Hoe Tarantino bij Django uitkwam

Django, Kill!

Het was onvermijdelijk dat Quentin Tarantino, een grote bewonderaar van spaghettiwesterns, vroeg of laat een hommage aan het genre moest maken. De kiem voor Django Unchained werd jaren geleden al gelegd.

In het begin van de jaren negentig maakte Quentin Tarantino zijn eerste promotietoer door Europa. Dat leverde een uiterst memorabel interview op in het Britse filmtijdschrift Giallo Pages, waarin de regisseur blijk gaf van een grote liefde voor en kennis van Italiaanse westerns, thrillers en horrorfilms uit de jaren zestig en zeventig.

De aanleiding van Tarantino’s bezoek was het succes van zijn indrukwekkende debuutfilm Reservoir Dogs (1992), en die bevatte al een citaat uit Django, de klassieker van zijn grote held Sergio Corbucci. In Tarantino’s film snijdt crimineel Michael Madsen het oor af van een vastgebonden slachtoffer, een scène die rechtstreeks is overgenomen uit Corbucci’s beenharde, nihilistische en enorm invloedrijke spaghettiwestern.

Sergio Corbucci (1926-1990) stond samen met Sergio Leone aan de wieg van de Italiaanse western met het onverwachte wereldsucces van Django en A Fistful of Dollars (Per un pugno di dollari, 1964). Waar Leone de regels van de Amerikaanse western herschreef om er zijn eigen Europese draai aan te geven, zag Corbucci de spaghettiwestern als hét middel om linkse politiek te bedrijven en de grenzen van geweld in de cinema op te zoeken, binnen het domein van de publieksfilm. De onderdrukking van oprechte arbeiders door inhalige kapitalisten is het wat gechargeerde hoofdthema van enkele van zijn meest succesvolle films, zoals Il grande silenzio (1968), Il mercenario (’68) en Compañeros (1970) die de regisseur ‘Zapata-westerns’ noemde. Corbucci’s westerns bleken zeer populair in Derde Wereld-landen, waar men niet genoeg kon krijgen van scènes waarin inhalige blanken hardhandig op hun nummer werden gezet.

Grafkist
Twee van Corbucci’s beste films, Django en het onderschatte The Hellbenders (Il crudeli, zijn derde film uit 1966), lijken de meeste invloed te hebben gehad op Quentin Tarantino’s nieuweling Django Unchained. In deze western, die zich afspeelt in de tijd van de slavernij, is held Jamie Foxx op zoek naar zijn vrouw en moet zich daarbij teweerstellen tegen de Ku Klux Klan en de megalomane, sadistische plantagebaron Leonardo DiCaprio.

Django
Racisme en exploitatie zijn de duidelijke hoofdthema’s van Corbucci’s bovengenoemde films. In Django neemt Franco Nero (die in Tarantino’s film een amusante gastrol voor zijn rekening neemt) het eigenhandig op tegen zowel brute Amerikanen als Mexicanen, die de bewoners van een stadje uitbuiten. In een legendarische scène maait hij met zijn gatling gun (uit een grafkist gehaald die hij door de woestijn achter zich aan trok) tientallen mannen met puntmutsen neer. De grafkist keert terug in I crudeli en bevat hier een lading goud van een detachement Zuidelijke strijders onder leiding van Joseph Cotten, een genadeloze officier die zich weigert neer te leggen bij de afschaffing van de slavernij.

Relnichten
Wie denkt dat Tarantino het met Django Unchained weer heel bont maakt qua plotwendingen, dialogen en geweld, zou eens wat van de spaghettiwesterns moeten zien die de regisseur sinds jaar en dag bewondert. Van alle navolgers die de naam van Sergio Corbucci’s meesterwerk stalen, zijn er een aantal bijzonder de moeite waard, en niet alleen om de verbanden met Tarantino’s film te kunnen leggen.

Zo is Django il bastardo (1969, ook geplunderd door Clint Eastwood met High Plains Drifter, 1973) een ware horrorwestern, waarin de zwijgzame wreker Antonio De Teffé als een soort geestverschijning een lange reeks booswichten met telkens een andere modus operandi over de kling jaagt. En er is het ronduit geniale Django, Kill! (1967), een grote favoriet van Tarantino, waarin regisseur Giulio Questi werkelijk alle regels aan zijn laars lapt en een groteske, surrealistische sfeer creëert die zijn gelijke in het genre niet kent. De arme Mexicaan Tomás Milian bindt hierin de strijd aan met de gewetenloze Zorro (!) en zijn bende in zwarte strakke outfits gestoken relnichten, waarbij het er ongekend bruut aan toe gaat.

De eigenzinnige westerns van Corbucci, alsook die van vele andere minder getalenteerde maar met veel lef gezegende regisseurs, hebben Tarantino vanaf het begin van zijn loopbaan enorm beïnvloed. Uiteindelijk is hij dan aanbeland bij zijn grootste hommage aan de Italiaanse variant op het meest Amerikaanse filmgenre. Rest de vraag of nu het cirkeltje weer rond is en dit het einde betekent van QT’s opmerkelijke expeditie door de wondere wereld van de B-filmcultuur.