Blind Chance

De wendingen van het lot

Blind Chance

Krzysztof Kieślowski is bepaald geen optimist te noemen. Eerder is hij een superrealist, die tussen al het menselijk geploeter door – en met name wat hij daarvan waarneemt in Polen – maar weinig redenen tot vreugde of motieven voor optimisme kan ontdekken. Kwam hij in zijn talloze documentaires uit de jaren zeventig al naar voren als een scherp observator van menselijk onvermogen, in de speelfilms die hij sindsdien is gaan maken trekt hij die lijn in verhevigde mate door. Zo sterk zelfs, dat bij de vertoning van zijn laatste film A Short Film About Killing op het festival van Cannes zelfs een deel van de – je zou toch denken – door de wol geverfde critici onder boe-geroep de duistere zaal verliet. Ten onrechte overigens.

Als het om verhalen gaat, zien veel mensen kennelijk toch liever een prachtig verzinsel met een happy end. In Amerika zijn de mogelijkheden die het medium film in dat opzicht biedt tot in de finesses benut en vormen ze de basis van een nog altijd belangrijke tak van industrie. De televisie is zo’n veertig jaar geleden vrolijk op die kar meegesprongen en beheerst nu zelfs haar eerbiedwaardige voorganger.

De Europese en Latijns-Amerikaanse tegenstromingen, die sinds de Tweede Wereldoorlog poogden de dominantie van Hollywood te doorbreken, zochten en vonden hun onderwerpen dichter bij de realiteit. Geen escapisme, maar laten zien hoe de werkelijkheid is en dat al dan niet gegoten in een verhaalvorm. (Zie hierover onder andere het boek The Altering Eye van Robert Phillip Kolker.) Daarmee sloten ze aan op de documentaire tradities uit de jaren twintig en dertig.

Veel cineasten die ooit als documentairemaker begonnen zijn, maken na verloop van tijd zonder direct andere thema’s aan te gaan snijden de overstap naar speelfilm. Ook Kieślowski behoort tot die groep. Met vaak al een jarenlange staat van dienst zijn ze op den duur moe geworden van het wachten op dat ene moment, waarvan ze weten dat dat hét beeld oplevert, dat ze moeten hebben om in één keer én treffend de problematiek van hun onderwerp duidelijk neer te zetten. Goede observators weten en kennen dat beeld. Met die kennis op zak is het begrijpelijk dat een regisseur dan op een bepaald moment besluit dat shot, die problematiek op een heel wat snellere manier met daarvoor geschikte acteurs te gaan maken. Dit was ook de redenering van Kieglowski toen hij eind juli in Rotterdam, waar hij was voor de afwerking van zijn Warschau-gedeelte van de internationale episodenfilm City Life, zijn werk aan het publiek presenteerde.

Keuzes
Het werken met vooruitgeschreven scenario’s en professionele acteurs hoeft aan de documentaire zeggingskracht van een film geen afbreuk te doen. Het werk van Kieślowski levert daarvoor een sterk bewijs. Ook als hij met fantasie een onderwerp benadert, zoals het geval is in Blind Chance (Przypadek), een film die onstond in een nog relatief vrije periode rond het ingrijpen van het leger in Polen tegen het eind van 1981. Wel duurde het ruim vijf jaar voor de film in 1987 voor het eerst vertoond mocht worden.

Blind Chance opent als menige film van Kieślowski met heftige beelden. In het openingsshot worden bloederige lijken weggesleept, waarvan we pas aan het eind zullen weten wat hier aan de hand was. Hoofdpersoon is een jonge medicijnenstudent Viteck, van wie de film na de dood van diens vader drie mogelijkheden laat zien van zijn verdere bestaan. Bevrijd van de last van zijn dominante vader rent hij het station binnen, zich er niet van bewust dat zijn bestaan vanaf dat moment een beslissende wending kan nemen.

Eén: hij haalt de trein, ontmoet een communist en wordt lid van de Partij. Twee: hij raakt in conflict met een overijverige perronchef en mist de trein, waarna hij wordt opgepakt en via die weg in contact komt met het ondergrondse werk van de vrije vakbond Solidariteit. Drie: hij mist gewoon de trein, waarna hij een studievriendin ontmoet met wie hij zal trouwen en een gezinnetje zal stichten.

Binnen deze gefantaseerde constructie gaat Kieślowski in iedere episode zeer realistisch te werk. Essentieel bij de drie verhalen zijn de keuzes die Viteck maakt. Daarbij komen soms dezelfde (maatschappelijke) gebeurtenissen voor, zoals een staking en een voorgenomen bezoek aan Parijs. Hoe stelt hij zich persoonlijk op en wat voor consequenties heeft dat voor zijn maatschappelijke houding? Hoewel Blind Chance middenin de Poolse dagelijkse werkelijkheid van een aantal jaren geleden staat, heeft de film door zijn aanpak aan actualiteit en zeggingskracht nauwelijks ingeboet. Spelen met wendingen van het lot doet iedereen wel eens (“Wat zou er met me gebeurd zijn als ik toen …?”) en de keuzemomenten waarmee de hoofdpersoon geconfronteerd wordt, hebben een wezenlijke strekking, die niet stopt bij de grenzen van Polen.

Na de naar mijn mening tamelijk valse start met Attention Bandits van Claude Lelouch, maakt de nieuwe distributeur Argus Film met de uitbreng van Blind Chance de ideële doelstelling – het bieden van cinematografisch hoogwaardige producties (“de klassiekers van morgen”) – meer dan waar.