Amat Escalante over Lost in the Night

'Jongeren lijden het meest'

Amat Escalante. Foto: André Bakker

Amat Escalante gaat in Lost in the Night verder waar hij met zijn vorige film gebleven was: bij de gewelddadige corruptie in alle lagen van de Mexicaanse maatschappij.

Als de Mexicaanse regisseur Amat Escalante, die ik op IFFR in het Engels spreek over zijn nieuwste film Lost in the Night, op een gegeven moment het woord escalates laat vallen, vraag ik hem of dat ook is wat zijn achternaam betekent: escaleren. Hij lacht een beetje (het is misschien mijn eerste echt onverwachte vraag) en zegt dan: “Ja, eigenlijk wel. Escalante betekent escalating. Dus ja, het komt van hetzelfde.” En Amat, vraag ik, betekent dat iets? “Dat komt van liefde. De geliefde.” De liefde en de escalatie: alleen op die naam al kun je een heel oeuvre bouwen, scherts ik.

En laat Escalante dat nu ook zo ongeveer gedaan hebben. Al centreert hij in plaats van liefde eerder seks (maar niet altijd zonder liefde) en kun je ‘escaleren’ bij hem vaak vernauwen tot ‘exploderen’: de kruik gaat zolang te water tot ze barst. Een onvermijdelijk ontsporende situatie met ergens lust in het hart, dat benadert een rode draad in zijn oeuvre. Van zijn debuut Sangre (2005) via Los bastardos (2008), Heli (2013, beste regisseur in Cannes) en La región salvaje (The Untamed, 2023, beste regisseur Venetië) tot zijn nieuwste.

Het begon allemaal waar we nu zitten: in Rotterdam. “Mijn eerste korte film werd hier voor het eerst vertoond. Dat heeft me de moed gegeven door te gaan. Want zelfs het filmfestival in mijn woonplaats wilde hem niet hebben. Niet eens voor hun programma met lokale korte films, haha!”

Maar Rotterdam wilde wel. En vertoonde sindsdien al zijn films. “Het voelt hier voor mij als thuis. Pas toen Rotterdam die eerste korte film vertoonde, dacht ik: oké, ik kan hiermee verdergaan. Want al die afwijzingen hadden me enorm gedemotiveerd.” En zo begon in Rotterdam Escalante’s zegetocht door de festivalwereld.

Verrotte samenleving
Die korte film is te zien op YouTube. Amarrados gaat over een jonge lijmsnuiver, die geld steelt bij z’n geliefde sekswerker, met regelmaat wordt mishandeld en niets liever wil dan wegdromen in zijn roes. En van daar is het alleen nog maar geëscaleerd.

Met name Heli was een zware zit. Een keiharde, gewelddadige film over de endemische corruptie in Mexico. Een martelscène met een pik en een aansteker werd de meest besproken scène van Cannes dat jaar. Zijn technisch kunnen werd alom geprezen, maar de uitzichtloosheid zat een deel van de critici dwars. Sommigen meenden her en der toch nog een streepje licht te zien en klampten zich daaraan vast. Maar de meesten zagen – terecht, denk ik – vooral een inktzwart beeld van een diep verrotte samenleving.

En hoewel La región salvaje wat meer afstand schepte via een buitenaards tentakelseksmonster, geïnspireerd door Andrzej Żuławski’s Possession (1981), vertelde die film bij nadere beschouwing een even grimmig en wanhopig verhaal over een corrupt, seksistisch land.

Lost in the Night

Het leed van anderen
Hoe cynisch is het dan dat sommige critici dit keer verzuchten dat Lost in the Night “teleurstellend conservatief” is, zoals The Hollywood Reporter het formuleerde, vergeleken met zijn voorgaande titels? THR zag onvoldoende “sadisme, seks en echt vreemde sciencefiction”. Niet genoeg sensatie dus, in dit gelaagde verhaal over (opnieuw) gewelddadige corruptie in de Mexicaanse maatschappij.

“Verwachtingen”, mompelt Escalante afwerend. En ja, natuurlijk – maar wel diep cynische verwachtingen, tegenover een film waarin de jonge hoofdpersoon (zeer naturel gespeeld door Juan Daniel García Treviño) door een persoonlijke hel gaat nadat zijn activistische moeder, die strijdt tegen een machtig Canadees mijnbedrijf, is gekidnapt en ‘verdwenen’. Een fictief verhaal, maar gebaseerd op werkelijke situaties. Daar hadden THR en anderen graag nog wat meer sadisme bij gezien.

Het is extra cynisch, omdat het lichtzinnig gebruik van het leed van anderen voor de eigen artistieke uiting juist een van de onderwerpen is van Lost in the Night. De getergde jonge hoofdpersoon Emiliano, die leeft in een conservatief plaatsje, gaat samen met z’n lief werken bij een stadse beeldend kunstenaar die daar een buitenhuis heeft gekocht, omdat hij vermoedt dat die man iets met de verdwijning van zijn moeder te maken heeft. Waarbij de nihilistische kunstenaarsdochter de seksuele rol speelt die het tentakelmonster vertegenwoordigde in La región salvaje en de narcistische kunstenaar in de jongen vooral een interessant onderwerp ziet.

Wit privilege
Kies je een kunstenaar als hoofdpersoon, dan vraag je om deze vraag: is het een zelfonderzoek naar hoe de kunsten teren op de ellende van anderen, zoals Escalante’s films vanaf het begin hebben gedaan? “Ja, dat was een belangrijk uitgangspunt voor deze film. En een beeldend kunstenaar nemen was makkelijker dan een filmmaker, omdat je de werken direct kunt laten zien. En misschien wilde ik ook liever iets meer afstand houden.”

Toch heeft Escalante tegen het gebruiken van de ellende van anderen duidelijk geen principieel bezwaar. “Ik denk inderdaad niet dat het per se verkeerd is. Maar bij deze kunstenaar is het uitgangspunt corrupt.” Al is de kunstenaar overtuigd van zijn eigen gelijk en lijkt hij, op zijn eigen, oppervlakkige manier, integer. Wat hem een des te confronterender personage maakt – want hoe weet je of je eigen diepste overtuigingen stroken met de maatschappelijke werkelijkheid? “Dat is… dat kan ik eigenlijk niet beantwoorden. Maar ik kan niet anders dan uitgaan van mijn eigen nieuwsgierigheid en angsten. Dat is alles wat ik heb.”

De kunstenaar is in dit verhaal ook bereid iets op het spel te zetten, leg ik Escalante voor. “Maar dat stelt uiteindelijk weinig voor”, relativeert die. “Ik was deels geïnspireerd door de Italiaanse film Investigation of a Citizen Above Suspicion [Elio Petri, 1970], waarin een agent vergeefs probeert gearresteerd te worden voor een moord die hij heeft gepleegd. Maar dat lukt niet, vanwege zijn maatschappelijke positie. Hij staat ‘boven elke verdenking’. Deze kunstenaar biecht iets op, inderdaad, maar hij weet dat hem uiteindelijk toch niets zal overkomen.” Hij behoort tot de Witte bovenlaag, net als Escalante zelf: “Het is in Mexico nu eenmaal zo dat huidskleur en klasse nog steeds een prominente rol spelen. En dat ik daarom een enorm privilege heb.”

Geen uitweg
Maar de houding van de artistieke elite ten opzichte van de onderdrukte klasse en de corruptie van politie en politiek, die het internationaal grootkapitaal beschermen tegen eco-activisme, zijn niet de enige krachten aan het werk in Lost in the Night. Ook religieus sektarisme, MeToo, kindermisbruik en verslaving aan sociale media spelen een rol in een verhaal dat steeds tussen al die lagen heen en weer stuitert zonder de menselijkheid van zijn personages daaraan te offeren. En zo gaandeweg een weids vertakt totaalbeeld van een deel van de samenleving creëert.

Een totaalbeeld dat vooral deprimerend is voor jongeren. Nergens lijkt een uitweg te vinden uit deze tot in het merg corrupte samenleving. “Ja, nou, ik heb toch wel geprobeerd er een beetje hoop in te krijgen. Met wat humor, wat ironie”, protesteert Escalante. “Want dat hoort ook bij een eerlijk beeld. Totaal hopeloos is het niet.”

Die humor heb ik wel meegekregen, riposteer ik, maar mijn uiteindelijke gevoel van wanhoop werd er niet minder op. “Het is ook moeilijk voor ze”, zucht Escalante. “De jongeren lijden het meest. En er is heel weinig wat ze daaraan kunnen doen.”