Fumer fait tousser

Superhelden op teambuilding-missie

Fumer fait tousser

Ook in zijn tiende film doet meesterabsurdist Quentin Dupieux gewoon weer wat hij altijd al deed – en dus is ook Fumer fait tousser weer volstrekt onvoorspelbaar.

Wie ongerust was dat meesterabsurdist Quentin Dupieux het in zijn tiende speelfilm rustiger aan zou doen: geen zorgen. Fumer fait tousser zit weer barstensvol ‘no reason’, van een barracuda die ligt te babbelen op de barbecue tot een personage dat wordt verpulverd tot een emmer vol lichaamspulp waarin de mond blijft doorpraten.

No reason’ is al ruim twintig jaar het handelsmerk van de Franse filmmaker Dupieux (ook actief als muziekproducent onder de artiestennaam Mr. Oizo). De term stamt uit zijn doorbraakfilm Rubber (2010), waarin het werd omschreven als “that most powerful element of style”. Ook als Dupieux, zoals in recente films als Deerskin (2019) en Incroyable mais vrai (2022), wat meer plek inruimt voor plot en verhaal, blijft er daarnaast altijd veel ‘reden-loosheid’ (maar geen redeloosheid).

Fumer fair tousser (‘Van roken ga je hoesten’) is vergeleken met die laatste paar films een stuk losser van opzet. Er is wel een soort verhaallijn, maar die dient toch vooral om een hoop losse ideeën aan elkaar te rijgen. Het draait om de leden van superheldenteam Tobacco Force, die op retraite worden gestuurd om hun groepsgevoel te hervinden. Of het iets uit zal halen is nog maar de vraag, want zowel hun onderlinge dynamiek als hun gesprekken ontstijgen zelden het niveau van het schoolplein – van de basisschool, welteverstaan.

Dat heeft op zichzelf al iets hilarisch – superhelden die het lot van de wereld op hun schouders torsen, en bovendien worden gespeeld door de fine fleur van de Franse film, maar niet verder komen dan kinderachtig kibbelen. Tel daarbij op de geslaagde pastiche van de jeugdactieseries uit de jaren tachtig en negentig, Power Rangers voorop, inclusief een uitstekend knullig robothulpje ontworpen door Hollander-in-Hollywood Gustav Houben.

En onder al die lolligheid heeft Dupieux, voor wie door zijn rookgordijn heen weet te kijken, toch ook nog iets te zeggen over de wereld. Een laagje waarvoor de verregaande onverschilligheid van onze helden over elke vorm van pijn en leed bij de mensen die ze zouden moeten redden, de sleutel biedt.