Filmjaar 2011
Apocalyptische stoerdoenerij
Vijf Platina Films voor Nederlandse producties, het einde der tijden, nieuwe dimensies in 3D en de opkomst van crowdfunding. Filmjaar 2011 werd gekenmerkt door bezuinigingen en records, de terugkeer van de stille film en de noodklok voor de artfilm.
Op de valreep van 2011 sleepte Reinout Oerlemans’ eerste Nederlandse 3D-film Nova Zembla nog een Platina Film in de wacht. Ruim 400.000 mensen zagen de film over de overwintering in het Behouden Huys. 3D was trouwens helemaal het toverwoord van 2011, met de eerste 3D-artfilm Pina van Wim Wenders en het mo-cap-mirakel van Kuifje. Ondertussen bleven de studio’s ook vele 2D-films in de postproductie oppimpen met een extra dimensie.
Overige Platina Films werden uitgereikt aan Dik Trom, Gooische Vrouwen, Sonny Boy en Loft. Het markaandeel van de Nederlandse film kwam daarmee in de eerste helft van 2011 boven de 20 procent uit, en de verwachting is dat als begin januari de cijfers bekend worden gemaakt, dat met publieksfilms als De bende van Oss, De Heineken ontvoering en New Kids Nitro dat succes ook in de tweede helft van 2011 gaat doorzetten. Opvallend is ook dat veel van die grote publieksfilms zoals Nova Zembla en New Kids Nitro zonder al teveel steun van de traditionele fondsen en omroepen zijn gemaakt.
Kloof mainstream — artfilm
Als die trend zich doorzet, dan mag in 2012 de vraag wel eens gesteld worden of fondsbijdragen niet alleen ten goede zouden moeten komen aan artistiek hoogwaardige producties. Want de kloof tussen publieksfilms en kwaliteitsfilms is groter dan ooit. Nanouk Leopolds Brownian Movement (bekroond met Gouden Kalveren voor Beste Regie en Beste Scenario, festivals van Toronto en Berlijn) en Urszula Antoniaks Code Blue (Quinzaine in Cannes) zijn in geen enkele toplijst terug te vinden die de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs op zijn website publiceert. Hoe groter het onderscheid tussen de mainstream smaak en dat wat door professionals in binnen- en buitenland wordt geprezen wordt, hoe lastiger het zal worden om een echt gezonde en innovatieve filmcultuur overeind te houden.
Praten over subsidie lijkt wel bijna taboe in het huidige klimaat van bezuinigingen waarin iedereen druk bezig is om te bewijzen dat hij zijn eigen broek op kan houden om zo aanspraak te kunnen maken op dat kleine beetje subsidie dat er nog wel is. Maar misschien is het ook af en toe goed om die stoerdoenerij te laten varen en gewoon toe te geven dat sommige dingen dat extra geld verdienen. Het is helemaal niet slecht om dingen van waarde weerbaar te maken, maar laten we de dingen van waarde die weerloos zijn blijven beschermen.
Anders krijg je van die dingen als de paniek om het downloaden. De filmwereld vertoont in deze crisistijd dezelfde behoudende reflexen als de muziekwereld tien jaar geleden. Met veel lawaai riepen uitbaters in de Tweede Kamer om een downloadverbod, terwijl de creatieven zelf pleitten voor nieuwe businessmodellen. Voorlopige uitkomst: een patstelling waarbij de Kamer tegen het downloadverbod stemde.
Echte innovaties kwamen uit de marge: dankzij het crowdfundingplatform Cinecrowd werden filmmakers als Eddy Terstall. Heddy Honigman en Mathijs Geijskes in staat gesteld nieuwe producties op poten te zetten.
Apocalyps
Opvallend was dat de grote auteursfilms die op de internationale festivals in première gingen vaak apocalyptisch van toon waren. De wereld verging achtereenvolgens in The Turin Horse van Béla Tarr en Melancholia van Lars von Trier en zelfs filmkluizenaar Terrence Mallick gaf in The Tree of Life het aardse bestaan onheilspellend mythische dimensies.
Actrice Jessica Chastain die in The Tree of Life de vrouwelijke hoofdrol speelde, brak in 2011 internationaal door. Opeens was ze elke maand in een grote film te zien, van The Debt tot deze maand The Help en Texas Killing Fields. Acteur Ryan Gosling maakte alom indruk met zijn rol als de naamloze chauffeur in Drive.
En er was The Artist, een knap in elkaar gedraaide hommage aan de stille film die ongetwijfeld hoge ogen gooit bij de Oscars in februari. Verrassend is dat niet want Hollywood houdt er wel van zichzelf de hand te schudden. En wie doet dat niet?
Het was ook het jaar met de meeste sequels ooit, 28 stuks, maar het idee dat sequels ongeïnspireerde kopieën zijn, bedoeld om het succes van hun voorgangers uit te melken, is het afgelopen jaar eigenlijk ook definitief afgezworen. En stiekem wisten we dat al langer. The Godfather II was al in 1974 minstens zo groot als het illustere eerste deel.
Dana Linssen & Ronald Rovers