Redactioneel – mei 2024
Verrek
In een tijd waarin van ophef naar ophef wordt gehuppeld door mensen en media die achtergronden en context als ballast beschouwen, is het logisch dat een dag lang werd herkauwd dat Jerry Seinfeld zei: “De filmindustrie is voorbij.”
Seinfeld zei er in een interview in GQ bij: “Film bezet niet langer de bovenste plek in de sociale, culturele hiërarchie zoals dat het grootste deel van ons leven het geval was. Wanneer een film uitkwam, als die goed was, gingen we allemaal kijken. Iedereen had ’t erover.” Dat maakt die eerste opmerking al een beetje anders. Maar toch. Zal er ook maar één lezer hebben gedacht: “Verrek, hij heeft gelijk”?
Het staat natuurlijk iedereen vrij om overbodige dingen te zeggen en het staat iedereen vrij om daar niet op te reageren. Ik wil er wel op reageren, want er schuilt een impliciete aanname in Seinfelds woorden die weersproken moet worden. Die gaat niet alleen over film.
Waarschijnlijk zijn wij mensen de minst conservatieve soort op aarde, maar we zijn nog steeds behoorlijk conservatief. Achter Seinfelds woorden zit de gedachte dat er maar één werkelijkheid bestaat voor de filmindustrie: de Amerikaanse werkelijkheid, waarin films alleen kunnen bestaan als er hoge winsten op worden gemaakt. De gedachte dat een ander soort filmindustrie mogelijk is, zoals in (ik noem maar wat) Frankrijk – waar men natuurlijk ook winst wil maken op een film, maar waar ook het culturele belang ervan wordt gezien – komt blijkbaar niet op bij de Amerikaan. Dat iets meteen ‘voorbij’ is zodra het niet meer ‘de bovenste plek in de sociale, culturele hiërarchie bezet’, is überhaupt een rare redenering. Dan is de game-industrie ook ‘voorbij’. Die staat ondanks de enorme omzetten ook niet bovenaan die hiërarchie.
Seinfeld was waarschijnlijk gewoon nostalgisch en niet alarmistisch en vergat gewoon even dat we niet meer in 1980 leven. Maar het punt blijft dat als je film – of wat dan ook – volledig aan marktkrachten overlaat, de meeste mensen na een tijdje vergeten dat er ook andere mogelijkheden zijn. Bovendien wordt het dan moeilijk om als samenleving de regie terug te pakken of anderszins borg te staan voor – bijvoorbeeld – meer gewaagde films die niet meteen een groot publiek zullen veroveren (zie ook het artikel over Arthouse en Mainstream). Want dan zijn er ondernemers opgestaan die vervolgens naar de rechter stappen om marktwerking af te dwingen.
Het is goed om je bij opmerkingen zoals die van Jerry Seinfeld te blijven realiseren dat er niet slechts één route naar de toekomst is. Dat we niet per se de kant op hoeven waar de grootste ophef wordt gemaakt.