Jay Kelly

Superster breekt uit bubbel

Jay Kelly

George Clooney speelt vrij letterlijk de rol van zijn leven in Jay Kelly, Noah Baumbachs even hilarische als trieste melodrama.

Sommige topacteurs bereiken een vreemd moment in hun carrière, waarop ze met elke nieuwe rol in feite een versie van hun eigen sterpersona spelen. Zo kroop de uiterst meme-bare Nicolas Cage voor The Unbearable Weight of Massive Talent (2022) en Dream Scenario (2023) in de huid van Nicolas Cage. Spike Jonze maakte een kunst van dat trucje door John Malkovich ad infinitum te laten gaan in Being John Malkovich (1999). En Bill Murray is op het witte doek altijd al een versie van Bill Murray geweest.

Tegen wil en dank is ook George Clooney nu op deze plek beland. De laatste keer dat de charmante Nespresso-verkoper met de baritonstem echt in een rol leek te verdwijnen, was in de tijd van Gravity (2013) en The Descendants (2011). Bij elk van zijn recentere films ontbreekt dat proces van transformatie. Dat maakt hem geen slechte acteur. Integendeel: weinig sterren van zijn kaliber zijn zo fotogeniek en charmant als hij. Al suggereert het wel dat Clooney niet meer kan ontsnappen aan zijn iconische zelf.

Met zijn dertiende speelfilm kapitaliseert Noah Baumbach op dat gegeven door Clooney zijn eigen metamoment te geven. Ook het titulaire hoofdpersonage Jay Kelly kan niet meer aan zichzelf ontsnappen. De door Clooney vertolkte steracteur heeft de pensioengerechtigde leeftijd bijna bereikt en voelt dat het doek voor hem begint te vallen. Zijn motivatie om op de set te staan slinkt, zijn kroost is het nest aan het verlaten, en zijn mentor – de regisseur die hem zijn eerste grote rol gaf – is plotsklaps overleden. In een wanhopige poging om zijn uit de hand lopende midlifecrisis te verhelpen, besluit hij zijn dochter achterna te reizen tijdens haar Eurotrip door Frankrijk en Italië, waar voor Jay bovendien een oeuvreprijs op een Toscaans filmfestivalletje lonkt.

Jay Kelly toont vervolgens hoe een superster uit zijn bubbel wil breken en vangt in heerlijk chaotische scènes wat voor een circus dat oplevert. Het had een clichématige film kunnen opleveren over de existentiële crisis van een oude, rijke, witte man, maar dankzij Baumbachs scherpe blik kijkt het vooral weg als een diepgravend melodrama dat ook nog eens barst van de hilarische momenten. Wat de film bovenal onderzoekt, is wat liefde, vriendschap en empathie nog betekenen in een leven dat gedomineerd wordt door geld en roem. Manager Ron (Adam Sandler) is de enige persoon die Jay Kelly als “vriend” beschouwt – maar wel eentje die een vast percentage van Jay’s salaris verdient. Als Jay besluit werk los te laten en het “echte” leven te omarmen, komt die scheve relatie dan ook onder druk te staan.

Maskers
Baumbach staat bekend om wrange melodrama’s over melancholische mensen en Jay Kelly is daar geen uitzondering op. Tijdens de roadtrip door Europa komt Kelly steeds zichzelf tegen: in prachtig geschoten scènes stapt hij in verdrongen herinneringen en blikt hij terug op wat hij heeft opgeofferd en afgestoten om eenzaam aan de top te eindigen. De vloeiende wijze waarop Clooney in zulke vervlogen tijden stapt, doet denken aan Baumbachs vreemde maar fascinerende Don DeLillo-verfilming White Noise (2022). Opnieuw zet de regisseur hier de werkelijkheid naar zijn hand. Het trieste spiegelpaleis waar Kelly vervolgens doorheen dwaalt, breekt op verfrissende manieren het lineaire verloop van de roadmovie.

Clooney blonk altijd al uit in de manier waarop hij een zekere oprechtheid en breekbaarheid achter de maskers van zijn personages kan laten doorschemeren. Hij snapt ook precies hoe hij deze complexe meta-rol van genoeg subtiliteit moet voorzien. De momenten waarop je naar George Clooney, de acteur, en Jay Kelly, het personage, kijkt, vloeien naadloos in elkaar over. In die zin is Jay Kelly een zorgvuldige deconstructie van Clooney’s persona – helemaal tegen het einde van de rit, wanneer Kelly eindelijk zijn oeuvreprijs in ontvangst neemt en een montage van zijn filmrollen op het grote doek voorbij ziet trekken.

Overigens zet ook Sandler hier een van zijn beste rollen ooit neer, als de loyale manager die de zich opeenstapelende problemen in zijn eigen leven opzij blijft schuiven om het ego van Kelly te voeden. Het meest boeiende aan de film is dan ook hoe Jay Kelly erkent dat het echte leven rondom hem altijd doorgaat, maar hoe hij met zijn oogkleppen op nooit echt inziet dat andere mensen net zoveel existentiële pijn ervaren als hij.