Dolor y gloria

Antonio Banderas op het mooist van zijn kunnen

Dolor y gloria

Pedro Almodóvar laat Antonio Banderas schitteren in het melancholische en myste­rieuze Dolor y gloria. De acteur speelt vol over­gave een gepijnigde filmmaker die terugblikt op zijn armoedige jeugd en zijn glorieuze carrière.

De Spaanse nestor Pedro Almodóvar wordt er weleens van beticht dat hij telkens dezelfde film maakt, hoewel hij ook af en toe een uitstapje maakt naar andere genres, zoals in de psychologische thriller La piel que habito uit 2011. Maar dat deert geenszins. Ook in Dolor y gloria speelt hij met bekende thema’s als het getroebleerde familieleven en ontluikende seksualiteit. De humor is ook onvervalst Almodóvar, evenals het verhaaltechnische vernuft, de zwoelheid en de kleurrijke sets: botsingen van paars en bruin, rood en wit of groen en geel springen in het oog en spatten van het scherm.

Salvador (Antonio Banderas) lijdt aan allerlei ouderdomskwaaltjes zoals gewrichtspijn en tinnitus. Daarnaast hebben ademhalingsproblemen en angstaanvallen ervoor gezorgd dat hij zijn geliefde vak al enige tijd niet meer uitoefent. In de duistere openingsscène zien we hem met een fiks litteken op zijn borst, terwijl hij onder water in een zwembad zijn adem inhoudt. Dit esoterische shot lijkt een speelse knipoog naar Sunset Boulevard (1950). Billy Wilder opent zijn mysterie immers met het dobberende stoffelijk overschot van zijn hoofdpersoon Joe Gillis, in soortgelijke waterige en omineuze omstandigheden, en Almodóvars oeuvre barst van de verwijzingen naar het oude Hollywood.

Dan volgt een flashback naar Salvadors armzalige jeugd op het Spaanse platteland in de jaren zestig. Het is een sublieme overgang: van het zwembad naar een idyllische, zonovergoten rivierbedding waar Salvadors moeder Jacinta (Penélope Cruz) met een groep vrouwen kleding wast en volksliedjes zingt, over liefde en rouw. Cruz werkte voor het eerst met Almodóvar samen in Carne trémula (1997), waarin ze opvallend genoeg ook gestalte gaf aan de moeder van het hoofdpersonage.

Dolor y gloria is net als Almodóvars Volver (2006), waarin Cruz eveneens acte de présence geeft als moeder, losjes gebaseerd op de jeugdjaren van de cineast. Salvador ontpopt zich vijftig jaar eerder als filmmaker wanneer hij van zijn moeder de opdracht krijgt om de analfabete buurman taalles te geven. Doceren blijkt voor de slimme knaap een onvervalste vorm van regie: de touwtjes in handen nemen. “Niet klagen, maar luisteren”, aldus de meester in spe.

In het heden wordt Salvador uitgenodigd om de opgepoetste versie van zijn 32 jaar oude filmklassieker Sabor te herintroduceren aan het publiek, samen met hoofdrolspeler Alberto, die hij sinds de toenmalige première niet meer sprak. Het weerzien van de maestro met zijn protegé – met wie hij destijds in onmin raakte – is bitterzoet: in een bijzonder geestige scène vraagt Salvador aan de aan lagerwal geraakte junkie of hij wat van zijn heroïne mag roken, waarop Alberto hem van repliek dient: “Waarom zou je daar nu nog aan beginnen?”

De drug blijkt evenwel voor de filmmaker dé manier om zijn fysieke pijn te bedwingen en om maar niet te hoeven denken aan zijn artistieke impasse. Ook kan Salvador, diep verzonken in zijn roes, zijn writer’s block omzeilen en zich toegang verschaffen tot zijn diepste gedachten, waarin hij wordt meegezogen naar een van zijn eerste angstaanvallen, decennia eerder. In deze flashback zien we hoe Salvadors buurman zich na een dag zwoegen besluit te wassen, in het zicht van de jongeling. Bij het zien van zijn penis, wordt het Salvador even zwart voor de ogen.

Verderop in de film heeft Jacinta plannen om haar zoon naar een seminarie te sturen, niet vanwege zijn opbloeiende homoseksualiteit, maar zodat ze een mond minder hoeft te voeden. Almodóvar onderging min of meer hetzelfde lot. Godzijdank was er cinema, het medium dat redding bood. De filmmaker kwam na zijn verhuizing naar een grotere plaats in contact met de magie van het witte doek; Salvador denkt in Dolor y gloria met weemoed terug aan zijn filmische ontmaagdingen en hoe beslissend die zijn geweest voor zijn verdere leven. Een leven waarin hij glorieus zal zijn en waarin hij pijn zal lijden, zoals de titel aanduidt.

Zinspeelt Almodóvar hier op het aloude idee dat kunst een vorm van zelfkastijding is? Het is ook een bijna christelijke boodschap: de zalvende Salvador biedt het publiek troost met zijn films, maar moet zelf nog de innerlijke vrede vinden.

Dolor y gloria is boven alles een toonbeeld van mooi oud worden. Banderas (de winnaar van de trofee voor beste acteur in Cannes) is als fragiele, dolende ziel in een prachtige Almodóvar op het mooist van zijn kunnen.