Cannes 2023, blog 6
Met opzet en/of per ongeluk
Filmkrant doet dagelijks verslag van het 76e filmfestival van Cannes, waar Justine Triets Anatomy of a Fall afgelopen zondag zijn wereldpremière beleefde. De complexe film gaat over het niet te dichten gat tussen werkelijkheid en representatie en vat de ervaring van Cannes goed samen.
Justine Triets Anatomy of a Fall begint met alleen geluid. “Wat wil je weten?”, vraagt een stem. Een andere stem antwoordt met een vraag. We luisteren naar een interview, dus.
Dan, eindelijk, beeld. Maar niet van dit gesprek – al lijken we ons wel op dezelfde locatie te bevinden als waar het gesprek zich afspeelt. Een blinde jongen loopt met zijn hond door een huis. Pas dan krijgen we het interview te zien, dat ondertussen doorliep op de geluidsband. Nu al weten we dat woorden en werkelijkheid niet noodzakelijkerwijs overeenkomen in Anatomy of a Fall.
Het gesprek is tussen schrijver Sandra (Sandra Hüller) en een van haar studenten. Ze praten over Sandra’s werk, specifiek het feit dat de student is opgevoerd in Sandra’s roman. Het is niet echt, zegt Sandra. Haar student dringt aan: toch heb je me eerst moeten ontmoeten voor je fictie over me kon schrijven. Je fictie vertrekt dus altijd vanuit de realiteit.
De val waar de titel over spreekt, is letterlijk bedoeld: Sandra’s man Samuel valt even later uit het raam van de zolder die hij aan het opknappen is. Of werd hij geduwd? Het forensisch team is er niet zeker van. Over de forensische doodsoorzaak zegt het autopsierapport: ‘met opzet en/of per ongeluk’.
Dat ‘en/of’ is waar de film om draait. Triet bouwt uiterst nauwkeurig een verhaal op waarin beide opties – opzet of ongeluk – mogelijk blijven. De val uit de titel blijkt ook een figuurlijke val: die uit de gratie van Sandra, die wordt verdacht van de dood van haar man en zich in de tweede helft van de film in de rechtszaal moet verdedigen. In deze rechtszaal zien we hoe feiten op twee manieren kunnen worden uitgelegd en hoe de waarheid meer te maken heeft met welk verhaal geloofwaardiger is dan met wat er werkelijk is gebeurd.
Anatomy of a Fall is een van de beste films die ik afgelopen dagen zag. Wat mij betreft een kandidaat voor de Gouden Palm, of minstens de prijs voor beste scenario – al is de acteerprijs voor Hüller ook goed in te denken.
Het is ook een film die mijn ervaring van het festival van Cannes verbeeldt. Niet qua gebeurtenissen, natuurlijk – niemand wordt hier verdacht van moord – maar wel van de ontkoppeling tussen feit en woord, tussen wat er gebeurt en wat mensen erover zeggen, en van de rol van het vertellen van verhalen op het festival.
Dat zit bijvoorbeeld in de behandeling van vrouwen op en rond het festival. Anatomy of a Fall is een van de zeven films van vrouwelijke makers in de hoofdcompetitie van deze 76e editie van Cannes. Met dit aantal werd het record van vijf films dat vorig jaar werd gezet verbroken. Het gaat de goede kant op, stelt festivaldirecteur Thierry Frémaux dan ook in een interview met tijdschrift Le Film Français: “Dit is het resultaat van echte vooruitgang in de maak.” Hij benadrukt het belang van de vrouwelijke blik in het programma: “Het belangrijkste is dat de aanwezigheid [van meer vrouwen in de competitie] nieuwe verhalen, benaderingen en personages met zich meebrengt.”
Die vrouwelijke blik is aanwezig. Zie bijvoorbeeld How to Have Sex, waarin de Britse filmmaker Molly Manning Walker verkrachtingscultuur op een invoelende manier in beeld brengt. Opvallend veel films in het programma gaan daarnaast over seksisme. Een greep: Goodbye Julia, de eerste Soedanese film ooit geselecteerd voor het festival, onderzoekt een gecompliceerde vriendschap tussen een Noord- en Zuid-Soedanese vrouw en legt de schuld van hun gecompliceerde gevoelens expliciet bij het patriarchaat. Banel & Adama van debutant Ramata-Toulaye Sy gaat over de dubbele standaard voor mannen en vrouwen in Senegal. Firebrand (Karim Aïnouz) gaat over het gebrek aan kennis over vrouwen in de geschiedenis en zet dit gebrek recht met een kritisch portret van Henry VIII. Four Daughters (Kaouther Ben Hania) bevraagt de mogelijkheid van vrije keuze van vrouwen in Tunesië.
Tegelijkertijd opent het festival met een film waarmee anti-feministisch icoon Maïwenn de wederopstanding van Johnny Depp inluidt. Zoals collega Hugo Emmerzael al schreef in zijn vooruitblik op deze editie: ‘Depps rehabilitatie werpt een schaduw over de trotse verkondigingen van het festival dat er meer vrouwelijke regisseurs dan ooit tevoren in de hoofdcompetitie zitten.’
Tijdens de persconferentie over May December van Todd Haynes hekelde hoofdrolspeler Natalie Portman de tegenstrijdigheid van het festival: “Zelfs hier […] worden wij geacht ons ons anders te gedragen dan mannen,” zei ze, onder andere doelend op de (ongeschreven) kledingregels voor de rode loper. “De verwachtingen zijn de hele tijd anders. En dat beïnvloedt hoe je je gedraagt.”
Ik praat er liever niet over, maar het moet toch gezegd worden: mijn ervaring van het festival wijkt ook af van die van mijn mannelijke collega’s – in ieder geval van degenen met wie ik het appartement deel en waarmee ik hierover uitgebreid heb gesproken. Dat geldt in Nederland ook, maar hier heeft het een extra desoriënterende laag. Ik kijk films over vrouwenonderdrukking en bevind me als ik de zaal uitloop op een festival dat op grote en kleine manieren dezelfde onderdrukking etaleert. De zóveelste vraag of ik misschien een student ben, ook nadat mijn collega’s net hebben uitgelegd dat we allemaal pers zijn. De gastpersonen, die de rijen in goede banen leiden en de toegangsbewijzen controleren, die mijn weg naar de zaal versperren en grappen dat ik er niet in mag. Met opzet en/of per ongeluk – dat maakt eigenlijk niet zo veel uit.
Het zijn kleine voorbeelden, maar het zijn keer op keer terugkerende momenten waar mijn mannelijke collega’s geen last van hebben. Ze vallen bovendien extra op door de marketing van het festival, dat dit jaar nota bene Catherine Deneuve op de poster heeft gezet, die in 1971 een manifest ondertekende voor het recht op abortus.
Net als in Anatomy of a Fall is er in Cannes een gapend gat tussen werkelijkheid en vertelling.