L’amour ouf

Verdomme wat een waanzin

L’amour ouf

Een amour fou op een hele fijne eighties- en nineties-soundtrack, dat is L’amour ouf van Gilles Lellouche.

Als je het geluk en de vloek hebt gekend van een amour fou en je komt het object van dat waanzinnige verlangen jaren later tegen en raakt weer geobsedeerd, ben je dan verliefd op degene die je hart heeft gegrepen (of je hypothalamus of waar die obsessie ook beloond wordt) of verlang je stiekem terug naar de intensiteit van dat gevoel en wil je eigenlijk ten diepste terug naar die periode in je leven? Want een amour fou grijpt mensen niet na menopauzes en midlifecrises maar midden in die allesverzengende tienerjaren. Dat is de grote drug waarnaar we allemaal verlangen: het maximalisme van die tijd, meegevoerd worden, elke dag voelen dat je leeft, dwars door alle regels heen.

De filmgeschiedenis zit er vol mee, omdat we in films datzelfde zoeken. Claire Denis’ Trouble Every Day (2001), Wong Kar-wai’s Happy Together (1997), Dumonts Twentynine Palms (2003), Godards À bout de souffle (1960) en vrijwel de helft van alles wat Godard verder maakte. En boven op die berg waanzin en verlangen: Wild at Heart (1990) van David Lynch.

L’amour ouf is een amour fou op de muziek van de jaren tachtig en negentig: Billy Idols ‘Eyes Without a Face’, Daft Punk, Prince en Deep Purple en op het perfecte moment ingezet ‘A Forest’ van The Cure. Alleen al die muziek is reden om te kijken. En ja, de waanzinnige en wanhopige verliefdheid tussen de criminele Clotaire en de brutale Jacky duurt 160 minuten, maar daardoor voel je na Jacky’s slaapverwekkende buitenwijkjaren wel weer het vuur wanneer Clotaire eindelijk uit de gevangenis wordt vrijgelaten. Als hij later eindelijk durft aan te bellen bij Jacky’s vader, hoort hij dat ze getrouwd is. Staat ‘ie dan met z’n lijst van 457 woorden die hem aan haar doen denken, opgesteld tijdens die tien jaar cel.

Het is de heerlijke kitsch van alle amour fou’s, waarvoor geen gedweep ons te min is. “Verdomme, wat een waanzin”, reageert Jacky’s vader. Heel leuke, beetje goofy rol trouwens van Alain Chabat. Jacky wordt als volwassene gespeeld door Adèle Exarchopoulos, want die kan goed orkanen spelen en wie valt niet voor haar? Hetzelfde geldt voor François Civil die Clotaire speelt. Soms denk je dat iedereen in Frankrijk vroeger in een vat met schoonheid is gevallen.

Groots en meeslepend dus, zoals het hoort. Al hebben we ze waanzinniger gezien. Misschien nog wel het meest in Betty Blue met Beatrice Dalle uit 1986, die ‘hoogmis van hitsigheid’, zoals Humo in 2017 schreef. L’amour ouf is bedeesder en conventioneler, maar nog steeds heel lekker.