Vergeten zilver: Mickey Rourke
Existentialist
In deze nieuwe rubriek geen ruimte voor de zoveelste filmauteur. Hier wordt stilgestaan bij vergeten, markante of ondergewaardeerde acteurs en actrices. Deze maand: Mickey Rourke, rebel van beroep.
Begin jaren tachtig had Francis Ford Coppola ballen. Terwijl de wereld hem na Apocalypse Now in de gaten hield kwam hij met One from the Heart, neergesabeld wegens het sentiment en de overdreven stilering. Na dit neersabelen nam hij twee tienerrebelliefilms back to back op, The Outsiders en Rumble Fish. Allebei zo mogelijk nóg gestileerder en dus opnieuw neergesabeld.
Als je die films nu terugziet valt de ophef een beetje te begrijpen. De films bevatten dik aangezette symboliek. Maar wat zien ze er prachtig uit en wat had Coppola toch een goed oog voor jong talent. Neem Rumble Fish (1983), nu uitgebracht in een luxe dvd-editie met een gigantische hoeveelheid extra’s. Van de cast vol onbekenden werden Diane Lane, Nicolas Cage, Christopher Penn, Matt Dillon en Laurence Fishburne Hollywood-sterren.
Met de grootste attractie van de film, Mickey Rourke, liep het anders af. En dat terwijl zijn entree als ‘The motorcycle boy’ toch legendarisch is, wanneer hij na jarenlange afwezigheid in zijn oude buurt opduikt en zijn broertje Dillon tijdens een bendegevecht bijstaat: “What is this? Another glorious battle for the kingdom?” Hij trekt er een gezicht bij waarop levensmoeheid en een vertederende glimlach elkaar kruisen, een expressie die hij de hele film lang moeiteloos volhoudt en die hem onweerstaanbaar maakt. Vrouwen vallen als een blok, mannen bewonderen zijn ongekende charisma.
Rourke wist trouwens alles van vechten. Hij groeide op in een arme buurt, hing met de verkeerde gasten op straat rond en werd een succesvolle amateur-bokser. Na een paar kleine maar fijne bijrollen kreeg hij een kans zich te bewijzen in Rumble Fish. Hij stelde Coppola niet teleur. Met een fluisterende stem zet hij een knappe existentialistische loner neer, een zacht pratende ex-gangster, een rebel, iemand die zijn eigen weg moet gaan en zijn einde met open blazoen tegemoet treedt.
Hierna maakte Rourke zijn nieuwe status als ouderwets matinee idol nog waar met Alan Parkers ‘horror noir’ Angel Heart en met Barfly, waarin hij een overtuigende Charles Bukowski vertolkt. Daarna kwamen succesfilms, maar dan ranzige, zoals Nine ½ Weeks, en met Harley Davidson and the Marlboro Man maakte hij zich onsterfelijk belachelijk. Als hij dat overigens niet al gedaan had door weer een loopbaan als profbokser te beginnen, van allerlei verboden stimularia te snoepen, tussendoor een peperdure maar incompetente therapeut te zoeken, wegens huiselijk geweld te worden opgepakt en de ene op de andere foute career move te stapelen. Zoals de bereslechte Belgische thriller Shades, waarin hij een tenenkrommende karikatuur van zichzelf neerzet.
Even namen de liefhebbers notie van Rourke’s fenomenale bijrol in Sean Penns The Pledge: hij kon het nog, maar het was wel erg weinig. Daarom toch maar weer die nieuwe Rumble Fish-dvd erin schuiven, en wegdromen bij Rourke’s melancholieke blik. Toen zelfs de allercoolste neger in een rokerige biljartzaal hem bewonderend nakeek en hem omschreef als “royalty in exile“. Mickey, wat is het lang geleden.