Riphagen

Zeven gulden vijftig per ziel

Pieter Kuijpers zwaait af als regisseur met een oorlogsthriller die prachtig oogt maar te weinig zicht biedt op de duistere drijfveren van de hoofdpersoon: jodenverrader Dries Riphagen.

Heel wat getormenteerde zielen en gevaarlijke gekken volgde Pieter Kuijpers in zijn films. Dat begon met Tygo Gernandts ontremde sociopaat in Van God los en bereikte een hoogtepunt in TBS, waarin Theo Maassen met alle remmen los een gewelddadige crimineel werd. Kuijpers durfde het aan om een heel eind met Maassen af te dalen in de belevingswereld van een volkomen verknipt individu.

Die durf ontbreekt helaas in het op ware gebeurtenissen gebaseerde Riphagen – de laatste film die Kuijpers zal regisseren, omdat hij zich volledig op filmproductie wil toeleggen. In plaats van dicht op de huid te gaan zitten van crimineel, bokser en collaborateur Dries Riphagen schept Kuijpers een (voor de kijker) comfortabele afstand, door de introductie van het fictieve personage Jan van Liempd (Kay Greidanus). Vanuit het perspectief van deze jonge politieman die banden onderhoudt met het verzet, kijken we naar Riphagen. Omdat je door de ogen van een onverschrokken held kijkt, zie je in de slechterik weinig meer dan een een­dimen­sionale schurk.

Heel af en toe laat Kuijpers een glimp zien van de diepten van Riphagens immoraliteit. Hoe hij het vertrouwen wint van een aantal joodse families, wier bezittingen hij belooft te bewaren en die hij een veilig vertrek uit Nederland belooft. Voordat hij bij de Duitsers zijn ‘kopgeld’ opeist – “zeven gulden vijftig per jood” – laat hij zich fotograferen met de families die hij gaat verraden, amicaal en opgewekt poserend. Die kiekjes roepen meer afschuw op dan de titelrol van Jeroen van Koningsbrugge, die ondanks zijn zichtbare inzet en betrokkenheid toch enigszins blijft steken in een Amsterdams penosetypetje. Waar in eerdere films Kuijpers’ stilistische beheersing spannend botste met de gekte die Gernandt en Maassen wisten op te roepen, creëren al die zorgvuldig (en fraai) gekadreerde beelden van Holland in bezettingstijd juist extra afstand tussen de kijker en Riphagen.

Door de ogen van Van Liempd zien we ook hoe de Nederlandse inlichtingendiensten na de nederlaag van de Duitsers verlamd worden door interne ideologische twisten. Beroepsintrigant Riphagen speelt de verschillende kemphanen handig tegen elkaar uit en krijgt de voorloper van de AIVD zelfs zo ver dat ze hem het land uitsmokkelen. Om vervolgens tot zijn dood in 1973 als vrij man rond te lopen. Het is een verontrustende geschiedenis die helaas geen verontrustende film heeft opgeleverd.