White Noise

De meest gefilmde scènes in Amerika

White Noise

Hoe verfilm je een roman die gaat over de verstoorde relatie tussen kopie en origineel? Noah Baumbach kiest ervoor om te benadrukken dat zijn filmbewerking niet origineel is. White Noise is een fascinerend amalgaam van filmclichés en bekende beeldtaal.

Ergens in het begin van White Noise, de postmoderne roman van Don DeLillo, gaat een brandalarm af. ‘Ofwel om ons te laten weten dat de batterij net leeg is gegaan, ofwel omdat het huis in brand staat.’

Het is een terloopse gedachte van hoofdpersoon Jack Gladney, professor en bedenker van de studierichting Hitlerstudies aan een Amerikaanse universiteit, maar wel één die exemplarisch is voor de postmoderne toestand van de mens die DeLillo in zijn roman beschrijft: een hyperrationele vorm van bewustzijn waarin de mens zich bewust is van het gapende gat tussen wat wordt gezegd en wat wordt bedoeld, tussen de uiterlijke vorm van een ding en zijn betekenis.

Dat bewustzijn zorgt voor vervreemding. Een taal is een aaneenschakeling van klanken, bijvoorbeeld. Een beslissing is niets meer dan het afvuren van neuronen. Als alles terug te brengen is tot data en data meerdere dingen kunnen betekenen, wat blijft er dan nog over van begrippen als verantwoordelijkheid, vrijheid en liefde? En – de belangrijkste vraag van de roman en tegelijk de vraag waarmee Jack gedurende het hele verhaal worstelt – wat moeten we met de dood nu we niet meer in de hemel geloven?

Meest Gefotografeerde Schuur
DeLillo’s roman wordt steevast ‘onverfilmbaar’ genoemd (regisseur Noah Baumbach is het daar niet mee eens). ‘Onverfilmbaar’ is een begrip dat vooral wordt geplakt op romans die inzicht bieden in de binnenwereld van een hoofdpersonage. Hoewel White Noise met ongeveer driehonderd pagina’s een relatief bescheiden omvang heeft, is het verhaal compact en thematisch complex. Dat kan zeker lastig zijn om in beeld te vertalen.

Daar komt nog een extra laag aan onverfilmbaarheid bij. White Noise gaat namelijk over de relatie tussen kopie en origineel en onderzoekt het idee van een kopie zónder origineel, wat filosoof Jean Baudrillard ook wel een ‘simulacrum’, een drogbeeld noemt.

In misschien wel de bekendste scène uit de roman gaat Jack naar De Meest Gefotografeerde Schuur in Amerika. Onderweg komt hij vijf borden tegen die De Meest Gefotografeerde Schuur aankondigen. “Als je eenmaal de borden over de schuur hebt gezien, wordt het onmogelijk om de schuur te zien”, zegt Jack. De borden met de naam ‘De Meest Gefotografeerde Schuur in Amerika’ geven namelijk een soort aura aan de schuur, waardoor de schuur zelf verdwijnt en alleen de gefotografeerde schuur overblijft. Het is onmogelijk om te weten hoe de schuur eruitzag voordat hij De Meest Gefotografeerde Schuur in Amerika werd, zegt iemand tegen Jack.

Noah Baumbach

Het fotograferen van de schuur verandert de schuur in een gefotografeerde schuur. Net zoals het verfilmen van de roman zorgt voor een film die niet kan worden gezien als een origineel, maar altijd als een kopie aan ons zal verschijnen – zelfs aan degenen die de roman niet kennen. Niet alleen omdat White Noise een invloedrijke roman is, maar ook omdat Noah Baumbach (Frances Ha, 2012; Marriage Story, 2019) in zijn verfilming bewust werkt met bekend voorkomende ideeën. Een groot deel van de film speelt zich af in auto’s en hypermarkten, locaties die je iconen van de Amerikaanse cultuur zou kunnen noemen. Maar door zijn keuze in camerastandpunten en setdesign weet Baumbach zelfs deze overbekende locaties iets vervreemdends te geven: felle kleuren, kunstlicht, een vertekend ruimtegevoel. En ook al transformeren hoofdrolspelers Adam Driver en Greta Gerwig van Hollywood-sterren tot doorsnee Amerikanen (Driver heeft een buikje, Gerwig een blond permanent), ze blijven onmiskenbaar acteurs. Ze lijken op zichzelf en toch ook weer niet.

Déjà vu
Het simulacrum is een terugkerend motief in White Noise. De belangrijkste gebeurtenis in het verhaal is een giflek dat zorgt voor een grote zwarte wolk die boven het universiteitsstadje hangt, waarvoor Jack en zijn gezin op de vlucht moeten slaan. Dit “zwevend gifgebeuren”, zoals de wolk al snel genoemd wordt, zorgt voor allerlei bijwerkingen, met als voornaamste: déjà vu. Een déjà vu is het ultieme voorbeeld van een simulacrum: iemand die een déjà vu beleeft, maakt voor het eerst iets mee, maar heeft het gevoel het al eerder te hebben meegemaakt.

Met White Noise creëert Baumbach een soort déjà vu-ervaring voor de kijker. De film is een pastiche van cinema, een mengelmoes van clichébeeldtaal en klassieke Amerikaanse filmscènes. Een vrouw staart huilend uit een beregend raam; een man ligt in een MRI-scanner waar alleen de zolen van zijn voeten uitsteken; tijd lijkt even stil te staan terwijl een auto van een steile rots rijdt en dan met een klap op zijn vier wielen terechtkomt. We zien, via de autospiegel, een vrouw een bivakmuts over haar hoofd trekken; in close-up een hand naar het pistool in een broekzak reiken; in medium-shot een man en een vrouw elkaar innig omhelzen en zoenen. Zelfs de filmmuziek bij deze beelden voelt bekend. Maar juist door ze samen te voegen, vervreemden deze bekende beelden.

White Noise is doelbewust kunstmatig. De beelden lijken platgedrukt, de gebeurtenissen zijn theatraal. Baumbach kiest voor een onsamenhangende vertelling die continu van vorm verandert en de kijker daarmee constant herinnert aan de gemaaktheid van de film. Het ene moment lijken we naar een horrorfilm te kijken, het andere naar een spektakelfilm, dan naar een romantische komedie, een familiefilm, een misdaadthriller en uiteindelijk een musical.

DeLillo legt een verband tussen het bestaan van simulacra en het vertellen van verhalen, in het bijzonder op televisie. Als iedereen moet evacueren vanwege het gifgebeuren, vergelijken de evacués deze ramp met alle rampen en ongelukken die ze eerder op tv hebben gezien. Waar zijn de journalisten, vragen ze zich af, waar zijn de camera’s? Moeten die er niet zijn, zodat zij verontwaardigd kunnen roepen dat ze al genoeg hebben meegemaakt en dat de journalisten hen nu eens met rust moeten laten?

De SIMUVAC, de organisatie die verantwoordelijk is voor evacuatiesimulaties, leidt de evacuatie. Ze gaan deze echte ramp gebruiken om hun simulatie te perfectioneren. Maar het is wel een frustrerend gedoe, zegt een van hen, omdat de slachtoffers niet op de juiste plaats liggen.

Televisie
Het zijn beelden en verhalen, suggereert DeLillo, die van een echte gebeurtenis een neppe gebeurtenis maken. Als Jack en zijn gezin kijken naar een televisie-uitzending van zijn vierde vrouw, Babette, zegt hij na afloop: “Het was haar wel, maar toch ook niet.” En als een passagier op een vliegveld vertelt over het vliegtuigongeluk dat tijdens de vlucht dreigde te gebeuren, luisteren alle andere medepassagiers mee, terwijl ze zelf ook in het bijna gecrashte vliegtuig zaten. “Het was alsof hen werd verteld over een gebeurtenis waar ze niet persoonlijk bij betrokken waren”, merkt Jack op.

Het is ironisch dat White Noise een Netflix-productie is, die door velen op televisie zal worden bekeken. DeLillo is namelijk uiterst kritisch over televisie, dat echte tragedie tot spektakel en entertainment maakt. Baumbach lijkt zich daarvan bewust. In ieder geval maakt hij voortdurend verwijzingen naar film en tv: filmcamera’s die hun beelden live uitzenden, televisies in de hoek van elke kamer en, het meest opvallend, de reflecties van zijn hoofdpersonen die voortdurend in de beeldschermen van die televisies te zien zijn.

Verrassend genoeg komt De Meest Gefotografeerde Schuur in Amerika niet in Baumbachs White Noise voor. Maar dat komt omdat zijn bewerking in zekere zin zelf de plaats inneemt van de Meest Gefotografeerde Schuur in Amerika. Een film die laat zien wat we al eerder in films hebben gezien. De Meest Gefilmde Scènes in Amerika. Een kopie zonder origineel.