Amour

Vragen voorbij de dood

  • Datum 01-11-2012
  • Auteur Dana Linssen
  • Thema Filmkrant 348
  • Gerelateerde Films Amour
  • Regie
    Michael Haneke
    Te zien vanaf
    15-11-2012
    Land
    Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, 2012
  • Deel dit artikel

Filosofen zeiden het: dat we in het aangezicht van de dood pas echt het leven kennen. Michael Haneke laat zien dat alles wat we daarover denken te weten gezichtsbedrog is. En noemde zijn Gouden Palm-winnende film Amour. Liefde. En ook dat is waar.

Het begint bij het einde. De deur van een Parijs appartement wordt door de brandweer opengebroken. Een dode vrouw ligt heel alleen in bed. Dan een sprong in de tijd. Terug. Een blik in een concertzaal. Het had ook een filmzaal kunnen zijn, zoals in Holy Motors, de film die afgelopen voorjaar in Cannes een paar dagen na deze film in première ging: Amour van Michael Haneke. Hij zou er zeer terecht de Gouden Palm mee winnen.

Vanuit onze positie in de bioscoopzaal is het alsof we ’terugkijken’ naar dat roezemoezende publiek. En naar die twee mensen, dat oudere echtpaar dat daar stil en onbeweeglijk in het midden zit. Twee gepensioneerde musici, zal later blijken. Vandaar die concertzaal. Maar het shot, een typisch Haneke-shot, is om andere redenen relevant. Het is een shot tussen schijn en wezen, zoals we het kennen uit het begin van Caché (waar hij in 2005 een regie-Palm voor kreeg) of het scharnierpunt in Funny Games (1997). Shots waarin de vierde wand een spiegel wordt.

Moraal
Amour gaat over dat oudere echtpaar. Een man en een vrouw. En wat er gebeurt als een van hen ziek wordt. Echt ziek. En de muren van de wereld de muren van hun appartement worden en hen steeds verder insluiten. Tot een slaapkamer. Tot een blik. De ogen van een stervende.

Amour gaat over sterven, een hele film lang. Over zorg. Waarmee Haneke een van de grote vragen van onze tijd te pakken heeft. Want wat is zorg? Hoever gaat zorg? Er zijn steeds meer mensen die zorg nodig hebben. En dat is vaak een kwestie van geld. Maar dit echtpaar heeft geld genoeg. Geld is geen kwestie. Dus is de vraag naar zorg, en naar de grenzen van zorg, en daarmee naar die van een menswaardig bestaan in Amour vooral een morele vraag, geen praktische. Maar Haneke, de moralist, beantwoordt die vraag niet op een moralistische manier. Maar op een humanistische. En misschien is dat dan ook wel weer moreel het enige juiste antwoord.

Het maakt Amour tot een film die je op jezelf terugwerpt. Op je eigen emotionele vermogens. Het is tijdens het kijken bijna niet mogelijk om niet te denken aan eigen geliefden, vrienden of zomaar anderen die dood zijn, of ziek, of behoeftig, en de vraag wat je eigenlijk voor de ander kunt betekenen.

Het is een vraag die door religies gesteld wordt. En in politieke ideologieën. Ben ik mijn broeders hoeder? Wie was de barmhartige Samaritaan? De vraag wat er in het verzekeringspakket moet heeft ermee te maken. Omdat we in een maatschappij leven waarin morele en existentiële vragen zijn uitbesteed. Het oudere echtpaar in de film vertegenwoordigt daarmee ook een uitstervend traditioneel gutbürgerlich besef van compassie met de ander.

Maar het zijn nog steeds geen beweringen die Haneke doet. Het zijn allemaal vragen die zich in de kier tussen het publiek en de film hebben genesteld op het moment dat de vierde wand werd opengewrikt. En een spiegel werd.

Gezichtsbedrog
Existentialistische filosofen zeiden het: pas in het aangezicht van de dood leren we het leven kennen. Haneke laat dat zien. En meer. Dat alles wat we daarover denken te weten gezichtsbedrog is. Vandaar die scène in die concertzaal. Vandaar dat zijn film bij het einde begint. Maar waar is de echtgenoot in dat hermetisch afgesloten appartement? En wat betekenen later in de film die andere momenten waarop de raderen van de tijd knarsend tot stilstand komen? We nemen zo makkelijk aan dat de keukenscène in het begin van de film waarin de vrouw verstart, en de kraan al dan niet onverklaarbaar blijft lopen en wordt dichtgedraaid, en een theekopje overstroomt, de eerste tekenen van haar ziekte zijn. Maar hoe (realistisch) die beelden werkelijk zijn is een kwestie van perspectief. Denken we logisch of metaforisch? En waarom? Wederom geen antwoorden van Haneke. Alleen onze eigen vragen. Over of een duif een metafoor is. En de mens een ziel heeft. Die zomaar weg kan vliegen. Of dat een mens zomaar verdwijnt. Aan het einde. Omdat er zelfs geen stof overblijft om naar terug te keren.

Deze film is essentieel. Een meesterwerk in de vorm van een traan.