De libi

Vliegen met maximaal 45 km p/u

De libi

Bilal gaat vliegen, in de film en in het echt, zoveel is duidelijk na het zien van Shady El-Hamus’ aanstekelijke speelfilmdebuut De libi.

“Het leven gaat hard”, stelde de titelfiguur in John Hughes’ iconische tienerfilm Ferris Bueller’s Day Off (1986). “Als je niet zo nu en dan even rustig om je heen kijkt, heb je het voor je het weet gemist.” Het is een levensles die de zeventienjarige Bilal (Bilal Wahib) in Shady El-Hamus’ speelfilmdebuut De libi nog moet leren – hij wil vooral zélf hard gaan.

Ferris Bueller is duidelijk een inspiratie voor De libi: in zijn uitgangspunt (beide films volgen drie tieners tijdens een dag spijbelen) en in zijn grenzeloos optimistische grondtoon. Al zijn er ook verschillen. Waar Ferris en zijn vrienden door Chicago kruisen in een geleende Ferrari, moeten Bilal en zijn matties Gregg (Daniel Kolf) en Kevin (Oussama Ahammoud) het doen met een Canta. En waar voor Ferris spijbelen een doel op zich is, heeft Bilal een andere motivatie. Hij moet zichzelf op de gastenlijst zien te krijgen voor de exclusieve club Jimmy Woo, zodat hij daar een meisje kan ontmoeten en kan bewijzen dat hij wél wat voorstelt. Wat natuurlijk eigenlijk niet zo is. Nog niet, in ieder geval. Het leidt tot een reeks vrolijke omzwervingen door Amsterdam met een snelheid van maximaal 45 kilometer per uur.

Als je niet weet dat ‘de libi’ straattaal is voor ‘het leven’, dan is De libi niet voor jou gemaakt. Of misschien juist wel. Het ongebreidelde enthousiasme van zowel de film als de personages werkt hoe dan ook aanstekelijk. En het zijn juist de witte werelden waarin Bilal en zijn vrienden verzeild raken, die absurd worden gemaakt: van een stel wereldvreemde politieagenten tot de doorgesnoven studenten die automatisch aannemen dat Bilal een drugsdealer is. Zo zie je Amsterdam ook eens van een andere kant. 

El-Hamus schreef de film samen met Jeroen Scholten van Aschat, die ook met filmmaker Viktor van der Valk samenwerkte aan diens recente, speelse Nocturne. In veel opzichten zijn Nocturne en De libi tegenpolen, maar wat ze delen is strijdbaarheid. Hier spreekt, voor én achter de schermen, een jonge generatie makers die niet klaagt dat er geen ruimte voor ze is, maar die ruimte zelf creëert.