MAMMUTH
Lijken prikken met een baguette
Gepensioneerd slachter Serge, alias ‘Mammuth’, gaat op pad langs zijn oude werkgevers en hervindt gaandeweg zijn creativiteit en levenslust, in het mild-surreële mammuth van Gustave de Kervern en Benoît Delépine.
Er moet een aardige YouTube-compilatie te maken zijn van scènes over lullige pensioneringsfeestjes. Warren Schmidt die alleen wat drinkt aan de bar van het steakhouse, bijvoorbeeld, terwijl zijn jonge opvolgers op de achtergrond feesten in about schmidt (Alexander Payne, 2002). Of Scandinavisch-droogkomische beeld uit o’horten (Bent Hamer, 2007) van een groep treinmachinisten die als saluut aan de vertrekkende titelheld nog één keer met zijn allen tsjoeke-tsjoeke-tsjoeke-tuut-tuuuut doen.
De openingsscène van mammuth van Gustave de Kervern en Benoît Delépine past naadloos in dat rijtje. Slachter Serge Pilardosse (Gérard Depardieu) wordt aan het slot van tien jaar trouwe dienst toegesproken door de manager die in één adem door verkondigt dat de werknemers van zijn bedrijf échte vrienden zijn en dat hij Serge niet goed kent. Ondertussen kraken de chips tussen de kaken van zijn collega’s, die onbewogen toekijken.
Net als in die eerdere films is de pensionering in mammuth aanleiding voor een road movie waarin de hoofdpersoon moet leren omgaan met zijn nieuwe werkelijkheid. Serge’s tocht wordt ingegeven door de zacht gezegd rommelige staat van zijn administratie. Om zijn pensioen te verkrijgen moet hij langs al zijn voormalig werkgevers om te bewijzen dat hij daadwerkelijk voor ze gewerkt heeft. En dus stuurt zijn vrouw Catherine (Yolande Moreau) hem op pad, op de motor — een oude Münch Mammuth die Serge zijn bijnaam en de film zijn titel gaf.
Tourbus
Er zit voer in de plot van mammuth voor een sociaal bewogen portret van de ‘gewone man’ die in de financiële crisis ten onder gaat, en dat is de film deels ook. Maar Delépine en De Kervern (samen eerder verantwoordelijk voor mild-surreële Waalse films als aaltra en louise-michel) kiezen voor een absurdistischer toon, waarin het volstrekt logisch is als Serge in de supermarkt ongestoord langs een levenloos lichaam in het gangpad loopt. Hij prikt er even naar met zijn baguette, maar dat is het.
Zo wordt de ‘mammoet’ Serge keer op keer geconfronteerd met de vergankelijkheid, en met de nieuwe wereld waarin hij niet meer past. Zijn oude werkgevers zijn stuk voor stuk verdwenen: de kroeg waar hij ooit achter de toog stond is vervallen, en in de zaagmolen is nu een hippe digitale animatiefirma gevestigd. "Ik hoor niet bij jullie!", roept Serge wanhopig als hij verstrikt raakt in een kudde pensioengenieters die hun tourbus in wordt gedreven, maar ergens anders hoort hij ook niet meer.
De Kervern en Delépine vatten de tocht in beweeglijke, handheld gedraaide beelden die het diffuse waas van verkleurde polaroids hebben. De tegenstelling benadrukt perfect Serge’s gemoed: om hem heen is alles in flux, maar in zijn hoofd regeert het verleden.
Joost Broeren