De man van ijzer

De man van ijzer

Andrzej Wajda pakt de draad van De mens uit marmer op in het met een Gouden Palm bekroonde De man van ijzer.

Er zullen maar weinig mensen zijn die niet van Andrzej Wajda’s De mens uit marmer hebben gehoord. Met deze film won hij in 1976 de prijs van de internationale filmkritiek in Cannes. Aan de hand van het leven van een in ongenade gevallen modelarbeider uit de jaren vijftig gaf Wajda een verpletterend inzicht in de Poolse geschiedenis tot 1970.

Toen liep het spoor dood, dat de eindexamenkandidate van de filmacademie, Agnieszka volgde om het leven van deze man in beeld te brengen. Feitelijk werd het Wajda door de censuur verboden om de studentenopstand van 1968 en die van de arbeiders uit Gdansk in 1970 in zijn epos te betrekken.

Toen vorig jaar augustus de Poolse arbeiders de weg naar nieuwe ontwikkeling van de regering wisten af te dwingen en de eerste vrije vakbond in Oost-Europa oprichtten, ging Wajda meteen aan het werk om zijn vervolg op De mens uit marmer te maken; De man van ijzer. Terwijl het festival van Cannes dit jaar al begonnen was, werkte Wajda in Warschau koortsachtig aan de gereedkoming van deze film om hem nog te kunnen tonen aan de internationale filmpers. Wajda kwam naar Cannes, men zag en Wajda overwon: een Gouden Palm voor De man van ijzer.

In De man van ijzer pakt Wajda de draad op, waar hij hem in De mens uit marmer moest laten liggen. De film speelt zich af tijdens de bezetting van de Lenin-werf in Gdansk in de zomer van 1980. Radioverslaggever Winkiel uit Warschau wordt hier naar toe gestuurd om in negatieve zin over de opstand te berichten. In het bijzonder moet hij de gangen nagaan van de arbeider Tomczyk, die een leidende rol speelt en die zich al vanaf het midden van de jaren zeventig inzette voor de vorming van een vrije vakbond. Tomczyk blijkt de zoon van Mateusz Birkut te zijn, ‘de mens uit marmer’, die bij de opstand in 1970 is doodgeschoten door de politie. Tomczyk werkt sinds zijn studie op de werven van Gdansk en is inmiddels getrouwd met Agnieszka, die hem leerde kennen bij haar speurtocht naar het leven van Mateusz Birkut. Door middel van gesprekken met haar en vele anderen gaat Winkiel de geschiedenis van de laatste tien jaar met hele andere ogen zien en nadat hij in Gdansk de ondertekening van de accoorden tussen de regering en de arbeiders heeft meegemaakt, neemt hij ontslag als radioreporter.

De man van ijzer bestaat voor het grootste gedeelte uit speelscènes, maar ook maakte Wajda weer gebruik van documentaire beelden, onder andere van het politie-optreden in 1970 en van de onderhandelingen tussen de regering en de arbeiders in 1980 (beelden uit de film Arbeiders ’80). Daarnaast reconstrueerde hij op de Lenin-werf met vrijwel alle oorspronkelijk aanwezigen de ondertekening van de ‘Accoorden van Gdansk’.