door de ik-persoon verteld. Dus het had voor de hand gelegen om een voice-over te gebruiken. Maar dat was te makkelijk geweest. De reis van de hoofdpersoon moest te zién zijn, in zijn expressie, en door de verschillende camerastandpunten die dan weer dichtbij en dan weer veraf waren."

Toch gebruikt u geen extreme close-ups. "Dat was bewust. Ik wilde vooral de verhouding van Pietro tot de ruimte laten zien. En hoe hij zich die ruimte langzaam maar zeker eigen maakt. Dat plein wordt een tweede hoofdrolspeler."

Moretti is zelf ook een regisseur. Liet hij u met rust? "Hahaha. We kennen elkaar al 27 jaar. Het is een hele lange vriendschap. En met Domenico Procacci, de producent, heb ik nog samen op filmschool gezeten. We zijn alle drie vrienden, ook al zien we elkaar niet dagelijks. Moretti had veel vertrouwen in ons. En omdat hij de hoofdrol ging doen, had hij besloten zich helemaal daar op te storten en zich niet met andere dingen te bemoeien.
"Hahaha. Hij is één keer heel kwaad geworden en weggelopen. De reden was dat Procacci en ik de opnamen voor een dag hadden stilgelegd. Uhm… omdat wij naar een concert van The Who wilden. Maar dat wist Moretti niet. De dag erna kwamen we weer op de set en hadden we t-shirts aan van The Who. Hij werd woedend."

Hij hield niet van The Who? "Nee, hij was jaloers. Hahaha. Nee. Het was omdat hij zich niet kon voorstellen dat je het draaien een dag stillegt om naar een concert te gaan! Ondenkbaar! Want als je een film maakt ben je helemaal toegewijd. En dat hier zowel de regisseur als de producer naar een concert gaan! Gekkenhuis! Chaos! Hahaha.
"Daarna heb ik hem een t-shirt gegeven en toen was alles weer goed."

Lara, de vrouw die sterft, speelt een heel kleine rol. Geeft dat de film zijn lichtheid en warmte, ondanks het toch redelijk zware thema van rouw? "Ja. De film is lichter dan het boek. Dat gaat vooral over het wachten op de pijn, op het verdriet. In de film komen al die personages naar Pietro toe met hun problemen en twijfels, en die verlichten dat wachten. Pietro is gestopt met rennen en staat stil op dat plein. En alle andere personages draaien als het ware om hem heen. Zij blijven hun levens leiden. Pietro is de bijzondere verschijning en daardoor behoudt de film zijn lichtheid. De niet al te zware problemen van die mensen, war je soms toch ook om kunt glimlachen, stralen op hem af. Als je rouwt komt er een moment dat je weer kunt lachen om de dingen. Eerst een keer, dan twee keer, dan drie keer, enzovoort."

Ik stelde me Caos calmo voor als een Scandinavische film. Dan zou die meteen veel zwaarder en absurder worden. Kunt u zich voorstellen dat er ook een Italiaans joie de vivre in zit die de film licht houdt? "Hahaha, Scandinavisch, ja. [Maakt met handen de vorm van een lange donkere tunnel.] Het is eigenlijk de essentie van de commedia Italiana: op een lichte toon praten over serieuze dingen. Het personage dat die tegenstellingen het best illustreert is Pietro’s broer Carlo. Die is aan de ene kant het cliché van de Italiaan: jeans-ontwerper, mooi, gebruind, macho, mondain, frivool. Maar hij begrijpt aan de andere kant beter dan wie ook zijn wat er in Pietro omgaat. En confronteert hem daar ook mee."

De film heeft een prijs gekregen voor zijn soundtrack, waar nummers van Radiohead en Rufus Wainwright in zitten. U noemde Caos calmo zelf ergens een rock-film. Waarom was die muziek zo belangrijk? "Dat heeft één simpele reden: Italiaanse regisseurs zijn bang voor de drums.
[De tolk zegt dat er rockmuziek zit in Buongiorno notte van Marco Bellocchio. Waarop Antonello streng uitlegt dat daar Pink Floyd in zit en dat dat toch echt iets anders is dan rockmuziek.]
"Daarnaast is Bellocchio 60 jaar oud terwijl ik de jongste generatie bedoel. Ze zijn bang dat rockmuziek afdoet aan hun gezag als regisseur. Als je in Italië een goeie auteursfilm maakt en je zet er muziek van Abba onder, dan is het huis te klein."

Waarom doen jongeren het niet en u wel? "Omdat ik met rock ben geboren. Rock wordt gezien als lage cultuur terwijl het voor mij het hoogste is. Het is alsof ik er klassieke muziek onder zet."

U hebt een rock-hart. Maar u wilde ook een statement maken? "Absolutamente! Dat rockmuziek wel in een serieuze film past. Dat is nu mijn handtekening geworden."