Paolo Virzi over La pazza gioia

'Alle verhalen zijn een medicijn'

La pazza gioia

In La pazza gioia ontsnappen twee vrouwen uit een psychiatrische kliniek in Toscane. Regis­seur Paolo Virzi: “In de cast zaten veel echte patiënten. Als iedereen in de rij stond voor een pilletje of een druppel sloot ik ook wel eens aan.”

Twee vrouwen in een rode auto, klaar met de mannen in hun leven, op de vlucht voor de autoriteiten. Het klinkt verdacht veel als de escapades van Susan Sarandon en Geena Davis in Thelma & Louise, maar regisseur Paolo Virzi is ervan overtuigd dat hij voor La pazza gioia niet door Ridley Scotts film is geïnspireerd. “Ik weet dat jullie allemaal op Amerika georiënteerd zijn, maar Thelma & Louise is juist een film waar ik niet aan gedacht heb.”

Paolo Virzi lacht nog als een journalist op het festival van Cannes naar de film verwijst, maar het lijkt erop alsof hij er een beetje klaar mee is. De laatste paar dagen is de vergelijking vaker gevallen in artikelen en interviews en hij is het er simpelweg niet mee eens. “Waarom die film? Omdat er twee vrouwen in een auto rijden? Ik zal het zien als een compliment, maar ik dacht niet aan deze film. Ik hou van Thelma & Louise, maar het einde is voor mij ondragelijk. Een typische film met een mannenmentaliteit: er is geen lot voor twee vrouwen, behalve de dood.”

Mentale kortsluiting
Zijn nieuwe film La pazza gioia, over twee vrouwen die uit een zonnige psychiatrische kliniek in Toscane ontsnappen, zou dus een vrouwenmentaliteit hebben? Volgens Virzi wel: “Het oorspronkelijke idee kwam van een kort verhaal dat ik tijdens het filmen van mijn vorige film Il capitale umano schreef. Al maakte ik het uiteindelijke scenario met filmmaker en scenarioschrijver Francesca Archibugi. Ik ben al sinds de filmacademie bevriend met Francesca. Bovendien heeft zij eerder geschreven over vrouwen en kwesties rondom geestelijke gezondheid. Ik schrijf mijn verhalen graag eerst alleen en daarna hou ik van werken in gezelschap. Ik vind dat films maken en schrijven er is om mensen te verbinden.”

Paolo Virzi

In Il capitale umano onderzocht Virzi de vraag wat een mens waard is, uitgedrukt in harde euro’s. Die film ging over de malaise die mensen kunnen ondervinden in een nog steeds op klasse gerichte maatschappij. Depressie, angstaanvallen en mentale kortsluitingen liggen al snel op de loer. “Het is het grote probleem van onze tijd, voornamelijk van de rijke wereld. In Il capitale umano speelt Valeria Bruni Tedeschi een psychiater die jonge mensen met een depressie helpt, maar zelf een volstrekt ongelukkige vrouw uit de bourgeoisie is. Ze verbergt zich achter een hypocriet masker.”

Angst
In La pazza gioia (vrij vertaald: dolle vreugde) speelt Bruni Tedeschi ditmaal Beatrice, een energieke, vrolijke en schijnbaar normale vrouw in een kliniek die volgens de meeste mensen om haar heen net te veel praat. Ze is nieuwsgierig, brutaal en een tikje theatraal, maar vol goede bedoelingen. Vergezeld van de wat stille (en duidelijk getroebleerde) Donatella laten de artsen haar toe om buiten de kliniek te werken bij een kleine plantage. Beatrice, een ras-opportunist, maakt samen met Donatella ten volste gebruik van haar nieuw gevonden (semi-)vrijheid. Voor je het weet zijn de twee patiënten op de vlucht.

La pazza gioia wordt vooral spannend als twee werelden, die van de ‘normale’ en de ‘gekke’ mensen, met elkaar botsen. Zo zijn er ex-vriendjes om te bezoeken, ouders om geld van te stelen en zoontjes om van een afstandje te bekijken. Vooral dat laatste wekt argwaan. Want wie laat zijn kind nou in de buurt van een geestelijk onwel mens, moeder of geen moeder? “In de westerse wereld is het gewoon om bang of paranoïde te worden van mensen met een geestelijke aandoening”, zegt Virzi erover. “Ze moeten maar worden geïnstitutionaliseerd of in een gesticht gestopt worden of in zo’n vrolijke plek als in de film. Als ze maar ver weg zijn. Ikzelf heb juist een angst voor mensen die bang zijn voor mentale patiënten. Dát beangstigt mij.”

Pilletje
“Ik heb in mijn familie mensen gehad met geestelijke problemen. Ik schuw ze niet. In mijn cast zaten dan ook veel echte patiënten. Soms kon ik niet eens onderscheiden wie speelde of wie echt mentaal niet helemaal gezond was. Dat gaf mij veel inspiratie en vrijheid, ook al waren er dokters en zusters op de set om de boel in de gaten te houden.” Virzi lacht ineens. “Als iedereen in de rij stond voor een pilletje of een druppel sloot ik ook wel eens aan. Films maken is zo makkelijk nog niet.”

Waarom is hij dan films gaan maken? “Verhalen vertellen is een vorm van therapie. Mijn moeder had vroeger problemen met medicijnen. Ze wilde dat ik dokter zou worden zodat ik elk mogelijk recept voor haar uit zou kunnen schrijven. Ik werd uiteindelijk verhalenverteller en filmmaker en ik probeer haar daar niet in teleur te stellen door uit te leggen dat ik hetzelfde werk doe als een dokter. Mensen hebben verhalen nodig. James Hillman, een geweldig psycholoog en schrijver, heeft een boek geschreven dat Healing Fiction heet. We hebben verhalen nodig om een beter begrip van het leven te krijgen, want alle verhalen zijn een medicijn.”