De Telefilms van 2013

Keurig zonder kloten

Exit

Na de familiefilms in 2011 en de misdaadfilms in 2012 geven de telefilms van 2013 een diffuser beeld van Nederland, een land dat wordt bevolkt door een stuurse puber met homoseksuele ouders, uitgeprocedeerde asielzoekers, een zwakbegaafde Céline Dion-fan en amok makende oudjes in een verzorgingshuis.

Het is de laatste jaren traditie dat enkele telefilms al voor hun televisiepremière in de bioscoop te zien zijn. De nieuwe wereld en Matterhorn verschenen beide op een toch al flink op de Nederlandse cinema gerichte editie van het Rotterdams filmfestival. Matterhorn schopte het daar zelfs tot winnaar van de publieksprijs. Nadat de film zich in de top van de lijst nestelde op basis van zo’n 150 uitgebrachte stemmen werd hier en daar gespeculeerd over doorgestoken kaart. Die theorie bleek onhoudbaar nadat ook een tweede zaal vol festivaltijgers de film enthousiast (opnieuw) naar de top van de competitie scheurde. Ondertussen bleken de critici ernstig verdeeld over de kwaliteiten van Ebbinge’s absurdistische portret van een gesloten gereformeerde gemeenschap.

Matterhorn

Matterhorn is ook meteen de enige productie in de nieuwe lichting telefilms die de meningen zo uiteen laat lopen. Verder vallen de speelfilms van de publieke omroep juist op door hun onopvallendheid. De telefilm werd ooit bedacht om in te spelen op maatschappelijke thema’s, en dat leidt al jaren tot keurige driesterrenfilms die een keurige consensus over de Nederlandse maatschappij opleveren. Dat is dan een multiculturele samenleving, waar heus wel problemen zijn. Maar die problemen lossen we samen wel op.

Alleen in de meest controversiële en tevens de beste telefilm, het asieldrama Exit, worden de contrasten in het begin niet alleen maar aangezet om ze later te kunnen wegstrijken. We leren vreemdelingenambtenaar Romijn Conen kennen als een bureaucraat die uitkijkt naar samenwerking met de Belgen, dankzij wiens uitzettingsverdrag er plotseling ook burgers uit het Afrikaanse land Guinee kunnen worden uitgezet. Daar tegenover staat de militante asielzoeker die in vlekkeloos Nederlands een nieuwe asielprocedure wil starten. Tevergeefs. De vlucht staat op het punt op te stijgen. De meevliegende marechaussees hebben eigenlijk maar één prangende vraag: “Hoe staat het met de lunchpakketten? Vorige keer waren er te weinig.”

Het vertrek wordt vertraagd door het verzet van vijf wanhopige mannen. De spanningen lopen op, tussen de asielzoekers onderling, maar ook tussen de Nederlanders en de Belgen, die de softe Hollandse aanpak hekelen. Uiteindelijk zegeviert in dit spannende drama het bureaucratische motto: “Wij maken de wetten niet, wij voeren ze slechts uit.”

Zo schrijnend als Exit wil Lieve Céline helaas niet worden. Het portret van een zwakbegaafd meisje uit Amsterdam-Noord heeft in Esmée van Kampen een prima hoofdrolspeelster, maar de verfilming van Hanna Bervoets’ roman houdt teveel afstand, door het exotische van het bestaan boven het IJ nogal campy te benadrukken. De worstelingen van een meisje dat zich na een boel smartlap-ellende helemaal overgeeft aan haar verering van Céline Dion komen daardoor niet tot leven.

De nieuwe wereld

Hetzelfde geldt voor 20 leugens, 4 ouders en een scharrelei, een Randstedelijke variant op de gay-komedie The Kids Are All Right. Tieneracteur Nils Verkooijen bewijst opnieuw zijn talent in de rol van een moeilijke puber, die zijn problemen eerst afreageert op zijn lesbische moeders om vervolgens het leven van zijn biologische vader Marcel Musters en diens geliefde Mark Ram in het honderd te schoppen. Niets op aan te merken verder, qua spel en regie, maar op beslissende momenten te jolig, te gezellig en te vrijblijvend.

Nooit te oud van Omroep Max wil misschien niet vrijblijvend zijn, maar zwengelt een discussie aan die dankzij het huidige kabinet al achterhaald is voordat de film te zien is. Aan de hand van de lotgevallen van Aart Staartjes, die door zijn zoon wordt afgeleverd in ‘Zorgcentrum Voorstaete’, breekt de seniorenomroep een lans voor humanere verzorgingshuizen, waar bejaarden meer activiteiten kunnen ondernemen. Echter: over luttele jaren zijn alle bejaardenhuizen verdwenen, zo heeft adviesbureau Berenschot uitgerekend. Waardoor het hele pleidooi als mosterd na een lauwwarme zorgflatmaaltijd komt.

Los daarvan leunen de filmmakers te gemakzuchtig op de charme van de verzamelde acteerveteranen: naast de plezierig ironische Staartjes zijn dat ondermeer Kitty Courbois, Bram van der Vlugt, Petra Laseur en Frits Lambrechts. Samen komen zij in verzet tegen het strakke beleid van zorgmanager Georgina Verbaan, die van regisseur Pollo de Pimentel de ondankbare opdracht kreeg een slap aftreksel neer te zetten van Nurse Ratched uit One Flew Over the Cuckoo’s Nest. Flauwe grapjes over bejaarden die het maar ouderwets vinden om de media te bellen over hun actie (“Ik twitter wel effe”) worden afgewisseld met gesol met een dubbelloops jachtgeweer, dat een onvermijdelijke hoofdrol speelt in de ontknoping. Er worden schoten gelost, maar iedere scherpte is de film vreemd. Als drama blijft Nooit te oud aan de oppervlakte hangen en als kritiek op wantoestanden in de zorg verbleekt de film bij Jiskefets rake geriatrische satire Sint Hubertusberg. Als het conflict dan ook nog wordt beslecht met een belegen taartengrap besef je dat je net naar de minst geslaagde bijdrage in een serie telefilms hebt zitten kijken. Op naar de volgende lichting.