Berlinale 2023

Zachte woorden stillen de toorn

Sur l’Adamant

Dat de bescheiden documentaire Sur l’Adamant de Gouden Beer won, verraste veel mensen, maar paste perfect bij een Berlinale waar mildheid het hoogste woord voerde.

De winnaars van de Gouden Beer wekten de afgelopen jaren wel vaker verbazing. Maar zelden zo veel als de bekroning op zaterdag 25 februari 2023 van Sur l’Adamant van Nicolas Philibert, de enige documentaire onder de negentien competitiefilms.

De winnaars die de afgelopen jaren in eerste instantie verrasten, bleken bij nadere beschouwing telkens iets kernachtigs van de tijdgeest te hebben gevat. In 2020 won Mohammad Rasoulof met There Is No Evil, die een voorbode bleek van de breed gedragen protesten in Iran. In 2021 werd de virtuele corona-editie gewonnen door Radu Jude, die met Bad Luck Banging or Loony Porn de pandemische chaos recht in de ogen keek. Vorig jaar bleek Carla Simón met Alcarràs een vaandeldrager voor een veelbelovende nieuwe generatie vrouwelijke filmmakers uit Spanje.

In dat licht bezien is nu dus de vraag in welke richting Sur l’Adamant wijst. Twee mogelijke vergezichten. Ten eerste: een groeiende waardering voor de documentaire als volwaardige cinematografische (en dus niet ‘slechts’ journalistieke) vorm – iets waarvan ook de Gouden Leeuw voor All the Beauty and the Bloodshed van Laura Poitras op het afgelopen filmfestival van Venetië getuigde. Ten tweede, daaraan gerelateerd maar intrigerender: waardering voor mildheid in plaats van filmisch spierballenvertoon.

Roter Himmel

Van die mildheid getuigen ook diverse andere prijswinnaars. Christian Petzold (Grote Juryprijs) levert met Roter Himmel een van zijn meest zachtmoedige films af – ondanks de constante dreiging van verzengende bosbranden op de achtergrond. De unieke gimmick van juryprijswinnaar Mal viver van João Canijo, die met Viver mal (op het festival vertoond buiten competitie) een zusterfilm had die dezelfde gebeurtenissen vanuit andere perspectieven toont, vergrootte vooral de empathie met de buitenissige personages. En met 20,000 especies de abejas, waarvoor de pas negen jaar oude Sofía Otero de Zilveren Beer voor Beste Hoofdrol won, brengt Estibaliz Urresola Solaguren (een van die Spaanse talenten in het kielzog van Carla Simón) een bijna conflictloze variant van een trans coming-of-age. Er wordt over van alles gekissebist in de familie van het door Otero gespeelde trans meisje, maar vrijwel nooit komt het tot slaande ruzie.

Zonder fratsen
Dat Sur l’Adamant verraste als winnaar van de Gouden Beer had ongetwijfeld te maken met de ogenschijnlijke bescheidenheid van de documentaire. Bij de prijsuitreiking sprak juryvoorzitter Kristen Stewart over wat kunst kan betekenen en het lijkt erop dat de jury onder meer viel voor het sterk empathische perspectief van de film. Er zijn geen schokkende politieke kwesties, geen dramatische gebeurtenissen, geen uitdagende esthetiek.

Philibert maakte ruim twintig jaar geleden furore met Être et avoir (2002), een portret van een dorpsschooltje. Op vergelijkbare wijze toont hij het reilen en zeilen op de Adamant, een in hartje Parijs op de Seine drijvende dagopvang voor mensen met psychiatrische problemen of mentale handicaps. Een film opgebouwd uit invoelende portretten zonder fratsen, maar als een van de bezoekers in het begin een rauwe vertolking geeft van het lied ‘La bombe humaine’ voel je direct ook de kracht.

Voor Philibert zijn de klanten hier geen patiënten, maar gewoon mensen die allemaal hun vreugde, pijn en problemen kennen, daar open over vertellen of soms even boos zijn. Intussen maken ze muziek, schilderen ze of zijn ze met een fotoproject bezig. Inderdaad, kunst is hier belangrijk, net als samen koken en aan het eind van de dag de boekhouding opmaken.

Le grand chariot

Aangenaam
Ook het innemende Le grand chariot van Philippe Garrel, die (onverwachts maar niet onterecht) de Zilveren Beer voor Beste Regie won, viel op door z’n milde toon. De afgelopen decennia maakte het Nouvelle Vague-icoon piepkleine zwart-witfilms die veelal gingen over stuurloze mannen (en soms vrouwen) die vreemdgaan of op andere manieren een rommeltje van hun leven maken. Semi-autobiografische meesterwerkjes, stuk voor stuk variaties op hetzelfde thema, die de overweldigende kracht van de liefde en de onvoorspelbaarheid van het leven tonen. Ze gaan over hoe je zelfbeeld plotseling kan kantelen als je door de ogen van een ander naar jezelf kijkt.

Garrels nieuwe film heeft opnieuw dezelfde filmische fascinaties, maar de inmiddels 74-jarige regisseur zet bijna een radicale nieuwe stap. Natuurlijk is er weer een man, dit keer een armlastige kunstenaar, die finaal van het pad raakt. Tegenover die tragiek zet Garrel dingen die we in zijn films lange tijd niet zagen: liefde, warmte, gemeenschap en kleur. Le grand chariot is Garrels meest aangename en toegankelijke film in jaren. Met die Zilveren Beer als zetje in de rug is het een prachtige uitnodiging om, voor het eerst of opnieuw, in het oeuvre te duiken van deze te vaak over het hoofd geziene auteur.

Allensworth

Ongefocust
Ook buiten de competitie zag je bij gevestigde auteurs kleine vernieuwingen in hun esthetiek. James Benning, meester van de non-fictie Slow Cinema, maakte met Allensworth een portret van een verlaten gemeente, die vroeger volledig door Afro-Amerikaanse burgers werd bewoond en bestuurd. Voor het eerst breekt Benning met een van zijn vaste stijlregels door muziek te gebruiken: nummers van onder andere Nina Simone brengen de historische context van het plaatsje dichterbij. Muziek toelaten lijkt een kleine keuze, maar in het werk van Benning is het een radicale stap. En een zachte handreiking naar de kijker.

Berlinale-lieveling Hong Sang-soo verruilde net als Garrel zijn typerende zwart-wit voor kleur in het dromerige In Water. De film is opgebouwd uit onscherpe shots – een keuze die de uiterst productieve regisseur op de persconferentie toeschreef aan het feit dat hij zelf steeds slechter ziet. Waar hij de kijker in eerdere films via zijn nauwelijks verholen semi-autobiografische personages deelgenoot maakte van zijn binnenwereld, nam hij die nu ook mee in zijn fysieke ervaring van de wereld.

Die onscherpe beelden leveren een intrigerende waas van pixels op. Soms lijkt het alsof je door een aquarium naar de personages kijkt. Je herkent hun handelingen, maar hun gezichten zijn onleesbaar. Het verlegt de focus naar hun lichaamstaal en naar Hongs minimalistische maar effectieve mise-en-scène. De laatste tien minuten van de film, waarin het middaglicht flikkert op de rimpels van de golven aan een strand, behoren tot het mooiste wat Hong ooit heeft geschoten.

Here. Foto: Erik De Cnodder

Lome zomer
Maar de mooiste mildheid vonden we in Here van de Vlaamse filmmaker Bas Devos. Een minimalistische film wat betreft verhaal en handeling, maar groots in wat hij op weet te roepen. Dat herkenden ook de jury’s: Here won in de in 2020 ingestelde ‘tweede competitie’ Encounters zowel de prijs voor Beste Film als de Fipresci-prijs van de internationale filmkritiek.

Here bouwt voort op Devos’ zachtmoedige stadsportret Ghost Tropic (2019). Waar hij in die film thuisstad Brussel bij nacht vastlegde, speelt Here zich vooral af op lome zomerdagen. We volgen Stefan, een jonge arbeidsmigrant die stilzwijgend heeft besloten terug te keren naar zijn geboorteland Roemenië. In zijn laatste dagen loopt hij eindeloos langs de groene randen van de stad die hij lange tijd zijn thuis noemde. Hij kletst wat met vrienden en deelt de soep uit die hij maakte van de restjes in zijn koelkast. Hij ontmoet een jonge Chinees-Belgische vrouw die wetenschappelijk onderzoek doet naar de mossen in het stadsbos. Hun ontmoeting is vluchtig en ongrijpbaar – er gebeurt niets, het kan nergens toe leiden, en toch betekent het alles. De film die Devos eromheen creëerde is al even etherisch en tegelijk staat hij als een huis. Here is cinema als een warm bad, lief en liefdevol en vol aandacht voor al het kleine dat het leven de moeite waard maakt.

Na jaren van pandemie en voortdurende, alomtegenwoordige crisissen is die zachtmoedigheid die we in Berlijn vonden, bijna een daad van verzet te noemen.