The Room Next Door

Niets doen is veel gevraagd

The Room Next Door

Pedro Almodóvar filmt statiger dan ooit in zijn Gouden Leeuw-winnaar The Room Next Door, een zachtmoedig pleidooi voor euthanasie en een viering van schoonheid in het aangezicht van de dood.

Wie had in de jaren tachtig of negentig durven voorspellen dat Pedro Almodóvar nog eens een statige periode zou doormaken? Dat hij zou kalmeren? De regisseur die in de jaren tachtig de na Franco herwonnen vrijheid tot in het extreme gestalte gaf als voorman van de movida madrileña. Die in zijn campy melodrama’s zelden gas terugnam. Die zijn productiemaatschappij nota bene El Deseo noemde, ‘het verlangen’.

Toch is ‘statig’ de beste omschrijving voor Almo­dóvars films van de afgelopen jaren, op zijn minst vanaf Julieta (2016), een meer ingetogen variant op de ‘vrouwenfilms’ waarmee hij zijn naam vestigde. En zeker ook het introspectieve Dolor y gloria (2019), waarin expliciet afscheid wordt genomen van het hedonisme van weleer.

Vreemd is die verschuiving natuurlijk niet: Almo­dóvar heeft in zijn werk altijd zijn hart gelucht en inmiddels is hij 75 jaar oud en bezig met ouderdom en de dood. Dat omschrijft hij zelf ook in het voorwoord bij De laatste droom, een bundeling korte verhalen en verkapte autobiografie die recent in Nederlandse vertaling verscheen: “In deze nieuwe eeuw ben ik somberder geworden, soberder ook en melancholischer, met minder zekerheden, onzekerder en angstiger: daar haal ik mijn inspiratie uit.”

De kamer ernaast
Dat alles is duidelijk terug te zien in The Room Next Door, zijn 23ste speelfilm en zijn eerste Engelstalige, waarmee hij op het filmfestival van Venetië eerder dit jaar de Gouden Leeuw won. Een film die expliciet draait om de dood.

Om precies te zijn gaat het over de dood van Martha (Tilda Swinton), een gewezen oorlogscorrespondent die terminaal ziek is en ervoor kiest de kanker voor te zijn en zelf een einde aan haar leven te maken. Daarvoor roept ze de hulp in van haar oude vriendin Ingrid (Julianne Moore). Die hoeft niets te doen – alleen meegaan naar het huis in de bossen dat Martha voor de gelegenheid heeft geregeld en in ‘de kamer ernaast’ zijn op het moment suprême. Maar niets doen, dat is natuurlijk veel gevraagd in deze situatie.

Het grootste deel van The Room Next Door, losjes gebaseerd op de roman What Are You Going Through van Sigrid Nunez, bestaat uit gesprekken tussen Martha en Ingrid. Eerst op verschillende plekken in New York en later in het buitenhuis, alles uiteraard op z’n Almodóvars gestileerd in kleurrijke decors vol moderne kunst.

Martha accepteert de dood en waardeert juist daardoor des te meer de waarde van het leven en de schoonheid die erin te vinden is; Ingrid heeft daar moeite mee, zowel met de acceptatie als het waarderen. Terugkerend thema in de gesprekken is een frase uit ‘The Dead’ van James Joyce, “the snow falling faintly through the universe and faintly falling, like the descent of their last end, upon all the living and the dead”.

Klimaatramp
Er zijn wat uitstapjes – zo heeft Ingrid een aantal ontmoetingen met Damian (John Turturro), een ex van beide vrouwen. Maar voor het overgrote deel bestaat The Room Next Door uit de intieme en intense gesprekken tussen Martha en Ingrid – en dus uit een masterclass ingetogen acteren van Swinton en Moore. De leeftijdsgenoten (ze schelen minder dan een maand) zijn hier voor het eerst samen in een film te zien.

Via Damian geeft Almodóvar zijn film overigens in de marges ook een bredere resonantie: die klimaatpessimist wijdt uit over de ecologische rampen die we zelf veroorzaken en zo wordt Ingrids weigering om Martha’s aanstaande dood te accepteren ook een beetje een symbool voor hoe de hele mensheid met oogkleppen op haar ondergang tegemoet gaat.

En ondertussen valt er sneeuw, en zijn er momenten van intense, diep gevoelde schoonheid.