Focus: Meesters van de Poolse cinema

Blind Chance

De gouden periode van de Poolse cinema herleeft in het programma Meesters van de Poolse cinema, met drie klassiekers van de Poolse filmgrootheden Krzysztof Kieslowski, Andrzej Wajda en Krzysztof Zanussi. Cinema met een hoofdletter C.

Het is nauwelijks nog voorstelbaar wat voor grote rol de Poolse cinema in jaren zeventig en tachtig in Polen speelde. Het land was in de greep van het repressieve communisme. Sommige filmmakers onderwierpen zich, anderen verzetten zich met humane en voor de goede verstaander anticommunistische films. Onder hen Krzysztof Kieslowski, Andrzej Wajda en Krzysztof Zanussi.

Kieslowski is van deze drie ongetwijfeld de beroemdste. De in 1996 op 54-jarige leeftijd na complicaties na een hartoperatie veel te jong overleden filmmaker brak internationaal door met Dekalog (1988), tien films over de tien geboden. Na de op de Franse Revolutie-leuzen vrijheid, gelijkheid en broederschap geïnspireerde trilogie Trois Couleurs (1993/1994), die in januari 2023 opnieuw wordt uitgebracht, stopte hij met filmen.

Filmhuis Lumen vertoont in het kader van het programma Meester van de Poolse cinema op 14 november Kieslowski’s minder bekende Blind Chance (1982). Daarin speelt de regisseur met de rol van toeval in een mensenleven, zijn favoriete thema. In Blind Chance zien we drie mogelijke levens van een student in Lodz. In de eerste episode haalt de jongen een trein, waarin hij een overtuigde communist ontmoet, waarna hij besluit om lid van de partij te worden. In de tweede episode mist hij de trein, wordt gearresteerd als hij een spoorwegambtenaar omver loopt, waarna hij zich aansluit bij de ondergrondse studentenbeweging. In het derde deel mist de jongen ook de trein, maar komt hij een medestudente tegen, waarna de twee voor elkaar vallen, trouwen en een comfortabel apolitiek burgermansbestaan leiden. En passant geeft Blind Chance een ontluisterend beeld van het leven in Polen onder de staat van beleg, die van 1981 tot 1983 van kracht was om de democratische protestbeweging de kop in te drukken. Het regime was not amused en verbood de film.

Andrzej Wajda (1926-2016), de oudste van de drie filmgrootmeesters, maakte de meest uitgesproken politieke films. Zoals in de jaren vijftig de trilogie A Generation, Kanal en Ashes and Diamonds over de Tweede Wereldoorlog en de gevolgen ervan. De films hekelen blind patriottisme en verzetten zich tegen nationalistische heldenverering. In de jaren zeventig en tachtig schaarde Wajda zich met films achter Solidarność, de door Lech Walesa aangevoerde democratische verzetsbeweging, die in 1989 leidde tot vrije verkiezingen in Polen. Wajda maakte met Man van ijzer (1981) een geweldige drama over de opkomst van Solidarność. Hij won er de Gouden Palm in Cannes mee, maar in Polen leverde het hem een beroepsverbod op. De filmmaker week (tijdelijk) uit naar Frankrijk, waar hij met Danton (1983) een aangrijpend drama maakte over het verslinden door de Franse Revolutie van haar eigen kinderen, onder wie Danton. Als eerbetoon aan Walesa maakte Wajda in 2013, toen hij al lang weer terug was in Polen, de biopic Wałęsa: Man of Hope.

Naast een politieke had Wajda ook een andere kant, die 21 november te zien is in The Maids of Wilko (1970), een melancholiek drama in de sfeer van Tsjechov en Bergman. In het eind jaren twintig van de vorige eeuw spelende drama bezoekt een man het landgoed waar hij vijftien jaar eerder als jonge leraar les gaf aan zes zusjes. Deze zijn inmiddels volwassen en er bloeien onmogelijke liefdesgevoelens op. The Maids of Wilko is een diep weemoedige film over gemiste kansen en – zie ook weer Kieslowski – het toeval in het leven.

De derde filmgrootmeester is de in 1939 geboren katholieke gelovige Krzysztof Zanussi. Ook hij maakte in de jaren zestig en zeventig films over het morele failliet van communistisch Polen. Toen het katholicisme na de val van het communisme in 1989 weer een belangrijke factor werd in Polen, veranderde Zanussi van een door de communisten gedwarsboomde filmmaker in een culturele en politieke bobo. Zo was hij lid van de Poolse regeringsdelegatie die onderhandelde over de toetreding van Polen tot de Europese Unie. Ook discussieerde hij als lid van een pauselijke commissie een paar keer per jaar met de Poolse paus Johannes Paulus II over theologische kwesties.

Ondertussen bleef hij films maken, want dat was zijn ‘werkelijke roeping’, merkte hij twintig jaar geleden op in een interview in Filmkrant. Van Zanussi is 28 november A Year of the Quiet Sun (1984) te zien. In het ontroerende drama, dat kort na de Tweede Wereldoorlog in een verwoeste Poolse stad speelt, ontmoet een Amerikaanse soldaat een Poolse vrouw. Hij wil haar trouwen en meenemen naar een beter leven, maar de vrouw wil haar zieke moeder niet achterlaten, ook al dringt deze er bij haar dochter op aan om de kans op een gelukkiger leven aan te grijpen. Geen politiek statement maar een ingetogen drama over keuzes die je niemand toewenst.

Drie Poolse filmmakers, drie keer grootse cinema!


Meesters van de Poolse cinema | 14, 21 en 28 november | Filmhuis Lumen, Delft