Gravity
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan
Zeven jaar geleden maakte Alfonso Cuarón zijn laatste film. Waar was hij al die tijd: op een missie naar Mars? Iets dichter bij huis. Voor Gravity neemt hij ons mee net buiten de dampkring, op een ruimtewandeling met hindernissen.
Ruimteschroot is voor NASA wat vogels zijn voor Schiphol: een kleine botsing kan catastrofale gevolgen hebben. Een zwevend schroefje cirkelt al gauw met tienduizenden kilometers per uur om de aarde, en wordt dan ook een dodelijk projectiel als het een astronaut raakt. In Gravity komt de dreiging tijdens een ruimtemissie dan ook niet van buitenaards leven of muitende robots, maar van ruimtepuin. De Russen vernietigen een satelliet, net op het moment dat NASA-teamleider Matt Kowalsky (George Clooney) en medical engineer Ryan Stone (Sandra Bullock) reparaties aan de Hubble Space Telescope aan het uitvoeren zijn. Houston hangt direct aan de lijn om hun Challenger-shuttle uit de weg te krijgen, maar tevergeefs. Het schroot boort zich in het ruimtevaartuig, en Stone en Kowalsky weten slechts met het allergrootste geluk een enkele reis deep space te vermijden. Maar waar ga je naar toe met nog voor een paar minuten zuurstof in je tank, en je enige vervoermiddel verwoest?
Zonder al te veel willen weg te geven: het pad dat ze volgen zorgt voor genoeg ruimteschroot om nooit meer een missie veilig omhoog geschoten te krijgen. In doodse stilte zien we achtereenvolgens de Hubble verloren gaan, de Challenger crashen en, meest spectaculair, het International Space Station exploderen, een sequentie goed voor meerdere technische Oscars. Maar Cuarón weet dankzij ongeacht welke Transformers-aflevering dat technische hoogstandjes alleen geen spannende film opleveren. Het is dan ook klassieke suspense die je hier aan je stoel nagelt. Omdat de kosmische rommel van de eerste crash negentig minuten later alweer een volledige baan om de aarde heeft gemaakt, weet je dat ze moeten maken dat ze wegkomen. Maar hoe? En waarmee? (Tipje van de sluier: Wall-E is hen voorgegaan.)
De 3D-trucage en de vaak zeer lange takes zijn geen gimmick hier: ze versterken het gevoel van de menselijke nietigheid in een onmetelijke kosmos. De camera van Emmanuel Lubezki lijkt zelf wel gewichtsloos, zo sierlijk zweeft hij rond de handelingen. De fraai kwetsbare Bullock draagt de film, met Clooney als effectieve sidekick. Wel faalt Cuarón enigszins om Bullocks personage een trauma mee te geven dat ons raakt. We leren dat ze een kind heef verloren, maar die info bereikt ons zo tussen neus en lippen door, dat de impact minimaal is. Een epiloog op aarde, waar we dat drama hadden zien gebeuren, had Gravity de benodigde extra zwaartekracht gegeven, en had het dik aangezette einde gepaster gemaakt. Maar ja, dat had Gravity dan wel van een majestueuze openingsscène ontdaan.