Anomalisa

Iedereen is gelijk, behalve ik

Anomalisa

Zeven jaar na zijn magnum opus Synecdoche, New York is er eindelijk een nieuwe film van schrijver Charlie Kaufman. Het IFFR vertoont ani­matiefilm Anomalisa, waarin hij verder onder­zoekt hoe de mense­lijke identiteit ten koste van de ander tot stand komt.

Een grap van Monthy Python, uit Life of Brian (1979). De profeet Brian spreekt een horde volgelingen toe. Hij wil van ze af. “You don’t have to follow me. You are all individuals!” De meute scandeert hem massaal na: “Yes, we are all individuals! We are all different!” En dan piept een klein stemmetje, van ergens achterin: “I’m not.

Scenarist en regisseur Charlie Kaufman heeft een carrière gebouwd op het uitdiepen van die ogenschijnlijk simpele dualiteit, die toch de kern van ons mens-zijn raakt. Hoe wij met zijn allen op grofweg dezelfde manier, wanhopig en tegen de klippen op, proberen onafhankelijke individuen te zijn. En hoe we daarbij de individualiteit van al die andere individuen uit het oog verliezen en de neiging hebben ze te reduceren tot een homogeen geheel, dat van de Ander.

Bijfiguren
Die thema’s komen keer op keer terug in Kaufmans scenario’s. Zie: doorbraakfilm Being John Malkovich (Spike Jonze, 1999) – de titel alleen al! – waarin een poppenspeler via een luikje in het hoofd van acteur John Malkovich kan kruipen.
Zie: de speelse omgang met het nature vs. nurture-debat en de inwisselbaarheid van de mens in het min of meer mislukte Human Nature (Michel Gondry, 2001).
Zie: het metaspel in Adaptation. (Spike Jonze, 2002), waarin Kaufman zichzelf opvoert als schrijver met writer’s block en zijn fictieve tweelingbroer Donald (die zelfs een scenariocredit krijgt) als zijn populistische wederhelft.
Zie: de talkshowhost die CIA-spion was, of zich dat inbeeldt, in Confessions of a Dangerous Mind (George Clooney, 2002).
Zie: de bitterzoete weergave van de onmogelijkheid om zelfs degene die je liefhebt écht te kennen in Eternal Sunshine of the Spotless Mind (Michel Gondry, 2004).

En zie vooral: Synecdoche, New York (2008), de eerste film die Kaufman zelf regisseerde (omdat Spike Jonze het eerst wel, en toen toch niet wilde doen) en tot op heden zijn magnum opus. Theatermaker Caden Cotard (Philip Seymour Hoffman) bouwt, in een poging een zo realistisch mogelijk werk te maken, zijn complete leven na, inclusief een acteur die hem speelt – en dus vervolgens weer een acteur die die acteur moet spelen, en zo voorts en zo verder. De apotheose van de film komt wanneer de door zichzelf geobsedeerde Caden zich realiseert dat al die andere mensen, de bijfiguren in zijn leven, óók allemaal individuen zijn, met een even rijk innerlijk leven als hijzelf.

Realistisch
Nu kunnen we Anomalisa aan die illustere rij toevoegen, al was er een succesvolle crowdfunding-campagne nodig voordat een studio het aandurfde de film aan te kopen. Kaufman verfilmde samen met animator Duke Johnson een toneelstuk dat hij al in 2005 schreef, opgezet als een soort hoorspel waarbij de cast (dezelfde spelers die in de film te horen zijn) op het podium de tekst las, zonder echt te spelen. Die tekst is nu, vrijwel woord voor woord, de basis voor deze meesterlijke stop-motion animatiefilm, waarin zelfhulpboekenschrijver Michael Stone (David Thewlis) ten onder dreigt te gaan in een leven waarin alles hetzelfde is. Tot hij op een zakenreis de jongere Lisa (Jennifer Jason Leigh) ontmoet, die een uitweg naar iets anders lijkt te bieden.

Wie op basis van Kaufmans eerdere werk, dat vol zit met absurdistische wendingen en speels antirealisme, verwacht dat hij in deze animatiefilm helemáál los gaat, staat een verrassing te wachten. Ja, Michaels afgestompte blik op het leven wordt zichtbaar gemaakt doordat behalve hij en Lisa alle andere figuren exact hetzelfde gezicht hebben en hun stemmen zonder uitzondering door Tom Noonan worden ingesproken. Maar op die gimmick na is Anomalisa Kaufmans meest realistische film tot nu toe, ondanks het feit dat de makers de onvolkomenheden van hun poppenspel zichtbaar houden. De snijlijn van de twee helften waaruit de gezichten (zoals gebruikelijk in poppenanimatie) bestaan, wordt niet weggepoetst, en toch ben je binnen enkele minuten vergeten dat je naar poppen zit te kijken en zijn Michael en Lisa personen van vlees en bloed geworden. Wat dat betreft is hun seksscène halverwege de film een hoogtepunt: zelden werd seks in een Amerikaanse film zó realistisch getoond, met alle klungeligheid die er óók bij hoort.

Toch had de film nooit als live-action gemaakt kunnen worden. Juist in animatie blijft de intense saaiheid van Michaels leven enigszins dragelijk. En juist doordat het poppen zijn, kan iedereen hetzelfde gezicht hebben en lijkt het toch realistisch. Al die keuzes maken Anomalisa tot een onverwacht sobere film, waarin Kaufman pijnlijk duidelijk maakt hoe makkelijk we anderen verwaarlozen.