Matterhorn

Barmhartige Samaritaan

Regiedebuut van ex-Vliegende Panter Diederik Ebbinge is een tikje gemakkelijke tragikomedie over een houterige en strenggelovige weduwnaar. Ton Kas brengt hem gelukkig wat tot leven.

Op een dag loopt een zwerver (René van ’t Hof) het leven binnen van Fred (Ton Kas). De gelovige weduwnaar woont in een rustig dorp in een straatje dat in de schaduw staat van het grote kerkgebouw. De zwakzinnige vagant loopt met een jerrycan rond en schooit om benzinegeld. Hij heeft alleen helemaal geen auto. Fred eist zijn geld terug en leest hem de les: “Als u liegt, liegt u ook tegen onze Lieve Heer.”

Maar daarmee heeft Fred de man natuurlijk wel binnengelaten in zijn sobere leventje. In zijn keurige, ouderwets ingerichte woning biedt hij zijn gast koffie aan en een koekje uit de trommel. Aan de wand hangt het portret van zijn overleden vrouw Trudy en hun zoontje. Ze luisteren naar Freds lievelingsmuziek, Johann Sebastian Bach. Klokslag zes uur gaat Fred voor in het gebed en eten ze boontjes, drie aardappels en een stukje grijs vlees. De man, die werkelijk geen woord zegt, heeft geen slaapplaats. Fred biedt hem de kleine jongenskamer boven aan.

Zo ontstaat een soort vriendschap, die nog opvallender wordt wanneer blijkt dat de zwerver dierengeluiden kan imiteren en zich graag kleedt in de jurken van Trudy. In de kerk bidt de predikant een onverstaanbaar gebed over naastenliefde, maar ondertussen beginnen in het dorp de geruchten te gonzen over Fred ‘de Barmhartige Samaritaan’.

Matterhorn is de eerste lange speelfilm van De Vliegende Panters-cabaretier en acteur Diederik Ebbinge. Het is een tragikomedie die helaas niet op alle fronten geslaagd genoemd kan worden. De stokoude predikant, de strenge ouderling Kamps (Porgy Franssen) of het hippe stel dat een kinderpartijtje geeft; het zijn niet veel meer dan gemakkelijke typetjes, in wat vaak aanvoelt als een lange sketch. Het absurdisme waaraan de film zich halverwege overgeeft, is ook geforceerd. Fred en de zwerver besluiten te gaan optreden bij kinderfeesten en partijen. Fred zingt ‘Boer wat denkt u van mijn kippen?’ of ‘Slaap, kindje, slaap’. De zwerver maakt er de bijbehorende dierengeluiden bij. Net zoals de huwelijksplechtigheid tegen het einde van de film: het niet echt grappig en ook niet schrijnend of ontroerend. Alleen maar… raar.

Gelukkig zorgt Ton Kas voor een innemend hoofdpersonage. Fred lijkt aanvankelijk ook een clichémannetje – gevangen in zijn formele stropdas, pantalon en vest – maar Kas slaagt erin andere karaktereigenschappen van hem te laten doorschemeren. Wanneer hij in de supermarkt een fles jenever onder zijn boodschappen verbergt, bijvoorbeeld, of wanneer hij opeens Kamps trotseert. Wat het scenario er nogal dik oplegt, suggereert zijn spel subtieler: er zou wel eens iets waar kunnen zijn van de dorpsroddels over de twee samenwonende mannen.

Het is ook aan Kas te danken dat de ontknoping werkt. De Zwitserse berg waar Trudy en Fred ooit hun huwelijksreis vierden, is natuurlijk het symbolische eindpunt van Freds zoektocht naar geluk. Matterhorn weet echter lang goed te verbergen wat of wie daartoe de sleutel is. Dat zorgt voor een aandoenlijke finale. Zonder Bach, maar wel gezongen door een engel.