Aaltra
Bloedmooi venijn
Tati meets C’est arrivé près de chez vous: zo zou je de meesterlijke rolstoelroadmovie Aaltra het best kunnen typeren. Een heerlijk onbeschofte, uitgestreken en inktzwarte komedie uit Wallonië.
De Engelsen hebben er een mooie uitdrukking voor: ‘overstaying your welcome‘. Te lang van iemands gastvrijheid gebruik maken. Logés die maar niet terug willen naar huis, buren die niet door hebben dat het feest echt is afgelopen. De hoofdpersonen van de Waalse film Aaltra, twee chagrijnige verlamden, zijn wereldkampioenen in het misbruiken van gastvrijheid. Omdat ze in een rolstoel zitten worden ze vaak welwillend ontvangen. Maar dan gaan ze niet meer weg. En zuipen ze al je bier op, en graaien eten uit je handen.
Tijdens het afgelopen Filmfestival Rotterdam was Tiger-competitiedeelnemer Aaltra een welkome afwisseling tussen de loodzware Aziatische vervreemdingsdrama’s en trage Baltische eenzaamheidsparabels. Hilarisch, venijnig en ook nog eens bloedmooi gefilmd. Benoît Delépine en Gustave Kervern brouwden samen een volstrekt originele zwart-witfilm voor een minimaal budget (150.000 euro, naar het schijnt voorgeschoten door een notaris in ruil voor een minirol). Niet alleen deelden ze regie en scenario, Deléphine en De Kervern (op de credits vermeld als K/vern) namen ook de hoofdrollen voor hun rekening. Hierin lijkt de film op die Belgische doe-alles-zelf-lowbudget-bom C’est arrivé près de chez vous, dat de grenzen van zwartgalligheid opzocht, overschreed, en glorieus (en hilarisch) triomfeerde.
Aaltra is ook inktzwart, en durft twee vreselijk onsympathieke hoofdpersonen te serveren: een boer (K/vern) en een forens (Delépine), naamloze, zwijgzame horken. Om niet nader genoemde redenen hebben ze een bloedhekel aan elkaar. Als een vechtpartij wordt onderbroken door een neerstortend stuk landbouwmaterieel belanden ze beiden in het ziekenhuis. Naast elkaar. En vanaf hun middel verlamd. Nu zijn deze losers echt tot elkaar veroordeeld. Wat volgt is een reis dwars door België, en uiteindelijk dwars door Europa, met als eindbestemming Finland, waar zich de fabrikant zou bevinden van de noodlottige landbouwapparatuur, Aaltra genaamd.
Verlaten bar
Voor onvoorbereide, berooide en onbeschofte gehandicapten is rolstoelreizen geen pretje (alhoewel het helpt als je rolstoel elektrisch is, zoals die van een bejaard vrouwtje, althans, voordat de forens hem in beslag neemt). Soms krijgen ze een lift aangeboden, of een welwillende maaltijd, maar vaker ontmoeten ze desinteresse of zelfs vijandigheid. De lange reis is een aaneenschakeling van prachtig droogkomische scènes. De mannen die in slaap vallen in een verlaten bar, en nog steeds slapen als het café in een volgende scène is overgenomen door een punkconcert. Of in slaap vallen op het strand, en in de volgende scène wakker worden in opkomende vloed. Bivakkerend bij een Duits gezin, waar de één de hele tafel leeg eet en de ander, terwijl hij zijn rolstoel oplaadt in de keuken, net zolang claxonneert tot hij een vers biertje ingeschonken krijgt.
Delépine en De Kervern zijn meesters in het verzinnen van zulke visuele, Tati-achtige kunstwerkjes. Beide werkten lange tijd voor verschillende Franse televisieprogramma’s vol sketches, onder meer met een verborgen camera. Maar Aaltra is meer dan Bananasplit voor gevorderden. De film is doortrokken van een desolaat soort melancholie, die we kennen van de Finse treurmeester Aki Kaurismäki (die aan het eind van de film opduikt in een cameo). Het is vooral de prachtige CinemaScope zwart-wit fotografie die hier voor zorgt. De rauw-poëtische beelden passen wonderwel bij het Belgische landschap van snelwegen, asfalt, schoorsteenpijpen, frietkotten en motorcross. En chagrijnige rolstoelreizigers.