Cannes 2023, blog 1

Potten, pannen en palmen

Jeanne du Barry

Filmkrant doet verslag van het 76e filmfestival van Cannes. Voordat openingsfilm Jeanne du Barry vanavond de rode loper inzegent, kijken we vooruit naar de komende festivaleditie, waarin de balans – ook een mooie traditie hier – een beetje zoek lijkt te zijn.

Het is al vaak gezegd dat Cannes een vat vol tegenstrijdigheden is. Geen ander festival geeft geëngageerde wereldcinema zo’n prominent podium, terwijl het tegelijk schaamteloos de globale commercie de vrije hand geeft.

Dat een slow cinema docu van Wang Bing over Chinese fabrieksarbeiders in de hoofdcompetitie draait terwijl onder meer Russisch en Saoedisch geld hier tegen de plinten klotst, zit in het dna van Cannes. De komende tien dagen zien we hier zowel De bezette stad, Steve McQueens ruim vier uur durende documentaire over de bezetting van Amsterdam, als de vijfde Indiana Jones en de nieuwste animatie uit de stal van Pixar: Elemental.

Noblesse oblige dus van Cannes om Jeanne du Barry als openingsfilm te selecteren. In deze zesde speelfilm van filmmaker/acteur Maïwenn speelt de in opspraak geraakte Amerikaanse acteur Johnny Depp een prominente rol: hij speelt de Franse koning Louis XV tegenover Maïwenn als zijn maîtresse. Dit historische drama over de scandaleuze verhouding die de koning jarenlang in de schaduwen van Versailles onderhield, is Depps eerste grote film sinds zijn eigen scandaleuze relaas: zijn ex-partner, acteur Amber Heard, beschuldigde Depp van seksueel misbruik en huiselijk geweld, wat leidde tot een complexe rechtszaak in Londen.

De zaak werd een gigantisch media-event, waarin legertjes online reaguurders een mening hadden over de schuld of onschuld van Depp en het slachtofferschap of doorzettingsvermogen van Heard. Omdat de rechtszaak geschikt is – ondanks aannemelijke argumenten en bewijsstukken die Depps schuld bevestigen – zag het festivalteam in Cannes geen bezwaar tegen het verschaffen van een wereldplatform aan de gevallen ster. Feitelijk verzorgt het daarmee de rehabilitatie van Johnny Depp.

Sterker nog: tijdens de openingsceremonie vanavond zal Depp de rode loper betreden als het nieuwe gezicht van een Dior-geurlijn, een partnerschap dat de boeken ingaat als een van de meest lucratieve mannenparfumdeals ooit gesloten. Ondertussen wordt op de markt van het festival Depps eerste film in 25 jaar als regisseur aangeboden, een biopic van schilder Modigliani. Al Pacino tekende voor de hoofdrol.

Depps rehabilitatie werpt een schaduw over de trotse verkondigingen van het festival dat er met zeven films (van de eenentwintig) meer vrouwelijke regisseurs dan ooit tevoren in de hoofdcompetitie zitten. Met nieuwe films van Justine Triet, Alice Rohrwacher, Jessica Hausner, Catherine Corsini en Catherine Breillat is dat best een indrukwekkend, maar toch ook een enigszins voorspelbaar lijstje, naast de Tunesische regisseur Kaouther Ben Hania. De toevoeging van de debuterende Senegalese regisseur Ramata-Toulaye Sy wekt dan ook de meeste nieuwsgierigheid op. Noemen we dit goed nieuws – want een verbetering ten opzichte van eerdere jaren – of is het toch een te voorzichtige stap naar gendergelijkheid? In Cannes zijn dingen vaak allebei tegelijk.

Ook enigszins pikant dat Ken Loach’ maatschappelijk geëngageerde The Old Oak hier in première gaat, terwijl het festival een nadrukkelijk verbod afkondigde op demonstraties van vakbonden op en om het festivalterrein. Niettemin kondigde vakcentrale CGT al aan op 21 mei de barricaden op te gaan. Drie weken geleden dreigde de energievakbond van CGT zelfs de stroom van het festival af te snijden als wapen in de strijd voor betere pensioenregelingen, maar daar zagen ze uiteindelijk vanaf.

Ironie ten top dat uitgerekend Ruben Östlund dit jaar de juryvoorzitter van de hoofdcompetitie is, terwijl veel horecamedewerkers van de restaurants, hotels en cafés rondom de Croisette gaan staken, want hun plan had zo uit het scenario van Östlunds satirische Gouden Palm-winnaar Triangle of Sadness kunnen komen. Op vrijdag 19 mei staan ‘de arbeiders’ die hier ‘de culturele elite’ serveren tussen 13.00 en 15.00 uur op het plein voor het luxueuze Carlton-hotel om letterlijk op pannen en potten te slaan voor een hoger (lees: normaal) loon. De grap: protesteren voor het Carlton is wél toegestaan, omdat het iconische Cannes-hotel privéterrein is.

Natuurlijk moet Cannes niets hebben van die demonstraties. Dit festival bewaakt niet alleen de cinema, maar in zekere zin ook de gevestigde orde. De afgelopen jaren werden er weliswaar steeds meer demonstraties op de rode loper voor het festivalpaleis georganiseerd, maar die stonden vooral in het teken van politieke kwesties in andere landen, zoals het opkomen voor mensenrechten in Iran of een steunbetuiging voor Oekraïne na de invasie door Rusland. De aangekondigde demonstraties van dit jaar ageren juist tegen de ongelijkwaardigheid van de status quo in Frankrijk. Het roept associaties op met Jean-Luc Godard en François Truffaut die het in 1968 voor elkaar kregen om Cannes stil te leggen in solidariteit met de demonstraties en protesten die door heel Frankrijk oplaaiden.

Weemoed naar de tijd van rebellen als Godard wordt nog eens versterkt door Phoney War, Godards laatste korte film, die postuum in première gaat op deze editie. Misschien laat iemand zich door dit toeval inspireren en wordt een soortgelijke actie ondernomen.